De ergste menselijke zonde is ...


De ergste menselijke zonde is de bereidheid zich in een hoek te laten trappen. Ik wil niet in een hoek of verborgen kelder leven. Dat kan ik niet. Zo iets geweldigs is het leven nu ook weer niet: ik bedoel dat ik, als ik in zedelijk opzicht niet waardig, met opgeheven hoofd kan leven, dan maak ik er een eind aan, want met minder neem ik geen genoegen, al neemt dat hele leger van fluweeldragende kirders er wel genoegen mee. Ik ben een schepsel Gods, en geen karikatuur, forumdanser, kutartikeltjesmaker, of wat ook. Daarom ga ik nu op reis. Ik moet proberen dit schrijvend bestaan machtig te worden, al is het in een van drijfhout gebouwde hut. Ik wil, als ik daar zin in heb, 10 uur per dag of langer kunnen schrijven, weken, maanden lang, en als dat niet mogelijk blijkt, dan knoop ik me rustig op - hoogstens zou me dan nog de overweging kunnen weerhouden, dat ik Manuel van Loggem de voldoening niet gun - want in een ander soort leven heb ik geen zin meer.

Ik schrijf dit gedeelte stuntelig, onhandig, merk ik, maar iedereen, wiens stijl bij het aanroeren van deze dingen niet te kort schiet, is een handige fraseur, en een oplichter. Bah. Misschien ligt ergens in de komende etappe op weg naar het einde, voor mij een waarachtig bestaan, waarin ik niets meer verwacht, en elke oppervlakkige genieting en illusie zal wegwerpen, en eindelijk waardig zal kunnen leven en sterven, God erend en liefhebbend, en me bij de zinledigheid van het bestaan neerleggend, maar wetend, dat ik in het werk, als ik met al mijn wanhoop en kracht probeer te schrijven, wellicht enkele ogenblikken een schaduw zal zien, een ademtocht voelen, een vaag, wegstervend geluid zal horen van hem die ik hoop eens in mijn leven, al is het maar enkele tientallen sekonden, te mogen zien 'van aangezicht tot aangezicht'. Ik hoop, dat ik u niet treurig heb gemaakt, want ik houd van u, allemaal, eerlijk waar, op mijn eigen, eenvoudige manier.

Thans moet de Grote Droon wederom afscheid van u nemen. Bewaart toch, Broeders en Zusters, onder ulieden goede eendracht, en bevordert met alle wettige middelen de ontwikkeling van zoveel mogelijk kukel, al zijn aan de heerschappij van het verstand grenzen gesteld, aangezien 's mensen geleerdheid hem gemakkelijk tot razernij kan voeren, en te veel over de dingen nadenken en piekeren, dat is ook niet goed, kijk bij wijze van spreken maar weer naar Van Gogh: die schreef ook brieven, hebt u daar wel eens bij stilgestaan, maar hij leverde er illustraties bij. Het is een raar ding om te bedenken, dat mijn oor er nog aan zit, en indertijd alleen maar doormidden is gebeten: half werk, mogen we wel zeggen  - in elk geval zie ik er nog geen voldoende duidelijke aanwijzing in, dat ik pen en papier door penseel en palet zou moeten vervangen.

Uit: Op weg naar het einde - Gerard Reve
Pag. 167-147
G.A. van Oorschot/Uitgever
Amsterdam

Geen opmerkingen:

Een reactie posten