Het ad hominem argument tégen Wim van Rooy...

Het ad hominem argument tégen Wim van Rooy als basis voor een ad hominem argument tegen Peter Calluy. De wetenschapsfilosoof ten spijt. Selectieve blindheid?

In ad hominem argumentum contra Wim van Rooy sicut condicionem habiturum ad hominem argumentum contra Petrus Calluy. Philosophus scientiae obstante. Electionem selectivam, caecitate? (link)

Sinds het uitkomen van  mijn boek Kroniek van een aangekondigd onheil - Radicale islam in Vlaanderen’ bij Academic and Scientific Publishers, waarin zowel  prof. dr. Johan Braeckman als   Wim van Rooy een voorwoord schreven is er iets vreemds aan de hand. Ik word met de regelmaat van de klok de maat genomen op basis van één enkel gegeven met name, Wim van Rooy schreef in het boek. Voor de criticasters die vreemd genoeg géén kritiek hebben op de werkelijke inhoud is dit gegeven blijkbaar
genoeg om mij als een ‘leerling’ van de ‘meester-tovenaar’ te zien die als een soort geïndoctrineerde castraat de echo’s van Tovenaar Wim vertolkt. Dat heeft meestal twee redenen. Of men heeft het boek niet (zorgvuldig) gelezen, of men kan de eigen schizofrene hersenkronkels niet koppelen met de realiteit van het verhaal én de analyses. Om het toch nog wat behapbaar te houden voor zichzelf vergeten sommigen dan maar het voorwoord van Johan. Kwestie van de opgewekte discrepantie die ongetwijfeld tussen Van Rooy en Braeckman aanwezig is weg te relativeren. 

Beide voorwoorden wekken een effect op waarover Paul Cliteur tegen Dirk Verhofstadt het boekDirk Verhofstadt in gesprek met Paul Cliteur. Een zoektocht naar harmonie’  spreekt.  Om Paul Cliteur te citeren die het in zijn gesprek met Dirk Verhofstadt heeft over het feit dat over bepaalde zaken in het diversiteitsdebat liever niet wordt gesproken. Het gaat dan over stenigingen en ander fraais uit de andere doch verplicht gelijkwaardig geachte inrichtingen van samenlevingen elders (dixit Anciaux & Talhaoui). Op de vraag van Verhofstadt: “Hoe valt die onverschilligheid of laksheid van de intelligentsia ten aanzien van dit soort dingen te verklaren?”, antwoordt rechtsfilosoof Cliteur het volgende: “Dat is een wonderlijk en complex proces. Het is moeilijk te begrijpen. Ik denk daar al jaren over na en ik kan mij erover blijven verbazen. Heeft dat te maken met de houding van cultuurrelativistische westerse intellectuelen en de zwakke verdediging van de liberaal-democratische rechtsorde? Daar lijkt het wel op. (...) Dus als zij met steniging worden geconfronteerd, ontstaat er een mentaal conflict omdat de eigen gekoesterde wereldbeschouwing zegt: ‘Alleen westerse samenlevingen zijn slecht en onderdrukkend'.

Zo was ik op de ‘alternatieve’ boekenbeurs ‘Mind the book’ in de Antwerpse Singel. Op de stand van De Groene Waterman overkwam het me weer. Toen ik mijn kaartje afgaf met de vermelding dat ik steeds bereid ben tot debat,  gesprek ofzo omdat ik toch kritisch ben voor de ‘getormenteerde verdedigers van het proletariaat’ kwam de schampere opmerking, jaaajaaa ik weet het maar het voorwoord is van Wim van Rooy hé! Toen ik repliceerde dat ik Peter Calluy ben, niet Van Rooy en dat ook Johan Braeckman een voorwoord schreef was het antwoordt ‘da zal wel’ met een grijns.
Nu laat duidelijk zijn, ik heb voor de beide voorwoordschrijvers bijzonder veel eerbied. Ik heb veel van hen geleerd, dat mag geen verrassing zijn na 40 jaar bevoogding door de hoofdpersonages/ideologen uit mijn boek. Ik schrijf het zelfs onder het titeltje ‘De wetenschap ontmoet het voetvolk’ (p. 252): “In die context Mano Mundo 2009) heb ik voor het eerst persoonlijk afgesproken met professor Johan Braeckman, die toch zijn wenkbrauwen fronste bij mijn verhaal. We zijn vrienden geworden, de laaggeschoolde, foute straathoekwerker en de ‘Prefesser’. Eindelijk, een eerlijk open empathisch en echt wijs klankbord. Ik was eerst eigenlijk verlegen, welke meerwaarde kon ik betekenen voor zo iemand? Maar als iemand mij ooit heeft aangezet tot verheffing op intellectueel vlak , mij mijn eigenwaarde heeft doen inzien en mijn beste kunnen geactiveerd, dan wel Johan. Ik heb door hem het verschil leren kennen en voelen tussen bevoogding en verheffing van een naaste.” 

