Kauwboy - en het meisje met de blauwe kauwgombal

Een prachtige film voor kinderen en volwassenen 

Het Nederlands jeugdtheater staat er bekend om in het buitenland, dat het voorstellingen maakt die zowel kinderen als ouderen aanspreken. Kinderen worden erdoor geraakt, ook al kunnen ze niet alle lagen ervan doorgronden. En ouderen kijken even met de blik van een kind naar de wereld. Ook in Nederlandse jeugdfilms wordt steeds meer gespeeld met zo'n dubbele laag. Een bijzonder mooi voorbeeld daarvan is Kauwboy van regisseur Boudewijn Koole, die er op het filmfestival van Berlijn begin dit jaar twee prijzen mee won: die van de beste jeugdfilm en die van het beste debuut. Maryanne Redpath die op het Festival van Berlijn over de jeugdfilms gaat, noemde Kauwboy een heel mooi voorbeeld van de Nederlandse jeugdfilm, waarin regisseurs vaak geen genoegen nemen met clichés en de 'wetten' van kinderfilms durven te doorbreken. Nederlandse jeugdfilms vallen buitenlandse festivalprogrammeurs vaker op door de manier waarop zij humor en serieuze emoties combineren. Dat gebeurt in Kauwboy in optima forma. 

Boudewijn Koole (1956) heeft 'moeilijke' thema's nooit geschuwd. Ze staan al centraal sinds zijn eerste jeugddocumentaire Brieven uit Belfast (1996). Behalve documentaires heeft hij de laatste jaren ook een aantal televisiefilms gemaakt: Trage liefde (2007) en Maite was here (2009). Kauwboy is zijn eerste speelfilm voor de bioscoop.

Arena in deze film is een oude kleine wat verwaarloosde woonwijk aan de rafelrand van een stad ergens
in Nederland. Zo'n wijk die grenst aan een allegaartje van weiden, velden en bossages. In de eerste beelden rent daar het 10-jarige jongetje Jojo dwars doorheen, terwijl zijn vader – bij wijze van spelletje - in de auto van een beveiligingsbedrijf de grote weg op zoekt. Jojo is net iets eerder op het viaduct dan dat de vader er onderdoor rijdt. Zoals dat vaker in de film gebeurt. Dan vindt Jojo een uit het nest gevallen kauw. Als 't hem niet lukt hem terug te zetten, neemt ie 'm mee naar huis. Hij probeert 'm te voeren, maar broccoli met puree is wat te veel van het goede.

Vervolgens toont hij hem z'n huis: Kijk, hier is de badkamer, je moet de bril van de wc omhoog zetten, en daar liggen de handdoeken. Dit is de slaapkamer. Daar lag mama. En daar ligt papa nog steeds. Achteloos en onverschillig uitgesproken woorden die zo'n kauwtje toch niet verstaat. Expositie die er bij de kijker – jong of oud - ingaat als koek. Een prachtig onnadrukkelijk gebruik van een 'Sprechhund'.

In de keuken is het een troep. Koole en co-scenarist Jolein Laarman (van Tussenstand en Het zusje van Katia) vertellen met weinig woorden en in prachtige beelden wat er aan de hand is. Nooit expliciet. Wel fragmentarisch. Stukje bij beetje. Vanuit het perspectief van Jojo. Met de nodige spanning en humor. Soms rauw. Soms heel lyrisch. Heel onnadrukkelijk vertellen ze een tamelijk complex verhaal. Er zijn wat foto's. Daarop zien we mét Jojo ook zijn ouders. Dolgelukkig. Zij als country-zangeres. Hij als begeleidend gitarist. Wat heeft hen uit elkaar gedreven? Waarom is Jojo nog de enige die zijn moeder belt? Waarom verliest de vader zo snel zijn zelfbeheersing? Het zijn vragen die je je al snel gaat stellen. 

Even deed de film me denken aan Kes (1969 - in 2011 gerestaureerd door het EYE filminstituut), de tweede film van de sociaal-realistische regisseur Ken Loach, waarin een jongetje troost vindt in de vriendschap met een valk. Maar arena, thematiek en filmstijl zijn toch heel verschillend.

