De eerste zin

Vondelpark
foto: John Melskens

'Ik heb alleen een eerste zin nodig en de rest komt dan vanzelf'. De man zei het hardop maar het was niet duidelijk of hij een gedachte verwoordde of het echt tegen iemand had. De rust op het bijna verlaten terras was in een keer verdwenen en de twee oudere dames die daarnet nog zachtjes keuvelend hadden zitten genieten van het uitzicht op het drukke plein schrokken op en het leek even alsof ze wilden wegvliegen, net zoals de duiven op het plein met grote regelmaat deden als een van de voetgangers te dicht bij hen kwam.

De man zei echter niets meer en keek peinzend naar de duiven en de mensen op het plein. De dames streken weer neer op hun stoeltjes en schikten hun kleren, en toen ze alles weer helemaal in de plooi hadden zetten ze hun gesprek voort maar keken af en toe schichtig over hun schouder naar de man die met nietszeggende ogen nu naar zijn schoenen leek te staren en in gedachten verzonken leek.

Toen zei hij het nog een keer, luider dit keer en de dametjes zaten kaarsrecht van de schrik op hun stoeltjes en besloten dat het tijd was om te gaan want na een korte blik van verstandhouding wenkte een van hen de kelner die de slapers uit zijn ogen stond te wrijven en tegen de deuropening van het café hing, en maakte met haar duim en wijsvinger het internationale gebaar dat afrekenen betekent.

De man had toen hij voor de tweede keer die zin uitsprak duidelijk de bedoeling gehad iemand aan te spreken want hij keek nu niet meer naar het plein, maar leek zich rechtstreeks te richten op de smaakvol geklede vrouw die daarnet nog druk in de weer was met haar laptop maar nu besluiteloos de man aanstaarde die haar zojuist kennelijk had aangesproken, maar omdat hij niets meer zei wist ze niet zeker of ze nu wel of niet moest reageren en besluiteloos zweefden haar vingers boven het toetsenbord van haar digitale werkpaard en zo leek ze op een concertpianiste die zich concentreerde op het stuk dat ze zou gaan spelen op haar Steinway vleugel.

Ze boog zich weer naar haar laptop maar toen ze merkte dat de man haar aan bleef kijken voelde ze zich lichtelijk opgelaten, en keek de man verlegen aan. De dametjes hadden inmiddels afgerekend en staken nu de weg over in de richting van het plein. Een van hen knikte de vrouw met de laptop nog vriendelijk toe, maar de andere vrouw keek afkeurend naar de man die zojuist hun rust had verstoord en had geen oog voor de vrouw met de laptop.

Toen zei hij het voor de derde keer en deze keer volgde er een vraag op zijn opmerking en hij keek haar nu zo duidelijk aan dat er geen ontsnapping mogelijk was. Ze moest wat zeggen.
‘ Ik heb alleen die eerste zin nodig mevrouw, en dan komt de rest van zelf. Hebt U dan misschien geen eerste zin voor mij?’ Ze wist niet wat ze tegen hem moest zeggen en terwijl ze in gedachten alle opties af ging nam ze de man vluchtig op. De man ging keurig gekleed. Haar moeder zou hem ongetwijfeld gedistingeerd hebben genoemd, maar haar moeder was al jaren lang weduwe en noemde iedere man van boven de vijftig die zijn haar had gekamd en zijn schoenen had gepoetst gedistingeerd.

Maar zij was haar moeder niet en ze zag alleen eigenlijk een man van middelbare leeftijd in een ouderwets maatpak. Ze keek naar zijn schoenen maar die glansden onberispelijk in het bleke voorjaarszonnetje. Ja, haar moeder had hem ongetwijfeld gedistingeerd hebben gevonden en zou hebben gekird van genot als hij haar had aangesproken maar zij was haar moeder niet. Dat was ze nu niet en dat hoopte ze ook nooit te worden, en terwijl ze dat dacht keek ze even naar de kelner die weer naar zijn plek bij de deur was gelopen en nu bijna onverschillig het tafereel gadesloeg maar toen ze hem aankeek wendde hij zijn blik af. Ze moest het helemaal zelf oplossen.

Even overwoog de vrouw om ook op te stappen, maar toen besefte ze dat ze hier met haar beste vriendin had afgesproken en deze kon nu ieder moment komen, en aangezien ze op de fiets kwam zou ze haar mobiel toch niet kunnen of willen opnemen. Ze klapte haar laptop met zichtbare tegenzin dicht en keek de man nog eens aandachtig aan en de man keek onbevangen terug.

‘ Eh, wat bedoelde u nou daarnet’, zei ze aarzelend en de man hield nu even zijn hoofd een beetje scheef zoals de duiven soms deden als ze net waren geland en de omgeving in zich opnamen, en leek de door haar uitgesproken woorden die nog in de lucht hingen te proeven met zijn zintuigen.

Toen leek het alsof hij besloten had dat die vraag een antwoord nodig had en hij zei terwijl hij haar weer op die onbevangen maar toch ook doordringende manier aankeek: ‘Dat is geen goede eerste zin. Ik heb iets beters nodig dan dat, want ziet u mevrouw, de eerste zin is altijd het moeilijkst voor me, maar als ik die eenmaal heb gevonden, dan komt de tweede zin van zelf en ook de derde kost me weinig tot geen moeite en als ik dan eenmaal goed op gang ben gekomen, begint de bron te stromen en voor ik weet ben ik dan opeens bij de laatste zin aangekomen en daar ben ik nou juist weer heel erg goed in. Ik ben een expert als het om de laatste zin gaat.’
Hij zweeg en pas toen zag ze dat hij al die tijd een pen in zijn hand had gehad die boven de blocnote zweefde dat hij op het kleine ronde bistrotafeltje voor zich had liggen, en zo leek hij dan op zijn beurt niet op een pianiste maar meer op een dirigent die zich opmaakte voor het dirigeren van een stuk klassieke muziek.

Ze wist niet wat ze moest zeggen en ze wenste nu dat ze haar moeder bij zich had gehad want die had dit fantastisch gevonden maar zij vond dit helemaal niet leuk en overwoog om dan toch maar op te stappen en juist op dat moment werd ze gered door het geluid van een fietsbel en toen ze opkeek in de richting van dat geluid, zag ze dat haar vriendin eraan kwam gefietst en inmiddels tot stilstand was gekomen voor het terras.

De man had haar blik gevolgd en keek samen met de vrouw met de laptop en de rode vlekken in haar gezicht naar haar vriendin die haar fiets op slot had gezet en zich nu een weg baande over het terras terwijl ze behendig de stoeltjes en de tafels ontweek.

De man leek een nieuw slachtoffer te hebben gevonden want nu sprak hij haar aan en onverstoorbaar als hij leek herhaalde hij zijn vraag: ‘Ik heb alleen een eerste zin nodig. Dan komt de rest van zelf wel. Hebt u misschien geen eerste zin voor mij’.

Haar vriendin werd even verrast door de vraag maar omdat ze al wat langer dan haar vriendin met de laptop in de grote stad woonde was ze een stuk assertiever, want nadat ze even een korte blik naar haar vriendin met de rode vlekken in haar nek had geworpen, draaide ze zich kordaat in de richting van de man in het ouderwetse pak en zei toen op een kordate toon: Zeg luister, je bent toch niet zo’n oud vies mannetje die jonge vrouwen lastig valt hè, want dan haal ik de kelner erbij oude viezerik dat je er bent’.

De vrouw met de laptop schrok van haar vriendin die inmiddels was gaan zitten en haar een knipoog van verstandhouding had gegeven, maar net toen ze wilde zeggen dat die meneer haar niet lastig viel, zag ze dat de man nu aan het schrijven was en toen hij zijn zin had afgeschreven, tevreden in de richting van haar vriendin keek en met een vriendelijk stem zei:
‘Dank U wel mevrouw, dat was een uitstekende zin. Daar kan ik waarschijnlijk wel wat mee.’ Toen stond hij op en terwijl hij vriendelijk lachend zijn hand opstak en afscheid van hen nam stak hij met de blocnote onder zijn arm geklemd de straat over en liep het plein op de, twee vrouwen in opperste verwarring achterlatend.

Ze keken toe hoe de duiven opvlogen toen hij in hun richting liep, en keken elkaar verbijsterd aan. Toen was hij het plein over gestoken en de hoek omgeslagen en uit het zicht verdwenen.
En terwijl de vrouw met de laptop haar laptop in haar schoudertas propte en haar vriendin schouderophalend de kelner wenkte om een bestelling te kunnen plaatsen dacht ze nog even aan die vreemde oude man met zijn ouderwetse maatpak , zijn glanzende zwarte schoenen en zijn pen en zijn blocnote en ze vermoedde dat haar moeder hem vast gedistingeerd zou hebben gevonden en charmant. Maar zij was haar moeder niet. Zij was niet haar moeder.

Pieter Noordenbos

Geen opmerkingen:

Een reactie posten