En zo leerde deze ‘proletariër’ nog veel meer wetenschappers kennen en ik kon steeds op hun eerlijke kritische commentaar rekenen die samen met duidelijke argumenten kwam. Een onbegrijpelijk postmodernistisch gezwatel à la ‘ dat begrijp jij misschien wat moeilijk’ ...... daar ben ik al lang voorbij.  Hier en  hier en  hier en hierrr.  En met alles wat ik mocht vernemen, lezen en zien van deze mensen in combinatie met  de praktijkervaringen, het politieke ‘gefrutsel’, de rauwe situatie in de onderbuik én mijn goede contacten met moslimse vrienden  vorm ik mijn eigen analyse. Wim van Rooy vindt eigenlijk dat ik het nog redelijk positief invul. Johan blijft zoeken naar ‘betere tools’ om  de wetenschappen bij àlle jongeren te brengen wars van hun achtergronden welke dan ook.  De lat ligt hoog vandaag en applaudisseren voor hen die er onderdoor lopen is geen optie voor Johan. Hij wil àlle jeugdcategorieën in zijn aula treffen, àlle jongeren bij wetenschap betrekken, ook de BSO en TSO gasten. Oprechte empathie en hoop noemt men dat. Toffe gast mag ook. 

Ik zou het dus héél hard appreciëren dat men mij niet als een kritiekloze imbeciel behandelt en Wim van Rooy als de grootmoefti van het incorrecte denken. Wij zijn het niet altijd eens, wij vullen mekaar vaak aan, wij lachen veel met bange blanke mannen .... Als er iemand ‘De malaise van de multiculturaliteit’ die Wim van Rooy in zijn gelijknamig  boek beschrijft van zijn meest intrieste, geraffineerd doortrapte en roekeloze lichtzinnigheid heeft gezien....met àlle gevolgen van dien. En als de analyses achteraf door een veelvoud van empirische vaststellingen in grote mate worden bevestigd dan is het causaal verband voor de wetenschapsfilosoof niet meer geheel onwaarschijnlijk. Wim van Rooy of niet. Ze waren voor mij immers in  2008 nog nobele onbekenden, laat staan in 2004. Dat de zelfbenoemde verdedigers van het proletariaat, ook ik dus, daar in hun waanzinnige hautaine myopie niet mee weg kunnen is hun probleem, niet het mijne. Ze kunnen misschien de kaviaar uit hun mondhoeken wrijven met de champagne die de socialistische leiders van vandaag niet meer op konden. Trop c'est trop. Wie gaan ze nu verdedigen, relativeren, goedpraten, beschimpen. De afgedankte of de afdanker, de ontslagene of de ontslager, de zielige nestbevuilers of de waarschuwer voor het onheil die weigert de ziel van de Marokkaanse kinderen te verkopen om wat stemmen te ronselen bij onmondige, bevoogdde en slecht geïnformeerde moslims?  Pathetisch volkje!  Was Blommaert dan niet de promotor van Ico Maly zijn doctoraalswerk over NVA en Bart de Wever? Ik bleef tot nader order proletariër, spreek voor u zelve, dat doe ik ook.

Ik wil beide voorwoordschrijvers  Johan en Wim bedanken om wie ze zijn. 

Tot u sprak wel degelijk Peter Calluy, Peter Calluy en ‘k ga ’t geen twee keer zeggen! 

Auteur van ‘Kroniek van een aangekondigd onheil / ASP

Met een voorwoord van Wim van Rooy & Johan Braeckman.

Boom 5/3/2013

1 opmerking:

  1. Uw boek zou ondanks alle weerwerk van diegene die zichzelf als politiek correct en zelfs elitair beschouwen, verplichte literatuur moeten zijn voor iedereen die in de verste verte ook maar iets met straathoekwerk en/of inburgering te maken heeft.De laffe aanvallen op u, zowel als op Wim van Rooy door die op armoede en achterlijkheid terende, zichzelf als links-progressief omschrijvenden is ronduit wraakroepend en zegt meer over de mentaliteit van die mensen an wat we hen mogen verwachten dan veel boeken kunnen openbaren. Kop op en borst vooruit.

    BeantwoordenVerwijderen