In Kauwboy zet de vader de kauw buiten: planten en dieren horen niet in huis. En een kauw gaat zich aan je hechten, maakt hij Jojo duidelijk; hij denkt dat jij z'n moeder bent. Jojo geeft hem inderdaad alle aandacht en liefde die hijzelf niet krijgt. Uit de plaatselijke bibliotheek smokkelt hij een boek met tips om het vogeltje groot te brengen. Er ontstaat een band tussen de jongen en het dier. Zoals dat in veel film(verhalen) gebeurt, maar in Kauwboy zit ook wat dit betreft een harde les. Het leven is voor Jojo een strijd, zoals dat het geval is voor de wat oudere Cyril in Le gamin au vélo (2011) van de gebroeders Dardenne (zie Zet je fiets op slot) . Een gevecht tussen Jojo en zijn vader. Soms begint het als een onschuldig stoeipartijtje maar even later wordt het een ware strijd. Af en toe gaat z'n vader echt door het lint en smijt hij met de spaghetti en de pastasaus in het rond om daarna het huis uit te stormen. Jojo ruimt de troep onbewogen en zonder morren op. Hij krijgt op z'n lazer als hij de wasmachine met alle goede bedoelingen van de wereld gebruikt om een hemd en broek van z'n vader te wassen. Maar hij kan zelf ook ontzettend kwaad worden, waarachter hij zijn verdriet verbergt. Het gevecht, het moeten vechten wordt ook prachtig verbeeld onder water op de waterpoloclub en in de doucheruimtes waar Jojo zich uitleeft. Op die club komt hij een iets ouder meisje tegen waarvoor Jojo gevoelens krijgt. Het is Yenthe, het meisje dat kauwt op een altijd blauwe kauwgombal. Als de badmeester hen het water instuurt, plakt ze haar kauwgom onder de bank. Jojo pakt de kauwgom, stopt hem in zijn mond en springt haar achterna. Jojo laat aan z’n vriendinnetje de kauw zien die teruggekomen is en die hij in het schuurtje van zijn moeder voor zijn vader verborgen houdt.

Jojo belt z’n moeder die rondtoert in de VS af en toe op. Hij zegt dat hij iets heeft voor haar verjaardag en dat hij een taart zal bakken voor haar, zoals het jongetje Mees in de bekende jeugdfilm Het zakmes (1992) praat met zijn moeder die zingt op een videoband. Jojo bakt die taart ook en op de bewuste dag hangt hij ook slingers op. Zijn vader moet er niets van weten en niet lang daarna confronteert Yenthe haar vriendje Jojo met wat de werkelijkheid is. Waarop hij haar – ontgoocheld - een klap geeft. Zij slaat hem hard terug.

Dan gebeurt er iets ergs, waarvan ook de vader getuige is. Gelukkig geeft Koole de film geen melodramatisch slot. Wel zet hij in de laatste beelden de vader en het zoontje neer in een hervonden stoer liefdevol verbond zoals alleen vaders en zonen dat kunnen hebben. Prachtig gefilmd door cameraman Daniël Bouquet die ook de beeldvoering deed in bijvoorbeeld Nothing Personal (op zijn 27ste werd hij daarvoor bekroond met een gouden kalf) van Urszula Antoniak en het onlangs uitgekomen Hemel van Sacha Polak.

Er is wel eens opgemerkt dat in die Nederlandse jeugdfilms kinderen vaak zo natuurlijk geregisseerd zijn. In Kauwboy is dat zeker het geval. Rick Lens speelt het jongetje Jojo ongelooflijk naturel. Ook dat deed me denken aan Olivier Tuinier die het jongetje Mees speelde in Het zakmes. Iedereen voorspelde hem een prachtige acteurs carrière. Hij speelde ook nog wel een aantal filmrollen. Maar stopte er een aantal jaren geleden definitief mee om dj te worden. Hij draait nu onder de naam O Boogie. Misschien wordt Rick wel badmeester of een beveiligingsman zoals zijn vader in de film. Wat doet het ertoe? In de film is hij een meesterlijke Jojo. En de kauw? Ze hebben er zes gebruikt. Het schijnen hele slimme beestjes te zijn. Je kunt ze dingen leren en ze herkennen je ogen en je stem. Na twee maanden gaan ze zich hechten, zoals de vader in de film zegt. Daar heeft de filmploeg rekening mee gehouden. Voordat er twee maanden verstreken waren, heeft het productieteam ze weer teruggezet in een kolonie. De zes kauwtjes vliegen nu weer gewoon ergens rond.

Kauwboy draait op dit moment in de Nederlandse bioscopen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten