Marcouch kan zelf bijdragen aan het wegnemen van de angst

Zoek de fans van Wilders op. Islamitische organisaties moeten in debat met de achterban van Wilders en duidelijk maken dat ze Nederland niet willen islamiseren. Dat is de korte samenvatting van een artikel in De Volkskrant (30 mei) van Ahmed Marcouch, stadsdeelvoorzitter in Amsterdam-Slotervaart, en Taoufik ben Yahia, medewerker van het hoofdstedelijke jongerencentrum Argan.

Marcouch en Ben Yahia vinden de juridische acties tegen PVV-leider Geert Wilders een zwaktebod. “Terwijl velen de Pyrrhusoverwinning vieren, kan Wilders zich opwerpen als martelaar van het vrije woord, al was het maar met de bewering dat de rechterlijke macht een knieval heeft gemaakt voor de islam. De islamitische organisaties moeten ernstig bij zichzelf te rade gaan en zich hardop afvragen of zij de juiste koers varen. Wij vinden dat islamitische organisaties hun houding tegenover Wilders moeten veranderen. Wij moeten contact zoeken met de aanhangers van Wilders, hoe moeilijk dat ook is.”

De twee auteurs stellen verder dat Wilders verwoordt wat veel Nederlanders denken en ervaren. “Wij moeten onder ogen zien dat er wel degelijk veel angst is in Nederland over de islam.” Marcouch en Ben Yahia zijn daarom niet blij met het triomfantalisme dat onlangs viel waar te nemen tijdens een islamcongres in Amsterdam.

“Voorspellingen van islamitische gastsprekers uit New York en Jamaica over de superioriteit van het islamitisch recht, die het recente Nationale Islam Congres overschaduwden, klinken ons niet erg geruststellend in de oren. De islamitische organisaties doen er goed aan om tegenover dergelijke fantasieën de Nederlandse werkelijkheid te stellen. De werkelijkheid is namelijk precies omgekeerd: de Nederlander verislamiseert niet, de moslim vernederlandst. Die realiteit, dát is de boodschap tegen de angst.”

De PvdA-politicus en de jongerenwerker roepen de islamitische organisaties om dit duidelijk te maken en daarnaast stelling te nemen tegen eerwraak, gedwongen huwelijken en andere wantoestanden binnen de moslimgemeenschap. “Het betekent dat de islamitische gemeenschap duidelijk aan de achterban van Wilders moet laten zien dat ook Nederlandse moslims pal staan voor de vrijheid van meningsuiting en voor de pluriformiteit die de Nederlandse samenleving door de eeuwen heen verworven heeft. En het betekent bovendien dat moslims laten zien dat zij vierkant achter de Grondwet staan en zich scharen achter de tradities die Nederland groot hebben gemaakt.”

Marcouch en Ben Yahia sluiten hun betoog af met een oproep: “Maak duidelijk dat u Nederland niet wilt islamiseren. Begin met het uit te spreken. Wat er dan gebeurt, is dat de rest van Nederland ziet dat het land er bondgenoten bij heeft gekregen in de strijd tegen extremisme en andere vormen van geweld en partners bij de inzet vóór vrijheid, geluk en rechtvaardigheid. Aan de slag, er valt nog een hoop te winnen!”

Op het eerste gezicht valt er weinig af te dingen op het verstandige betoog van Marcouch en zijn jonge medestander. Of het moet zijn dat de angst voor islamisering en de bezorgdheid over de vrijheid van meningsuiting niet alleen leven onder de aanhang van Wilders. Deze thema’s worden ook aangeroerd door liberale en links-seculiere columnisten en opiniemakers als Paul Cliteur, Afshin Ellian, Amanda Kluveld, Max Pam, Theodor Holman, Elma Drayer, Sylvain Ephimenco, Syp Wynia, Nausicaa Marbe en Eddy Terstall, om een kleine greep te doen uit de vele islamcritici die niet tot het kamp van Wilders behoren en een grote lezersschare hebben.

Over de aangekondigde bouw van een moskee in Slotervaart door de Federatie van Islamitische Organisaties in Nederland (FION), de Nederlandse onderafdeling van de Moslimbroederschap, zijn niet alleen Kamervragen gesteld door de PVV, maar ook door de VVD en de SP. In de hoofdstedelijke gemeenteraad is de kwestie aangekaart door de SP. In zijn eigen Slotervaart zijn het de VVD, de lokale partij SLT en drie afgescheiden PvdA’ers Jan Engel, Clyde Moerlie en Pieter Beste die vrezen voor islamisering.

Ernstiger is dat Marcouch niet in de gaten heeft dat hij zelf een medeveroorzaker is van de angst voor islamisering. Bijvoorbeeld door te pleiten voor koranlessen in het openbaar basisonderwijs. Juist het feit dat een invloedrijk PvdA-politicus dit voorstel doet, en daarvoor zelfs de steun krijgt van de partijleiding, maakt dat mensen zich bezorgd maken.

Maak duidelijk dat u Nederland niet wilt islamiseren, zegt Marcouch. Voeg de daad bij het woord, zou ik zeggen.

Trek het plan in voor koranlessen op de openbare school. Stop met pleidooien voor het toelaten van hoofddoeken bij de politie, en draag daarmee bij aan het handhaven van de neutraliteit van de overheid. Zeg duidelijk dat dienaren van de overheid zich moeten houden aan elementaire gedragsregels, en niet mogen weigeren om vrouwen de hand te schudden. Roep Allah niet aan bij het sluiten van een burgerlijk huwelijk in de gemeentelijke trouwzaal van het stadsdeel Slotervaart. Zeg niet dat de boerka bespreekbaar moet zijn in het openbaar onderwijs, zoals in een interview ('Meer religie op openbare school') met Het Parool (7 juni 2008).

Verwelkom niet de Nederlandse Moslimbroeders van de FION als bouwers van een moskee in Slotervaart. Verkondig niet dat de vooraanstaande Moslimbroeder Yusuf al-Qaradawi ‘een gerespecteerde autoriteit’ is. Beweer niet dat deze antisemitische haatprediker van belang is voor de integratie van Europese moslims. Wie al-Qaradawi niet meer blindelings volgt, en afstand neemt van zijn haatpreken, kan immers niet met droge ogen volhouden dat de man belangrijk is voor de integratie.

Stop met de uitvoering van Job Cohens omstreden notitie Scheiding Kerk en Staat, die het subsidiëren van religieuze organisaties langs de achterdeur mogelijk maakt. Besef dat proefballonnetjes over een nieuw groot stadsdeel met een ‘bloeiende moslimgemeenschap’ bijdragen aan de angst voor islamisering, ook al is de benaming ‘een islamitisch kalifaat in Amsterdam-West nogal over the top.

Sjeik Khalid Yasin, de door Marouch en Ben Yahia bekritiseerde Amerikaanse gastspreker, verkondigde tijdens het islamcongres dat de islam de overhand zal krijgen. Volgens Yasin is het de bedoeling dat de islam de wereld bestuurt. De Amerikaan was ook voor dit congres al zeer omstreden. Zeg er dus wat van als diezelfde sjeik Yasin tot twee keer toe opduikt om te preken in de Poldermoskee in Slotervaart. Die was toch opgericht om radicalisering onder jongeren tegen te gaan? En toch niet om deze jongeren te laten radicaliseren door salafisten als Yasin?

‘Zoek de fans van Wilders op’, luidt de kop boven het artikel in De Volkskrant. Marcouch kan zelf het goede voorbeeld geven door de oppositie in zijn eigen stadsdeel niet meer te negeren. Door in te gaan op hun zorgen en vragen. Daarmee kan hij ook voorkomen dat hij weer een motie van wantrouwen aan zijn broek krijgt. Zoals nog in februari gebeurde, toen hij tijdens een raadsdebat weigerde in te gaan op oppositievragen over de mogelijke subsidiëring van salafistische organisaties en daarover onduidelijkheid liet bestaan bij de buitenwacht.

Ahmed Marcouch is een veelzijdig politicus met vaak goede ideeën over emancipatie van homo’s of de aanpak van criminele jongeren. Hij beseft echter niet dat hij zelf een onderdeel is van het angstcomplex voor islamisering. Wat te doen? Ik zou zeggen: volg mijn suggesties op. Aan de slag, er valt nog een hoop te winnen!

Carel Brendel

Aankondiging lezing "Vrijheid van leven; Vrijheid van sterven"


Op zaterdag 13 juni, om 14.00 uur, in Theater De Vest, Canadaplein 2, 1811 KE te Alkmaar onderstaande Lezing met Discussie:

Lezing: Dr. Anton van Hooff over: "Vrijheid van leven; Vrijheid van sterven"


Context
Binnenkort staat de Stichting Vrijwillig Leven en haar voorzitter Gerard Schellekens voor de Almelose rechter omdat hij hulp zou hebben geboden bij de zelfdoding van een 80-jarige vrouw die uitdrukkelijk de doodswens had uitgesproken.

Hulp bij zelfdoding strafbaar - niet passend in deze tijd

Waarom mag men niet tenzij men arts is - onzelfzuchtig - assistentie verlenen als iemand weloverwogen op waardige wijze het leven wil beëindigen? Het artikel 294, lid 2 van het Wetboek van Strafrecht stelt dat zulke hulp strafbaar is. Anton van Hooff zal betogen dat dit artikel eigenlijk niet past in onze wetgeving, die verder de geest van de Verlichting ademt, en (gepoogde) zelfmoord niet strafbaar stelt.

Zelfmoord een hatelijk, christelijk begrip?
Een duik in de oude geschiedenis maakt duidelijk hoe christelijk de idee van zelfmoord is: een einde aan het eigen leven maken was zondigen tegen het gebod 'Gij zult niet doden'. Het hatelijke woord en het concept waren Grieken en Romeinen vreemd. Grieken en Romeinen spraken van 'gewilde dood', mors voluntaria. Artsen en anderen konden zonder probleem worden ingehuurd als uitvoerders van de wil van degenen die besloten had het leven te beëindigen. Dit antieke model, dat uitgaat van het zelfbeschikkingsrecht van het individu, is actueel in de voortgaande discussie over de vrijheid van sterven.

Klassiek historicus dr. Anton J.L. van Hooff was dertig jaar lang universitair hoofddocent klassieke geschiedenis aan de Universiteit Nijmegen. Hij heeft vele malen de betekenis van de antieke benadering voor onze tijd in columns en krantenartikelen gedemonstreerd. Momenteel is dr van Hooff voorzitter van Vereniging de Vrije Gedachte.

Discussie:
Het betreft hier een controversieel onderwerp. Daarom krijgt U geheel en al in Vrijdenkers-traditie na de lezing gelegenheid uw mening te geven en te discussiëren met anderen, die het met U eens zijn....of niet !

Frans van Dongen
Vereniging de Vrije Gedachte
Atheïstische Beweging

Voor VN-lezers blijft Yusuf al-Qaradawi een toffe peer

Vn_3


Natuurlijk heeft iedereen gelezen dat journaliste Hassnae Bouazza haar merkwaardige mening over de islamitische geleerde Yusuf al-Qaradawi heeft herzien na het bekijken van een haatpreek van deze vooraanstaande Moslimbroeder.

Helaas waren er ook domkoppen, die haar column in Vrij Nederland (21 april) bekritiseerden zonder eerst een bezoekje te brengen aan de website Frontaal Naakt. Daardoor was hen ontgaan dat Bouazza na het bekijken van een clip van de tv-zender Al-Jazeera tot geheel andere inzichten was gekomen, zoals stond vermeld stond in een lange discussie over haar VN-column.


Hebben de abonnees van Vrij Nederland inmiddels ook kennis genomen van de nieHassnae_2uwe inzichten van Bouazza? Te vrezen valt dat de meeste VN-lezers nog steeds in de waan verkeren dat die al-Qaradawi een toffe peer is, een voorstander van de dialoog, vol begrip voor Joden. Om die reden heeft abonnee Henk van Lubeck op 13 mei de volgende ingezonden brief geschreven, die (nog) niet is geplaatst door het weekblad. Met zijn toestemming plaats ik de brief hier.

Lang leve de gematigde islam!

In de rubriek ‘Arabische media’ (VN 18-4-2009) brak de columniste Hassnae Bouazza een lans voor de in haar ogen gematigde Egyptische geestelijke al Qaradawi. De man predikte volgens haar zelfs ‘begrip voor Joden’. Raadselachtig, want een minuutje surfen op het internet levert de meest gruwelijke uitspraken van deze gematigde geestelijke (zie voor uitgebreide citaten de onvolprezen website: home.hetnet.nl/~c.brendel). Zo bestaat zijn begrip voor Joden uit de wens om in zijn laatste dagen, eventueel in een rolstoel, naar het land van de Jihad (Israël dus) te gaan om zoveel mogelijk Joden te vermoorden.

Inmiddels heeft mevrouw Bouazza enig gas teruggenomen. Dit gebeurde overigens op een perifere website die nog niet een fractie van het aantal lezers van VN vertegenwoordigt. Niet in VN zelf dus, in VN van 16 mei* wordt de lezer door een onverstoorbare mevrouw Bouazza vrolijk onthaald op (oh lala!) allerlei erotische ontboezemingen uit de Arabische wereld. De betreffende mevrouw is waarschijnlijk weinig kwalijk te nemen, van een voormalig verzetsblad zou je meer mogen verwachten, toch?

Amsterdam, Henk van Lubeck

*Dit nummer van VN was gedateerd op 16 mei, maar verscheen op 13 mei 2009.

Carel Brendel

Het Marathoninterview - Karel van het Reve

Uit het Marathonarchief van de VPRO is onlangs het vijf uur durende radio-interview van Martin van Amerongen met Karel van het Reve uit 1986 (vrijdag 15 augustus, radio 1) boven water gekomen. Daar mogen we de VPRO zeer dankbaar voor zijn.

Vijf uur praten de heren over: Jan Blokker, Van het Reves pensionering, over het bizarre verschijnsel godsdienst (Onze Lieve Heer als schurk, het Oude Testament, het slecht geschreven Tweede Testament), Freud, het communisme en het 'linkse milieu', de 'totalitaire pest', 'geloofsafval', de Vrije Katheder, De Waarheid en het over het hoofd zien van verkrachtingen door Russische soldaten na de oorlog, over Jacques de Kadt, het uitsterven van pro-Sovjet-schrijvers (en de enkele bizarre figuren die er nog zijn komen nergens aan de bak: Klinkenberg, Oltmans [1986]), over Paul de Groot, fellow travellers, gestaalde kaders, Van het Reves voorkeur voor een VVD-PvdA-alliantie, 'socialisme is romantiek', 'de met fascistoïde drek overgoten gebroeders Van het Reve', over Hugo Brandt Corstius' vergelijkingen, Andrej Amalrik, over hoe moeilijk het is om iets in de krant te krijgen wat er nog niet eerder in heeft gestaan, over Andrej Sacharov, over hoe barbaarser en primitiever een maatschappij des te 'anti-homosexueler'..., over de schone kunsten, 'kunst is elitair maar iedereen doet wel aan kunst', over de universiteit, over wat Van het Reve fascineert aan natuurfilms en over wat Van het Reve allemaal nog meer wil weten en wat niet.

Elk uur wordt ingeleid door de onvolprezen Cor Galis. Luistert U hier naar het eerste uur, het tweede uur, het derde uur, . het vierde uur en het laatste uur. Of via deze link.

"Meneer Sybrand van Haersma Buma....

Allah_02
Update! Vrijheid van Meningsuiting hier


‘CDA-Tweede Kamerlid Sybrand van Haersma Buma vreest dat als de Vrijheid van Meningsuiting al te ruim wordt uitgelegd, Nederland straks ook moeilijker kan optreden tegen radicale imams.’ Alstublieft, Sybrand van Haersma Buma overtreft zichzelf. Hij is nu by far de grootste leugenaar in Den Haag

Nooit, maar dan ook nooit is er in Nederland opgetreden tegen een radicale imam. Artikel zes (6) van de Grondwet (Vrijheid van Godsdienst) beschermt godsdienstwaanzinnigen namelijk uitzonderlijk goed.

Types als Haersma Buma, Hirsch Ballin, Donner & Balkenende - allemaal CDA, dat spreekt - vinden Godsdienst belangrijker dan Vrijheid - zoveel is zeker. Oppassen dus. Scheld God, Allah dan wel een plaatsvervanger op aarde, nooit uit voor ‘flapdrol’. Voor je het weet, staat er Religieuze Politie (RP) bij u op de stoep.

Stef P. Spikkel
Visionair

Strategisch denken

Wederom actueel (ook voor Sabra Dahhan).

Zou u 340.000 euro per maand willen verdienen? Ik wel. Dolgraag. Als ik dat kan verdienen door eerlijk vakwerk te verrichten, wat is daar dan mis mee? Daar hoef ik me toch niet voor te schamen? Ja, maar wat moet je met al dat geld?, werpt u tegen. Dat kun je toch nooit opmaken? Dan ben je een geldwolf! Wat een hebzucht! Wat een graaicultuur!

Nee, ik kan dat nooit opmaken, maar dat hoeft toch ook niet? Ik kan toch royaal uitdelen? Het lijkt me fantastisch een weldoener te zijn. En vergeet niet dat ik er keihard voor werk, al kan ik niet zo snel bedenken welk werk mij zoveel geld zou kunnen opleveren.

Ik vernam dat er in Amerika een plastische chirurg is die inderdaad zo veel geld per maand verdient door in meisjeslichamen te snijden en zo hun diepe maar nog niet zo lang gekoesterde wens in vervulling laat gaan. Grotere of kleinere borsten, en inmiddels geldt hetzelfde voor de schaamlippen. Ik kan me daar alleen niets bij voorstellen. Maar, schreef Gerard Reve niet: wat niet kan is nog nooit gebeurd?

Het is de vooruitgang zullen we maar zeggen. Maar nu zegt u: er mankeert helemaal niets aan die meisjeslichamen, die zijn puntgaaf! Dat wil ik wel geloven, en mijn gedachten gaan direct uit naar de jongensbaby'tjes die in bepaalde, zich in aantal snel uitbreidende religieuze gezinnen worden geboren en die nog niet kunnen praten of wensen maar in wie ongevraagd en onherstelbaar gesneden wordt. Ze zijn puntgaaf maar het mes gaat er op verzoek van de ouders zo snel mogelijk in. Voor die talloze ouders worden door de overheid gesubsidieerde besnijdingsklinieken uit de grond gestampt in Nederland. (Welke VPRO-documentaire-maker (m/v) gaat daar eens mee aan de slag?)

Maar heeft u zich weleens afgevraagd waar die meisjes het geld vandaan halen om hun 'tweede-lip'-verkleining mee te betalen? Precies. Het zijn stinkrijke meisjes van nóg rijkere ouders die een merkwaardige opvoeding achter de rug hebben als u het mij vraagt. Verwende nesten zijn het en ik heb helemaal geen medelijden met hen. Bovendien ken ik geen enkel meisje in mijn Nederlandse omgeving dat een dergelijke operatie heeft ondergaan of wil ondergaan. Overdrijven is ook een vak.

De VPRO-documentaire waarin dit een kleine twee jaar geleden allemaal te zien was, heb ik bewust genegeerd. En weet u waarom? Heel eenvoudig. Ik zie het als één grote afleidingsmanoeuvre, de zoveelste, van de echte problemen waarmee vrouwen te maken hebben en krijgen, en ík overdrijf niet. Je moet bijzonder grote oogkleppen op hebben om niet in de gaten te hebben dat de herintroducering van de achterstelling van de vrouw gaande is. Van alle kanten wordt die achterstelling gestimuleerd en gesteund, ze wordt als iets geweldigs voorgesteld, niet in het minst door een groeiend aantal vrouwen zelf, wellicht omdat zelf gekozen vrijheid moeilijker en enger voor hen is dan de vertrouwde onderdrukking (van de eigen cultuur/groep). En verder krijgt de hernieuwde achterstelling volop steun van (ex-)feministen, cultuurrelativisten, multiculturalisten, religieuze voorgangers in binnen- en buitenland, geheel links Nederland maar vlak rechts niet uit, en types, mannen meestal, die zeggen met die ongelijkheid niet zo veel problemen te hebben of het wel geil vinden.

En dan zou ik me druk moeten maken om een lachwekkende uitwas die in Amerika furore maakt en die misschien naar Nederland kan overwaaien? Laat maar lekker overwaaien, zou ik zeggen. 'Mijn dochter' zou zich echt niet gek laten maken. Bovendien zou ze een keuze hebben. En anders ben ik er nog. Voorlopig heb ik liever uitzicht op een “walgelijk grote” bikini-reclame waaraan de fijntjes geretoucheerde dame hopelijk heel veel geld heeft verdiend. En terecht! (Gesubsidieerd graaien, da's pas erg!) Volgende maand misschien een bloedmooie man in gouden badslip? Dit is nog eens progressie want vroeger kon men zo'n prachtige, scherpe, in full colour drukkunst op groot formaat helemaal niet maken! Het is toch de vooruitgang en de onthulling waar ik voor ga, met al z'n uitwassen. Laat er ondertussen maar een gesubsidieerde VPRO-medewerker opstaan die over de voortschrijdende achteruitgang in Nederland een documentaire maakt. Graag, en als het kan een beetje snel!

Annelies van der Veer

[Deze tekst verscheen (enigszins ingekort) in de Moordkuilrubriek van het juni-nummer 2007 van OPZIJ.]

Ahmed Jan

Willem_de_zwijger

Minister van Justitie Hirsch Ballin heeft er in Marokko bij de autoriteiten voor gepleit dat Marokkaanse-Nederlanders een dubbele voornaam kunnen kiezen. Ahmed Jan. Aïsha Femke.

"Op deze manier kunnen Marokkaanse Nederlanders uiting geven aan hun verbondenheid met Nederland, meent de minister. Op het voorstel van de bewindsman, die momenteel een bezoek aan het Noord-Afrikaanse land brengt, is niet op voorhand afwijzend gereageerd, laat zijn woordvoerder weten. Marokko begrijpt dat dit in het belang kan zijn van de integratie."

Een Nederlandse minister reist naar een ver land af om te vragen of in Nederland geboren kinderen die de Nederlandse nationaliteit krijgen astublieft, als tweede, een Nederlandse naam zouden mogen aannemen.

Kan iemand zich een Amerikaanse minister van Justitie voorstellen die naar, zeg, Warschau afreist om beleefd te vragen of in Amerika geboren nazaten van die talloze Polish-Americans wellicht Jaroslaw Richard genoemd mogen worden?

Willem de Zwijger

Even voorstellen: ex-Guantanamo-gedetineerden die opnieuw actief zijn als terrorist

Guantanamobay_2

Het Pentagon heeft namen bekend gemaakt van vrijgelaten Guatanamo-gevangenen die opnieuw actief zijn geworden in islamitisch terroristische groepen. Van 15 staan de hernieuwde terroristische activiteiten vast, 14 worden er sterk van verdacht. Het bewijsmateriaal bestaat uit o.a. vingerafdrukken, DNA materiaal en foto’s. De terroristische activiteiten vonden plaats in Irak, Pakistan, Afghanistan, Marokko, Saoedi-Arabie, Turkije en Rusland.


Op de lijst staan o.a.:
De Saoedi’s Al-Azdi al-Shihri en Al-Alawi al-Awfi die afgelopen januari in een video-boodschap lieten weten Al-Qaida leiders te zijn op het Arabische schiereiland.

Mohammed Ismail keerde in 2004 terug naar Aghanistan. In een interview verklaarde hij: ‘ze gaven me een goede tijd op Cuba. Ze waren erg aardig voor me en gaven me Engelse les’. Vier maanden later werd hij opgepakt op verdenking van een aanslag op tegen VS soldaten in de buurt van Kandahar. Hij bevestigde later dat hij lid was van de Taliban.

Mohammed Alim Shah, ook bekend als Abdullah Mahsud keerde in 2004 terug naar Afghanistan en blies zichzelf in 2007 op om arrestatie door Pakistaanse strijdkrachten te voorkomen. Hij zou in april 2007 een zelfmoordaanslag in Pakistan hebben aangestuurd, waarbij 31 mensen om het leven kwamen. Hij gaf diverse interviews na zijn vrijlating. Hij zou ook een aanslag hebben gepleegd op een hotel in Islamabad en verantwoordleijk zijn voor de ontvoering van twee Chinese ingenieurs.

Ali Al-Ajmi keerde in 2005 terug naar Koeweit. In april 2008 pleegde hij een zelfmoordaanslag in Mosul waarbij diverse Iraakse burgers om het leven kwamen.

Ibrahim Bin Shakaran en Mohammed Bin Ahmad Mizouz keerden in juli 2004 terug naar Marokko en werkten daar mee aan het organiseren van een Al-Qaida cel. De cel werd in 2005 opgerold door de Marokkaanse autoriteiten. Van Bin Shakaran staat vast dat hij diverse jihadi’s heeft gerecruteerd. Hij is inmiddels veroordeeld tot tien jaar gevangenis en Mizouz tot twee jaar.

Ibrahim Shari Sen keerde in 2003 terug naar Turkije. In 2008 werd hij gearresteerd in het Turkse Van, omdat hij leider was van de plaatselijke Al-Qaida-groep. Hij wierf nieuwe recruten en zorgde voor illegale wapens.

Ravil Shafeyavich Gumarov en Timor Ravilich Ishmurat keerden in 2004 terug naar Rusland. Ze werden gearresteerd vanwege hun deelname aan het bombarderen van een gasleiding en werden veroordeeld tot 13 resp. 11 jaar gevangenis.

Mullah Shazada keerde in 2003 terug naar Afghanistan en werd snel daarna opnieuw Talibancommandant in Zuid-Afghanistan. Hij organiseerde een gevangenis-uitbraak in Kandahar en dwong de grensstad Spin Boldak tot overgave. Hij werd in 2004 gedood bij gevechten met VS soldaten.

Abdullah Majid al-Naimi keerde in 2005 terug naar Bahrein. Hij was betrokken bij het ondersteunen van Al-Qaida-activiteiten.

Zahir Shah werd in 2007 vrijgelaten en werkt nu mee aan de training van terroristen in Afghanistan.

Webmaster Nieuw Religieus Peil (NRP)

Reuters, 26 mei 2009

ABC News: Guantanamo Recidivism List, 7 april 2009, gepubliceerd op 26 mei 2009 (pdf)

[Lees hierbij ook: Guantanamo Bay: wie zitten er? En hoe nu verder?]

De niet-opstand der niet-gematigden

Janny Groen en Annieke Kranenberg hebben lang geworsteld met de titel van hun jongste boek. Na een lange discussie werd het Opstand der gematigden. Maar, zo erkenden de twee journalistes van De Volkskrant afgelopen vrijdag (22 mei) tijdens een debat in Utrecht, de titel dekt niet helemaal de lading.

Van een georganiseerde, samenhangende en openlijke ‘opstand van gematigde moslims’ tegen de islamitische orthodoxie is geen sprake. Daarnaast blijken veel groepen en individuen binnen de Nederlandse islam bij nader onderzoek helemaal niet zo gematigd.

Ondanks de verkeerde titel is Opstand der gematigden. De groeiende weerbaarheid van Nederlandse moslims een interessant en informatief boek. De naar schatting 850.000 poldermoslims vormen geen éénvormig orthodox blok. Onder de oppervlakte zijn er allerhande initiatieven en ontwikkelingen gaande. Een aantal van deze trends zijn door Groen en Kranenberg, twee zeer goed in de Nederlandse moslimwereld ingevoerde onderzoeksjournalisten, bekwaam op een rij gezet.

Tegen de verdrukking in maken kleine groepjes moslims zich los van de orthodoxie. Ze trotseren de dreigementen van fanatieke gelovigen en onttrekken zich aan de gigantische sociale druk van hun eigen milieu. Die sociale druk is geen verzinsel van de islambashers. Dat het comité van ex-moslims niet van de grond kwam, ligt beslist niet alleen aan de eigenzinnigheid en onervarenheid van oprichter Ehsan Jami en diens ‘flirt’ met PVV-leider Geert Wilders. Groen en Kranenberg beschrijven hoe de mogelijke medestanders van Jami een voor een afhaakten onder druk van hun familie en omgeving.

Loodzwaar is ook de sociale druk op individuen, die een eigen leefstijl kiezen of zich willen onttrekken aan de door hun ouders opgelegde partnerkeuze. Hartverscheurend is bijvoorbeeld het relaas van Namira Abdoel, die als een soort slavin en gevangene werd behandeld door haar Britse moslimechtgenoot, aan allerlei vernederingen blootstond, en pas na een lange strijd het geluk wist te vinden met een aardige vriend. Deze wordt echter door haar familie afgekeurd omdat hij geen goede moslim zou zijn. Vrouwen als Namira schreeuwen hun verzet niet van de daken, maar plaveien in stilte de weg voor een volgende generatie mondige en geëmancipeerde vrouwen.

Tijdens hun rondgang door islamitisch Nederland doen Groen en Kranenberg meer ontdekkingen. Ze duiken in de wereld van de rappers en muzikanten. Ze hebben de reacties op de Wilders-film Fitna op de voet gevolgd en proberen een verklaring te vinden voor het uitblijven van de verwachte volkswoede. We kijken rond in de wereld van de ‘geëmancipeerde’ moslima’s. We maken kennis met de ‘Berberse voorhoede’, die zich zowel tegen het nationalistische Marokkaanse bewind als tegen het fundamentalisme verzet.

Het gist en borrelt op de meest uiteenlopende terreinen. Daar ligt gelijk het probleem voor de twee auteurs. De ‘tegenbeweging’ is zo divers dat ze niet onder één gemeenschappelijke noemer valt te brengen. Voor Groen en Kranenberg is het al voldoende dat de betrokkenen zich verzetten tegen de extreme orthodoxie van de salafisten. Iedereen die het oneens is met de Haagse imam sjeik Fawaz Jneid wordt door de twee journalistes beloond met het stempel ‘gematigd’.

‘Niet gelukkig gekozen’, noemt ook Ahmed Marcouch de term ‘opstand der gematigden’. De voorzitter van het stadsdeel Slotervaart krijgt terecht een belangrijke plaats in het boek, al was het alleen maar vanwege zijn opvallende debat met Fawaz Jneid, die de PvdA-politicus voor ‘huichelaar’ uitmaakte. Deze fatwa had opmerkelijke gevolgen. Voor het eerst durfden Marokkanen in Nederland zich openlijk en duidelijk tegen een imam uit te spreken. Met alle bezwaren die ik tegen hem heb, blijft Marcouch onmiskenbaar de boeiendste persoonlijkheid in deze sector.

Het gevolg van de onduidelijke definitie van ‘gematigd’ is dat allerlei figuren, die in mijn ogen helemaal niet ‘gematigd’ zijn, een plekje hebben gekregen. We komen de haatrappers Appa en Salah Edin tegen, die - hoe gematigd! - niet Bin Laden maar Bush de schuld geven van de aanslagen van 11 september. Maar ook Yahia Bouyafa, voorzitter van de FION, de Nederlandse onderafdeling van de Europese tak van de Moslimbroederschap. Mohamed Rabbae, uitvinder van het begrip ‘islamracisme’ en al vele jaren bestrijder van het vrije woord, vindt een plaatsje naast de spraakmakende advocate Famile Arslan, voorvechtster van de hoofddoek in het overheidsdomein.

Groen en Kranenberg zijn op een gegeven moment verbaasd dat zelfs de fanatieke salafist Fawaz Jneid zich gematigd heeft opgesteld tegenover Fitna. Maar dat laatste hoeft niet zo verbazingwekkend te zijn als je weet dat zowel de zeer orthodoxe salafisten als de iets minder orthodoxe Moslimbroeders het gewelddadige extremisme in Europa om tactische redenen hebben afgezworen, omdat dit geweld afbreuk doet aan hun missioneringsdrang. Bij kwesties als het uitvergroten van de zogenaamde islamofobie, de promotie van de hoofddoek in het publieke domein en de invoering van koranonderwijs overlappen de agenda’s van de orthodoxen en de ‘gematigden’ zoals Marcouch en Arslan elkaar regelmatig. Helaas lees ik daarover niets in De opstand der gematigden.

Hoe moeilijk het is de gematigdheid onder één noemer te brengen blijkt wel in het hoofdstuk over de muziek. We lezen over de Noorse popartieste Deeyah, die permanent wordt bedreigd door fundamentalistische moslims. Ze is te bloot en haar teksten zijn te kritisch. Dus wordt ze uitgemaakt voor een hoer en bevuilster van de islam, die het verdiend om verkracht of vermoord te worden.

Enkele bladzijden verder komen we ‘gematigde’ musici van een heel ander kaliber tegen. De Britse hiphopband Mecca2Medina rapt inderdaad tegen zelfmoordaanslagen en leert ons dat islam vrede is. Ze laten zich inspireren door de profeet Mohammed. Net als Pearls of Islam dat het publiek in beweging brengt door ‘Allahu akbar’ te scanderen. Het is onnodig om te zeggen dat deze islamitische ‘positivo’s’ niet worden bedreigd en beledigd. Zij hoeven niet onder te duiken of op straat over hun schouders te kijken.

Niet-opstand der niet-gematigden zou een passender titel zijn geweest. Maar dat doet niets af aan de verdiensten van dit boek. Het is een goede zaak dat Groen en Kranenberg een aantal interessante trends in kaart hebben gebracht. Het is in de Nederlandse islam niet alleen salafisme wat de klok slaat, en alleen dat feit al stemt tot grote vreugde.

Minder vreugdevol was de wat chaotische discussiebijeenkomst in Utrecht, waar de twee journalistes hun boek mochten inleiden. Zelf maakte ik het enkele weken geleden ook al mee tijdens een debat in Amsterdam-West. Binnen de kortste keren lopen dit soort discussies uit op een klaagzang over Geert Wilders, die ‘alles mag zeggen’ terwijl de arme zielige moslims ‘niets mogen zeggen’. Het zelfbeklag werd aangemoedigd door inleider Paul Scheffer, die het ‘seculiere fundamentalisme’ van Wilders op één lijn stelde met het ‘orthodoxe fundamentalisme’ van de salafisten. Wanneer komen de ‘gematigden’ eens in opstand tegen die verlammende verongelijktheid?

Aanvulling: De PvdA-politici Nora Kasrioui en Mohamed Mohandis, die in een vorig weblog werden genoemd naar aanleiding van een artikel van Marcel Duyvestijn, komen niet voor in het boek van Groen en Kranenberg.

Janny Groen en Annieke Kranenberg: Opstand der gematigden, Uitgeverij Meulenhoff, 192 blz.,€ 15.

Carel Brendel

Carel Brendel is auteur van Het verraad van links (Uitg. Aspekt)

'Wij joden moeten zelf de norm bepalen'

spiegel







'Wij joden moeten zelf de norm bepalen'

Fundamentalistische joden zijn geen gevaar voor de Nederlandse samenleving, maar juist de toekomst: ze willen meedingen naar de topposities op de arbeidsmarkt, zegt de in Israel geboren artiest David X. "Zonder concessies te doen aan hun joodse identiteit"

(...)

David X. is in een goed humeur, maar zucht als de ophef over zijn recente debuutoptreden als stand-up-comedian ter sprake komt. PvdA-minister Eberhard van der Laan (Integratie) noemde het 'ontoelaatbaar' dat een Rotterdams theater op David X.' verzoek plaatsen reserveerde voor jodinnen die niet naast een man wilden zitten. David X: 'Schandalig. Ik houd toch mijn eigen broek op, zoals de PvdA zo graag wil? Dus wat is het probleem?' Op de tegenwerping dat hij onderscheid maakt tussen mensen op basis van hun geslacht, terwijl mannen en vrouwen in Nederland gelijkwaardig zijn, ontploft David X. bijkans. 'En als er nu vraag is naar de mogelijkheid om apart te zitten?' Die behoefte bleek mee te vallen moet hij bekennen.

(...)

Voor David X. zijn taboes er niet om te slechten. Joden moeten niet voortdurend zoeken naar een compromis met seculier Nederland. David X. "Mijn oplosssing is dat wij, joden, straks zo goed zijn opgeleid dat niemand om ons heen kan. Dat wij zelf de norm bepalen. Dat je in plaats van de acteur die de zoenscène moet doen, de regisseur bent die bepaalt of die scène er wel in moet.' Daarvoor is het nodig dat er een Israelische kopgroep komt van hoogopgeleide mensen die de besten zijn in hun vak, denkt hij. "Dat is een moeilijk proces. We moeten gaan regeren in plaats van reageren. In Engeland kun je al op grote schaal joods bankieren. Dat moeten we hier ook gaan doen. Hetzelfde geldt voor goede kosher restaurants. Iedereen moet daar naartoe willen omdat ze er het lekkerste eten hebben zodat de afwezigheid van drank geen reden is om niet te gaan.' Grootste moeilijkheid bij het vormen van een kopgroep is de noodzakelijke mentaliteitsverandering, meent David X. 'Het gevoel van slachtofferschap moet helemaal weg. Joden moeten denken: blijkbaar werkt het zo in dit land dat wij ons moeten aanpassen aan de Nederlandse regels. Hoe kan ik daarbinnen als jood, toch het maximale bereiken?' Hoewel zijn boodschap er een is van hoop en ambitie, verraadt zijn gezicht nog altijd boosheid. 'Nou, ik was een tijd heel boos op Nederland en op de politiek. nu niet meer. Ik weet nu dat we het zelf moeten doen, op eigen kracht.' Want vertrouwen in de politiek heeft hij niet meer. Stemmen doet hij niet meer. Of op D66. David X.: 'Misschien ga ik zelf ooit nog wel de politiek in. Dat zou heel verfrissend kunnen werken.' Is hij al gepolst? Lachend: 'Nee, mensen benaderen mij niet zo snel.'


Inspiratie: Intermediair, 22.5.2009


Forse stijging antisemitisme

'Wij moslims moeten zelf de norm bepalen'

Fundamentalistische moslims zijn geen gevaar voor de Nederlandse samenleving, maar juist de toekomst: ze willen meedingen naar de topposities op de arbeidsmarkt, zegt de in Marokko geboren artiest Salaheddine Benchikki (28). "Zonder concessies te doen aan hun islamitische identiteit"

(...) Benchikki is in een goed humeur, maar zucht als de ophef over zijn recente debuutoptreden als stand-up-comedian ter sprake komt. PvdA-minister Eberhard van der Laan (Integratie) noemde het 'ontoelaatbaar' dat een Rotterdams theater op Benchikki's verzoek plaatsen reserveerde voor moslima's die niet naast een man wilden zitten. Benchikki: 'Schandalig. Ik houd toch mijn eigen broek op, zoals de PvdA zo graag wil? Dus wat is het probleem?' Op de tegenwerping dat hij onderscheid maakt tussen mensen op basis van hun geslacht, terwijl mannen en vrouwen in Nederland gelijkwaardig zijn, ontploft Benchikki bijkans. 'En als er nu vraag is naar de mogelijkheid om apart te zitten?' Die behoefte bleek mee te vallen moet hij bekennen.

(...)

Voor Benchikki zijn taboes er niet om te slechten. Moslims moeten niet voortdurend zoeken naar een compromis met seculier Nederland. Benchikki "Mijn oplosssing is dat wij, moslims, straks zo goed zijn opgeleid dat niemand om ons heen kan. Dat wij zelf de norm bepalen. Dat je in plaats van de acteur die de zoenscène moet doen, de regisseur bent die bepaalt of die scène er wel in moet.' Daarvoor is het nodig dat er een Marokkaanse kopgroep komt van hoogopgeleide mensen die de besten zijn in hun vak, denkt hij. "Dat is een moeilijk proces. We moeten gaan regeren in plaats van reageren. In Engeland kun je al op grote schaal islamitisch bankieren. Dat moeten we hier ook gaan doen. Hetzelfde geldt voor goede halal restaurants. Iedereen moet daar naartoe willen omdat ze er het lekkerste eten hebben zodat de afwezigheid van drank geen reden is om niet te gaan.' Grootste moeilijkheid bij het vormen van een kopgroep is de noodzakelijke mentaliteitsverandering, meent Benchikki. 'Het gevoel van slachtofferschap moet helemaal weg. Moslims moeten denken: blijkbaar werkt het zo in dit land dat wij ons moeten aanpassen aan de Nederlandse regels. Hoe kan ik daarbinnen als moslim, toch het maximale bereiken?' Hoewel zijn boodschap er een is van hoop en ambitie, verraadt zijn gezicht nog altijd boosheid. 'Nou, ik was een tijd heel boos op Nederland en op de politiek. nu niet meer. Ik weet nu dat we het zelf moeten doen, op eigen kracht.' Want vertrouwen in de politiek heeft hij niet meer. Stemmen doet hij niet meer. Of op D66. Benchikki: 'Misschien ga ik zelf ooit nog wel de politiek in. Dat zou heel verfrissend kunnen werken.' Is hij al gepolst? Lachend: 'Nee, mensen benaderen mij niet zo snel.'

Bron: Intermediar, 22.5.2009


Belediging van de Profeet Habakuk

Arabist_jansen

Er is een steekje los aan het debat tussen islamactivisten en de enkeling die nog blijft weigeren de zegeningen van de islam te accepteren. De weigeraars wijzen steeds maar weer op de vele, algemeen gestelde oproepen tot het gebruik van geweld die de Koran bevat, en die ook door tal van moslims inderdaad en metterdaad als license to kill worden gezien.

De islamactivisten en hun multiculturele helpertjes wijzen er dan op dat het Oude Testament ‘even erg’ is. De weigeraars van de zegeningen van de Islam kennen het Oude Testament niet, de islamactivisten uiteraard ook niet. Hun helpertjes weten al helemaal van niks.

Maar ook zonder iets van de Arabische Koran of de Hebreeuwse Bijbel te weten, zouden beide partijen toch makkelijk moeten kunnen bedenken dat de fout van de een de fout van de ander niet opheft?

Toch hoor ik dat argument zelden, of eigenlijk: nooit. Ik denk daar een goede reden voor is. Het gaat in dit sub-debatje eigenlijk niet over de bijbel of de koran, maar over het Westen.

Als de islamactivisten en hun helpertjes de gemiddelde westerling er toe weten te brengen afstand te nemen van het Oude Testament, en hem zo ver krijgen dat hij de Hebreeuwse Bijbel bij de mesthoop van de geschiedenis zet, is de islam een belangrijke stap dichter bij de eindoverwinning.

De helft van de westerse beeldende kunst wordt een onbegrijpelijke verzameling rare plaatjes wanneer je de bijbel niet kent. Het sluiten van musea met onislamitische kunst zal dus heel wat makkelijker verlopen.

Terzijde: De andere helft van de westerse beeldende kunst, geïnspireerd op de ‘elitaire’ Latijns-Griekse cultuur, is al onbegrijpelijk gemaakt door de onderwijsingenieurs van Links. Met literatuur en muziek zijn vergelijkbare dingen aan de hand. Maar er valt misschien nog iets te redden.

Als dat ‘nare, gewelddadige’ Oude Testament weggewerkt is, dan zal het eindelijk in de vergetelheid kunnen raken dat de westerse cultuur ‘Joods-Christelijk’ is. Het Nieuwe Testament is onbegrijpelijk zonder het Oude, en allerlei ideeën die als typisch christelijk of typisch westers worden gezien, komen recht uit de Hebreeuwse Bijbel (“Hebt uw naaste lief als u zelve’, enz.).

Bovendien bevat de Koran niet alleen oproepen tot het doen of nalaten van allerlei zaken, het vertelt ook een aantal Bijbelse verhalen na. Wie die verhalen in hun oorspronkelijke Bijbelse versie kent, weet niet wat hij leest als hij de Koranische versie van hetzelfde ziet, en zal echt nooit van zijn leven kunnen geloven dat de Koran de moeite waard is, laat staan dat dit boek van God afkomstig zou kunnen zijn, zoals moslims geloven en prediken.

De islam loopt zes eeuwen op het Westen achter, wordt er door de goedwillende helpertjes wel beweerd. Maar nog voor het begin van onze jaartelling werden de ‘rare’ en ‘gewelddadige’ verhalen uit de Bijbel door Joodse geleerden geallegoriseerd, niet letterlijk meer genomen. De heidenen deden in die tijd trouwens hetzelfde met de ‘rare’ verhalen over de Griekse goden. De christenen hebben dat overgenomen. Het gaat dus niet over een achterstand van zes- of zeven eeuwen, maar om een achterstand van meer dan tweeduizend jaar, en de teller loopt nog steeds.

Tot slot is de verwijdering van een boek een aardig voorspel tot de verwijdering uit de maatschappij van de aanhangers van dat boek. (Daarom is het Koranverbod van Wilders ook onjuist, en overbodig: Datgene waartoe de Koran oproept, is allang verboden, daarom moest de Sharia ook worden ingevoerd).

Maar vooral: Er zijn geen gelovigen die geloven dat de bijbel algemene oproepen bevat tot moord op andersdenkenden, of op wie de profeet Habakuk beledigd heeft. Als u daaraan twijfelt: de Bijbel is overal te koop, neem en lees.

HansJansen

Emile Ratelband raaskalt over de sharia

Ratelband

Ooit was positiviteitsgoeroe Emile Ratelband diep onder de indruk van de Irakese dictator Sadadam Hoessein. Vrijdagavond mocht de tsjakkaclown opdraven in de talkshow van Andries Knevel en Tijs van den Brink. "We hoeven helemaal niet bang te zijn als hier de sharia wordt ingevoerd", verkondigde Ratelband.


De twee EO-presentatoren lieten deze opmerking onweersproken. Emile's zakenpartner en medegast Adjiedj Bakas beweerde dat de regering van India in sommige regio's shariawetgeving toestaat om de rust te bewaren. De inbreng van Rita Verdonk was onbetekenend. Gelukkig was er de Belg Jan Leyers, maker van de documentaire De weg naar Mekka. Hij bleek de enige gast die de weg niet kwijt was. Leyers over Ratelbands shariapositivisme: "Raaskallerij van een man die niet weet waar hij het over heeft."

Carel Brendel

Lees hier meer over 'goedpraters en voorstanders van de sharia'.

Boekverbrander wordt baas van UNESCO


Open brief van Bernard-Henri Lévy, filosoof; Claude Lanzmann, regisseur van de film Shoah en directeur van de revue Les Temps modernes; Elie Wiesel, schrijver en winnaar van de Nobelprijs voor de vrede in 1986.

Dinsdag 21 mei 2009


Wie verklaarde in april 2001: “Israël heeft op geen enkel gebied iets bijgedragen aan de Beschaving, want het heeft zich slechts de bijdragen van anderen toegeëigend” en voegde daar bijna twee maanden later aan toe: “de Israëlische cultuur is een inhumane cultuur; het is een agressieve, racistische, pretentieuze cultuur, gebaseerd op één simpel principe: stelen wat niet van jou is, en daarna beweren dat het van jezelf is”?

Wie verklaarde in 1997 - en heeft dat daarna ook op allerlei manieren herhaald - dat hij de ‘aartsvijand’ was van alle pogingen om de betrekkingen van zijn land met Israël te normaliseren?
Of wie reageerde er, nog recent in 2008, op de afgevaardigde van het Egyptische parlement, die bang was dat de bibliotheek van Alexandrië Israëlische boeken zou aanschaffen met: “Verbrand deze boeken; als ze er zijn, zal ik ze zelf persoonlijk voor uw ogen verbranden”?

Wie zei in 2001 in het dagblad Ruz-al-Yusuf dat Israël werd ‘geholpen’ bij zijn duistere intriges ‘door de infiltratie van Joden in de internationale media’, en door hun diabolische talent om ‘leugens te verspreiden’?

Aan wie danken we deze onzinnige verklaringen, deze anthologie van haat en dwalingen, en deze waanzinnige samenzweringstheorieën?

Dit alles danken we aan Faroek Hosny, de Egyptische minister van Cultuur van de afgelopen 15 jaar en ongetwijfeld de volgende Directeur Generaal van de UNESCO, indien er vóór de deadline van 30 mei (voor het nomineren van kandidaten) niets wordt ondernomen om deze schijnbaar onstuitbare opmars naar één van de belangrijkste posten met culturele verantwoordelijkheid op de planeet, te stoppen.

Het kan nog erger: de uitspraken die we hier geciteerd hebben zijn slechts een kleine greep - en niet eens de meest stuitende – uit de ontelbare verklaringen met dezelfde teneur die kenmerkend zijn voor de carrière van Mr.Farouk Hosny van de laatste 15 jaar. Verklaringen dus, die vooruitlopen op zijn streven om vandaag een rol te gaan spelen op het internationale toneel.


Het bewijs is geleverd: Mr.Farouk Hosny is zijn rol niet waardig; Mr.Farouk Hosny is het tegenovergestelde van een man van vrede, dialoog en cultuur; Mr.Farouk Hosny is Home01
een gevaarlijk man, een opruier van harten en geesten. Er is nog maar heel weinig tijd om de grote fout te voorkomen dat Mr.Farouk Hosny wordt bevorderd tot deze hoge post.

We doen daarom een beroep op de internationale gemeenschap om zichzelf de schande te besparen die deze benoeming van Mr.Farouk Hosny (die deze post al geclaimd heeft) tot Directeur Generaal van de UNESCO met zich mee zou brengen.

We vragen alle landen die toegewijd zijn aan de vrijheid en de cultuur om de nodige initiatieven te nemen teneinde deze dreiging af te wenden en de ramp te voorkomen die deze benoeming zou betekenen.

We nodigen de Egyptische president zelf uit – in herinnering aan zijn landgenoot Naguib Mahfouz, winnaar van de Nobelprijs voor de literatuur, die zich op dit moment omdraait in z’n graf – we nodigen hem uit, voor de eer van zijn land en als erfgenaam van zijn grote beschaving, zich bewust te worden van de situatie, en onmiddellijk de kandidatuur van zijn minister in te trekken.

De UNESCO heeft in het verleden zeker andere fouten gemaakt, maar dit geval van machtsmisbruik zou enorm, abominabel en onbegrijpelijk zijn. Het is zo’n overduidelijke provocatie, zo in tegenspraak met de door de UN geproclameerde idealen, dat deze desastreus zou zijn voor de UNESCO.

Er is geen tijd te verliezen om het onherstelbare te voorkomen.

Wij moeten onmiddellijk een beroep doen op een ieders geweten om te voorkomen dat de UNESCO in handen valt van een man, die, wanneer hij het woord ‘cultuur’ hoort, antwoord met een boekverbranding.

Claude Lanzmann
Bernard-Henri
Lévy
Elie Wiesel

Bron
: Huffintonpost

Vertaling vanuit het Engels: Hoeiboei (Lia)

Jacques de Kadt - De man die altijd gelijk kreeg


door Paul Frentrop

De linkse kerk is met De Kadt, die het falen van het socialisme zo goed had geanalyseerd, net zoveel moeite blijven houden als de katholieke kerk met Galileo, die aantoonde dat de zon niet om de aarde draaide.

Jacques de Kadt was een uitgesproken voorstander van een militaire aanpak van totalitaire dreigingen. Van Duitsland vóór 1939 en van de Sovjet-Unie na 1945: "Veiligheid is slechts mogelijk als we de wereld onze orde opleggen. Zo niet dan zal zij ons een van háár totalitaire ordeningen opleggen." Volgens Paul Frentrop kan De Kadt de denkers in de huidige PvdA inspireren, die verzuchten dat links behoefte heeft aan een nieuw 'beschavingsideaal'. De Kadt was een socialist die vond dat het volk zich moest verheffen. Hij vond het economische minder belangrijk dan het culturele. Hij liet zien waarom de ene cultuur beter is dan de andere en hoe belangrijk het is de betere cultuur, de westerse beschaving, te verdedigen en te vernieuwen.


Dat een profeet in eigen land niet wordt geëerd, is geen nieuws. Maar dat in tijden van onzekerheid en verwarring geen gebruik wordt gemaakt van de inzichten van iemand die achteraf het grootste gelijk van de wereld heeft gekregen, doet twijfelen aan de vooruitgang.

Wij beschikken over het werk van iemand wiens wijsheid ook heden ten dage goed van pas zou kunnen komen, namelijk Jacques de Kadt. Nu zouden zijn opvattingen waarschijnlijk als neo-conservatief worden bestempeld, zoals die van iedereen die het beleid van Bush en Sharon steunt. Maar De Kadts ontwikkeling laat zien dat zo'n etiket niet altijd nauwkeurig de inhoud weergeeft.

De Kadt was in zijn jonge jaren aangetrokken tot het communisme maar zag als een van de eersten de totalitaire vorm die dat geloof in de Sovjet-Unie kreeg en werd een fervent criticus van de linkse kerk. In 1926, toen hij nog een actieve communist was, keerde hij zich al fel tegen de dogmatische starheid van de Kommunistische Internationale. En in 1935 volgde in zijn 'Van Tsarisme tot Stalinisme' de definitieve afrekening.

Een andere totalitaire dreiging oogde toen echter gevaarlijker. De Kadt voorzag meteen toen Hitler in 1933 de macht greep, dat een oorlog onvermijdelijk was. Democratieën en totalitaire regimes kunnen niet naast elkaar bestaan, zo wist hij. Drie maanden nadat Hitler als Rijkskanselier was geïnstalleerd, schreef hij al: 'Wie de nazi's ook maar enigszins kent, weet dat hun doel geen ander is dan het oude doel der Pruisische militairen van vóór 1914: de overheersing van heel Europa en uiteindelijk van heel de wereld door het uitverkoren volk van Berlijn en omstreken.' Sindsdien drong hij er daarom op aan Hitler preventief aan te vallen, want hij wist wat er anders zou gebeuren. In februari 1935 schreef hij dat de gewapende strijd zou losbarsten, zodra de Führer zijn bewapening voldoende had versterkt. In maart 1936 voorzag hij dat dat nog slechts twee tot drie jaar zou duren 'eer minder dan meer'. Maar Groot-Brittannië en Frankrijk waren toen niet in staat tot een preventieve oorlog. En andere tegenstanders leek Hitler niet te hebben. De Leidse hoogleraar geschiedenis Hans van den Doel herinnerde er ons onlangs in zijn oratie aan dat 'uitsluitend Tsjechoslowakije, Zwitserland, Scandinavië, de Lage Landen, de Britse eilanden en Frankrijk in het begin van 1938 nog een liberale en democratische ordening kenden'.

Toch voorzag De Kadt in tegenstelling tot bijvoorbeeld Menno ten Braak en James Burnham dat Hitler de komende oorlog zou verliezen. Die zou volgens hem immers niet tot Europees grondgebied beperkt blijven, maar een wereldoorlog worden. Daarin zou Duitsland uiteindelijk niet opgewassen blijken tegen de verzamelde krachten van zijn tegenstanders. Hoewel het Belgische leger bij het uitbreken van de oorlog groter was dan het Amerikaanse, wist De Kadt: 'De leiding van de westerse beschaving is aan Amerika gekomen.'

De Kadt was niet behept met het anti-amerikanisme dat nu zo inherent is aan links denken. Hij was maar wat blij met die nieuwe verdediger van de westerse beschaving. Al vond hij de Amerikaanse cultuur primitief en barbaars, de behandeling van de 'negers' schandelijk en het kapitalisme daar te ongebreideld, toch nam hij duidelijk afstand van de anti-Amerikaanse opvattingen die hier vanaf de jaren zestig in intellectuele en artistieke kringen opgang maakten. Het wantrouwen jegens de VS en de voorkeur voor het bereiken van een vorm van samenwerking met de Sovjet-Unie schreef De Kadt toe aan de gevoelens van vernedering over de steun die West-Europa van de Amerikanen ontving: 'Het is de arme familie die ... een geweldige hekel (heeft) aan ... rijke bloedverwanten.'

Voor De Kadt was het in 1939 al duidelijk dat het fascisme verslagen zou worden, maar dat we daarna voor de eigenlijke strijd zouden komen te staan: die tegen de Russische wereldmacht. Dat stelde hij aan de orde in 'Het fascisme en de nieuwe vrijheid', een boek dat in 1939 net vóór het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog verscheen. Die titel was bedacht door zijn vriend Geert van Oorschot. Zelf had De Kadt het boek 'Het Fascistisch Intermezzo' willen noemen.

Dat boek vormde de basis van De Kadts faam. Querido, toen een belangrijke 'linkse' uitgeverij, gaf op initiatief van de daar toen als verkoper werkende Van Oorschot het woord aan iemand die zich van alle anti-fascisten in die tijd onderscheidde doordat hij ook tegen het communisme was. Destijds kreeg het boek de hoogste lof van Menno ter Braak en Eddy du Perron, toen de top van de intellectuele elite. En die lof is nooit verminderd. Bij het verschijnen van een nieuwe uitgave in 1980 schreef Henk Hofland: 'Het boek hoort tot het kleine aantal klassieken in de Nederlandse politieke cultuur. Meer dan veertig jaar nadat de eerste druk verscheen is Het fascisme en de nieuwe vrijheid nog een modern boek. Het bevat een les in politiek denken.'

J.L. Heldring schreef toen: 'Waarom is Jaques de Kadts Het fascisme en de nieuwe vrijheid, in 1939 voor het eerst verschenen, nog altijd actueel? Omdat fascisme nog steeds gebruikt wordt als scheldwoord - meestal echter voor verschijnselen die helemaal niet fascistisch zijn. Daardoor ontstaat het gevaar dat het echte fascisme niet onderkend en niet bijtijds herkend wordt.'

Het bijzondere van De Kadt was dat hij inging tegen een gemakzuchtige demonisering van het fascisme. Hij nam de fascistische ideologie serieus. Hij onderzocht waarom die in Duitsland meer aantrekkingskracht had dan het gewone socialisme. Hoewel later gemakshalve vergeten werd dat het nationaal-socialisme een vorm van socialisme was, gericht tegen het al te materialistische kapitalisme, hield De Kadt dat haarscherp voor ogen. Dat maakte hem bij socialisten natuurlijk niet populair.

Maar De Kadt bleek wel steeds gelijk te krijgen. Hij voorspelde al vóór 1950 dat het Westen, op basis van zijn industriële vermogen, de krachtmeting met de Sovjet-Unie ('het Pruisen van het Oosten') zou winnen. Iets wat velen toen betwijfelden. Twee decennia later pas zou de Amerikaanse president Reagan dat economisch vermogen van de Verenigde Staten voluit inzetten, waarop de Sovjet-Unie desintegreerde. Het is jammer dat De Kadt dat succes nauwelijks meer bewust mee heeft mogen maken. In de jaren tachtig liepen zijn geestelijke vermogens terug. Hij overleed op 16 april 1988. Een jaar voor de val van de Berlijnse muur.

De verleiding is natuurlijk groot om de vraag te stellen wat De Kadt van de huidige problematiek rond de islam gevonden zou hebben. Leerzaam is dat hij in 1939, om uit te leggen wat fascisme precies inhield, Hitlers ideologie vergeleek met de islam.

Het fascisme had immers ook een mythe van het absolute, van de ene waarheid, die zich in het uitverkoren volk (ras bij de Duitsers, geloof bij de islamieten) zou belichamen. Een mythe van een waarheid die geen afwijkingen duldt. Zoals de islam die de tekst van de koran als onaantastbaar beschouwt. Een mythe die dus totalitair is en zich tegen individualisme keert (met bij de islam de zelfmoordaanslagen als uiterste ontkenning van ieder individualisme). "Zonder deze mythe, die haar gelovigen de plicht oplegt een heilige oorlog ter verovering van de wereld en ter verdelging van de ongelovigen aan te gaan, zonder deze mythe, zou het fascisme niet dat nieuwe 'mohammedanisme' zijn geweest dat zijn fanatieke scharen tegen de westerse beschaving opzweept'', aldus De Kadt in 1939.

Zo'n vergelijking maken mocht toen nog. Anderen deden dat ook. 'Nieuw mohammedanisme' noemde Ed. Berth, de leerling van de door De Kadt bewonderde Fransman Georges Sorel (1847-1922), zowel het stalinistisch bolsjewisme, als het facisme. 'Mohammedanisme, een andere islam', zo kenmerkte de Zwitserse theoloog Kart Barth (1886-1968) het nationaal-socialisme. Hij zei eind 1936: 'De kerk kan niet anders dan in het nationaal-socialisme een nieuwe islam zien, de Duitse Mythos als een andere Allah en Hitler als een nieuwe Mohammed.'

Nu is het Westen verdeeld over de vraag of moslimfundamentalisme met militaire middelen beantwoord moet worden. De Verenigde Staten menen van wel, Europa meent van niet. Wat zou de mening van De Kadt zijn? Hij was een uitgesproken voorstander van een militaire aanpak van totalitaire dreigingen. Van Duitsland vóór 1939 en van de Sovjet-Unie na 1945. 'Veiligheid is slechts mogelijk als we de wereld onze orde opleggen. Zo niet dan zal zij ons een van háár totalitaire ordeningen opleggen.' Hij was dan ook fel tegen het in de sociaal-democratie onverwoestbare pacifisme.

Met name de stelling dat totalitaire landen zichzelf moeten ontwikkelen tot nette democratische naties, werd voor de Tweede Wereldoorlog ook veel gebruikt in antwoord op de dreiging die Duitsland uitstraalde. De Kadt moest daar niets van weten. Hij toonde haarfijn aan waarom het gedroomd paardrijden is erop te hopen dat in zo'n totalitaire staat na verloop van tijd wel nette gematigde partijen de macht in handen zouden krijgen. Dus was militair ingrijpen de enige optie: "De oorlog is de enig werkelijk grote mogelijkheid tot de ondergang van het fascisme. De oorlog is tevens, in een wereld met fascistische staten, de voor de hand liggende mogelijkheid in de internationale politiek. Maar de oorlog is ook een zaak waarbij de 'democraten' zelf betrokken zijn, een zaak die niet op de brede rug van de 'ontwikkeling' is af te schuiven. En dus praat men duizendmaal liever over de 'ontwikkeling', die in de fascistische landen alles voor ons in orde zal maken zonder dan we een hand behoeven uit te steken, dan over de oorlog, die we zelf zouden moeten voeren.'' De parallellen met de huidige discussies over liever extra ontwikkelingshulp bieden of praten in de Verenigde Naties dan militair in te grijpen ter bestrijding van terrorisme, zijn te opzichtig om te negeren.

De Kadt stond vlak na de Tweede Wereldoorlog even in aanzien, op basis van zijn eerdere waarschuwingen tegen het fascisme. Joop den Uyl zei in 1947 dat De Kadt als politiek denker in Nederland 'op eenzame hoogte' stond. Onder voorzitter Vorrink vond de PvdA in 1950 De Kadts schotschrift 'De consequenties van Korea' zo goed, dat het aan partijleden werd aangeboden voor 2 gulden 50 in plaats van voor de winkelprijs van 6 gulden. Maar intellectuelen keken op hem neer. De Kadt wist wel waarom: "Ik behoor niet tot het 'corps'. Ik ben (geen intellectueel kan 't woord uitspreken zonder zijn neus te verwringen) een autodidact, een dilettant en een halfweter - alles op z'n gunstigst getaxeerd.''

Naarmate links Nederland steeds meer begon te voelen voor een of andere vorm van samenwerking met de Sovjets kwam De Kadt met zijn waarschuwingen tegen de dreiging van de Sovjet-Unie meer onder vuur te liggen. "In de jaren zestig en zeventig werden de oordelen die Jan Rogier ('een rancuneuze gifpisser') en Marcus Bakker ('een politieke gifmenger') over hem velden, gretig nagepraat'', aldus Rob Hartmans in 1993 in De Groene Amsterdammer. Waarbij de communisten niet vergeten zullen zijn dat De Kadt al in 1948 een wettelijk verbod van deze partij had bepleit. Toen een jaar later de CPN verklaarde dat haar leden in geval van een Derde Wereldoorlog niet hun eigen regering maar de Sovjet-Unie zouden steunen, stelde De Kadt voor 10.000 communisten in arbeidskampen onder te brengen. Een suggestie die toen bij de PvdA een willig oor vond, maar in de huidige aanpak van moslimfundamentalisme nog niet is gehoord.

Hartmans schreef: "Pas bij zijn dood in 1988 werd De Kadt weer van alle kanten lof toegezwaaid vanwege zijn scherpe inzichten en veelal rake oordelen. Toen twee jaar later Ronald Havenaar onder de titel 'De tocht naar het onbekende' De Kadts intellectuele biografie publiceerde, stonden kranten en weekbladen vol beschouwingen over die jarenlang miskende denker, wiens gelijk in het revolutiejaar 1989 zo overtuigend was bewezen.''

De Kadt was 'een scherpzinnig waarnemer', aldus begin dit jaar Hans van den Doel. Bart Tromp vergeleek De Kadt in een in 1991 postuum gepubliceerde bundel van diens artikelen, getiteld 'De deftigheid in het gedrang', met George Orwell. Maar tegelijkertijd maakte Tromp De Kadt tot een provinciaal door hem 'De Orwell uit Oss' te noemen. Dat was De Kadt zeker niet, maar inderdaad is hij buiten Nederland nog minder opgemerkt gebleven dan in Nederland, hoewel hij in zijn jonge jaren verkeerde in gezelschap van mensen als Leon Trotski. Maar De Kadt is misschien wel intelligenter dan Orwell. De Kadt riep immers al sinds 1933 op tot een preventieve oorlog tegen Hitler, terwijl George Orwell nog tot september 1939 vasthield aan ontwapening.

Maar links blijft nog steeds zuinig met lof voor De Kadt, de man die steeds gelijk kreeg. De linkse kerk is met De Kadt, die het falen van het socialisme zo goed had geanalyseerd, net zoveel moeite blijven houden als de katholieke kerk met Galileo, die aantoonde dat de zon niet om de aarde draaide.

In 1993 schreef Dick Pels in zijn boek Het demokratisch verschil. Jacques de Kadt en de nieuwe elite: "Inmiddels oogt De Kadts reputatie aanzienlijk florissanter dan in de jaren zeventig, toen het nog volstrekt anathema was om in kringen van linkse politicologen, historici en weekbladjournalisten een klein woord ten gunste van De Kadt te laten vallen. Maar de meest straffe critici van toen zijn ouder, droeviger en wijzer geworden, niet alleen over het socialisme maar ook over het leven zelf, en ook ex-links heeft gaandeweg ontdekt dat de zogenoemde 'fascistoïde salondictator' toch in belangrijke mate het gelijk aan zijn zijde had.''

Maar ook toen nog kon Groenlinkser Jan Willem Duyvendak zich er in een recensie van Pels' boek niet toe brengen in te gaan op wat De Kadt te melden heeft. Hij schreef: ''Ik wil mijn commentaar dan ook concentreren op enkele van Pels' eigen stellingen, en niet verzeild raken in het zoveelste debat over de waarde van het denken van De Kadt.''

Ik wil dat wel. Want van De Kadt kunnen we nog steeds leren. "Het is de trots van Nederland dat we hier juist niet de ene cultuur beter vinden dan de andere'', schreef de hoofdredacteur van NRC Handelsblad tegen Pim Fortuyn op 6 mei 2001, de dag dat die werd vermoord. De Kadt zou het daar niet mee eens zijn geweest. Hij liet juist zien waarom de ene cultuur beter was dan de andere en hoe belangrijk het is de betere cultuur te bewaren. "Verdediging en vernieuwing der westerse beschaving, ziehier de taak die in de gang der geschiedenis thans aan de orde is'', aldus De Kadt.

De dreiging van de totalitaire regimes van Hitler en Stalin was de actualiteit waar De Kadt mee te maken had. Maar het hoofdthema van zijn werk, was een thema dat in de 21ste eeuw in Nederland ook door Pim Fortuyn aan de orde is gesteld: de rol van de elite in de verzorgingsstaat. Hij had het een en ander te zeggen over wat Wouter Bos anno 2004 als zijn belangrijkste missie beschouwt: de PvdA afhelpen van haar imago van regenteske bestuurderspartij. De Kadt vond dat verstandige mensen het voortouw moesten nemen bij de verdediging van de westerse normen en waarden.

Voor De Kadt was het conflict tussen democratie en dictatuur belangrijker dan de tegenstelling tussen socialisme en kapitalisme. Hij was een socialist die vond dat het volk zich moest verheffen. Hij predikte niet de afgunst ten opzichte van beter bedeelden. Hij vond het economische minder belangrijk dan het culturele. "Het scheppen van welvaart was een opdracht die bij De Kadt niet voortvloeide uit ethische verontwaardiging, maar uit het besef dat zonder materiële zekerheid de massa zich niet zou kunnen optrekken aan de bekwaamsten'', aldus Ronald Havenaar.

Wouter Bos schrijft in het nieuwe concept-programma van de Partij van de Arbeid, dat iedereen recht heeft op een fatsoenlijk bestaan. De Kadt keek veel verder. Hij beschreef al een halve eeuw vóór het eerste paarse kabinet wat het grootste gevaar is als de sociaal-democratie de macht in handen krijgt: "Dan krijgen we een wereld met slechts één ideaal: het geluk, dat wil zeggen het comfort, het rustige, tamme leven der overgrote massa, de heerschappij der middelmatigheid; een wereld die zou zijn als één grote plas, vuil gebruikt water.'' Ook daarin kreeg hij weer gelijk. Jos de Beus schreef op 20 september 2003 in de Volkskrant: "Links is leeg geworden. Er is géén groot project meer dat een achterban van achtergestelden en gevestigden verenigd in edelmoedigheid, opofferingsgezindheid en duurzaamheid.'' In Hans Wansinks reactie op 22 mei van dit jaar, weerklonk een echo van De Kadt toen hij stelde dat links door rechts wordt verbannen naar 'het kamp van de indolentie en de stagnatie'.

De Kadt had hogere idealen dan ieder een fatsoenlijk bestaan te bieden. Zijn uitgangspunt was: 'Het bestaan zin te geven is het doel van het socialisme.' Hij voerde onder die vlag al wat nu in Nederland de discussie over normen en waarden is gaan heten; een discussie die voor velen zo moeilijk is omdat die uitstijgt boven de economische verschillen tussen liberalisme en socialisme. Ook daarmee liep De Kadt vooruit op latere denkers. Zo schreef in 1996 de Israëlische filosoof Avishai Margalit in zijn De fatsoenlijke samenleving: "Ik heb geprobeerd de fatsoenlijke samenleving niet onder te brengen bij de bekende 'ismen' zoals liberalisme of socialisme. Als etiketten onvermijdelijk zijn dan past de betiteling 'socialistisch volgens Orwell' nog het best bij mijn idee van een fatsoenlijke samenleving. Dat moet overigens niet worden verward met 'Orwelliaans socialisme', dat een boerderij van gelijke en meer gelijke dieren is, en niet een op gelijkwaardigheid gebaseerde, menselijke samenleving. Orwell was zonder meer een grote inspiratiebron voor het idee van de fatsoenlijke samenleving, en het soort socialisme dat door hem werd verdedigd wordt belichaamd in de notitie van de fatsoenlijke samenleving.'' Had Margalit De Kadt gelezen, dan zou die hem minstens zo geïnspireerd hebben als Orwell, vermoed ik. En De Kadt zou ook de denkers in de huidige PvdA kunnen inspireren, die verzuchten dat links behoefte heeft aan een nieuw 'beschavingsideaal', maar niet verder komen dan een vage zoektocht naar nieuwe cliënten, met hun oproep dat links iets moet bedenken dat de tweede en volgende generaties migranten aanspreekt.

De Kadt heeft veel geschreven: 20 boeken en zeker 1500 artikelen, waaronder veel boekrecensies. "Veel daarvan blijft niet alleen politiek en historisch van waarde, maar blijft door de gedreven stijl, de vaak superieure vondsten en briljante zinswendingen ook literatuur van formaat'', schrijft Bart Tromp in 1991.

In dat jaar leken totalitaire dreigingen niet meer te bestaan na de val van de muur en de bevrijding van Koeweit. Maar nu zien we de dreigingen, die De Kadt zo goed analyseerde, weer opdoemen. De Kadt riep de elite van de maatschappij op zich in te zetten om het kwaad een halt toe te roepen. Die roep wordt nu node gemist. Frits Bolkestein zegt een boek te willen schrijven over de rol van intellectuelen in de politiek. Maar de intellectuelen die het werk van De Kadt kennen, zoals Bart Tromp en Henk Hofland, geven zijn ideeën niet door aan de volgende generatie. Integendeel, zij nemen ten aanzien van de huidige problematiek rond de islam standpunten in die De Kadt zonder moeite ontzenuwd zou hebben. Ian Buruma gaf daar een verklaring voor. Hij schreef op 20 september 2003 in NRC Handelsblad, dat in de nasleep van 1989 de beloften van het socialisme begonen te verbleken. 'Maar één ding bleef: het anti-Amerikanisme.' Buruma meent dat 'een virulente vorm van anti-Amerikanisme bij sommigen alles overheerst en daarom kan leiden tot een soort morele verlamming als het aankomt op moorddadige regimes buiten het Westen'. Hij stelt dat de moderne anti-Amerikanisten zichzelf gewoon conservatief moeten noemen, want dat is wat ze zijn.

De Kadt was dat niet. Hij was een verlichte denker, die geloofde in vooruitgang. Daarom zou volgens mij het publieke debat in Nederland aan niveau winnen, als de geschriften van Jacques de Kadt weer een levend onderdeel van ons collectieve geheugen uit zouden maken.

Biografie
Jacques de Kadt (1897-1988) was, in de woorden van Joop den Uyl, 'een politiek denker die op eenzame hoogte stond'. Hij groeide op in een liberaal-joodse omgeving en kreeg onder invloed van Oscar Wilde en Rosa Luxemburg belangstelling voor het socialisme. In 1919 werd hij lid van de Communistische Partij Holland, later sloot hij zich aan bij de SDAP. In 1935 keerde hij zich af van het communisme dat hij de rest van zijn leven fel zou bestrijden. In 1939 verscheen zijn hoofdwerk, 'Het fascisme en de nieuwe vrijheid', een analyse van het nationaal-socialisme en fascisme. In mei 1940 vluchtte hij naar Indië, waar hij in contact kwam met voormannen van de nationalistische onafhankelijkheidsbeweging, zoals Hatta en Sjahrir. Hij overleefde de internering tijdens de Japanse bezetting en keerde in 1947 in Nederland terug, waar hij in 1949 zijn aanklacht tegen de Nederlandse koloniale politiek publiceerde onder de titel 'De Indonesische tragedie - Het treurspel der gemiste kansen.' In 1948 werd De Kadt buitenlandspecialist voor de PvdA in de Tweede Kamer. Hij leverde vaak felle bijdragen aan het debat in de Kamer en in het blad 'Socialisme , Democratie'. Nadat hij in 1963 de Kamer verliet, raakte hij in de tweede helft van de jaren zestig ernstig teleurgesteld in de PvdA. Nieuw Links, dat die partij toen in zijn greep kreeg, beschouwde hij als 'de vijfde colonne van het Russische Imperium'. Hij voorspelde dat 'revolutionairen van het Nieuw Links-type tot tirannen worden zodra ze machtsposities hebben veroverd'. In 'De politiek der gematigden' (1972) viel hij de jeugdrevolte van de jaren zestig aan en waarschuwde tegen de ontspanningspolitiek.

Eerdere reacties hier.

Dakterras (2)

Het oude, altijd een beetje malle idee dat je zou moeten praten met je planten, krijgt betekenis op het dakterras van M., hoog boven een negentiende-eeuwse gracht in Amsterdam. Ik was er gisteren, om inspiratie op te doen voor het mijne. In honderd potten staan planten, struiken, zelfs kleine bomen in even zovele kleuren groen, sommige in bloei. Roze aardbeibloemen! Een hazelaar! Een lustoord hoog in de lucht. Ik hoefde M. niet te vragen of zij praat met haar planten: natuurlijk doet ze dat. Niet letterlijk, maar aan haar verhalen erover is al te horen dat ze leeft met ze, vertrouwelijk omgaat met ze, ja, van ze houdt. Zal ik zoiets ooit bereiken? Voor de goede orde: het fotootje hieronder is genomen op mijn dakterras, dat verschilt van het hare als een nieuwbouwwijk van een Bloemendaalse villabuurt. Maar we houden moed.

Ileen Montijn


Lees hier Dakterras (1)

Stop maar met rekenen!

Rekenen
Autochtone Rotterdammers bijna in minderheid, kopte het AD onlangs. Mooi. Wanneer mogen we de cijfers voor de rest van 0031 verwachten?

Er wordt wat af gerekend. Er wordt wat afgevraagd.

Zullen allochtonen ooit in Nederland in de meerderheid zijn en wanneer dan? Pardon, ik bedoel, wanneer zullen niet-westerse allochtonen de meerderheid vormen, of nee, wanneer zullen dé moslims in Nederland het voor 't zeggen hebben, of eigenlijk, wanneer bepalen orthodoxe moslims, soms gematigde moslims genoemd, de gang van zaken in ons waterige landje? Of gaat dat feest niet door?

U ziet, er is sprake van enige begrips- en naamsverwarring. Om over aantallen maar te zwijgen.

Gaat het om namen, etiketten? Huidskleur misschien? Gaat het om aantallen of gaat het om iets anders?

Waar gaat het om?

Het spijt me 't te moeten zeggen: stop maar met rekenen, is volstrekt overbodig want islamisering ("het proces waarbij islamitische waarden en normen op den duur de overhand krijgen boven alle andere waardensystemen van Nederland") is allang gaande. Heus. Het is niet iets wat ergens in de toekomst ligt, het is een proces dat nú, maintenant, heute plaatsvindt. We zitten er middenin!

Zegt U? U merkt er niets van?

Gefeliciteerd! Dan bent U een begenadigd en gezegend mens en zal U niet lastig worden gevallen met de ontelbare voorhanden zijnde voorbeelden die aantonen dat de religie van onderwerping-waarna-er vrede-zal-zijn z'n greep op het leven in Nederland met de dag verstevigt. U bent daar dan blijkbaar niet ontvankelijk voor. Dat bestaat.

Aan de andere kant. Het is een kwestie van tijd en U merkt het wél - of U er dan ontvankelijk voor bent of niet - aangezien de aanpassing aan sharia-achtige (lees discriminerende, anti-democratische) eigenaardigheden hier almaar openlijker en enthousiaster steun krijgt.

Ik kan niet anders zeggen dan dat het een verdomd interessant proces is om te volgen. Uniek! Met vele, opmerkelijke en onverwachte kanten, wendingen ook. Zeer vermakelijk.

Wie had bijvoorbeeld kunnen bedenken dat U er geen problemen mee heeft dat 'n Tarik Ramadan bruggen bouwt naar Uw huis? Of dat U het belangrijk vindt de gematigde kanten van laten we zeggen de Egyptische geestelijke Yusuf al-Qaradawi en zijn navolgers te benadrukken?
Of die van Shaykh Khalid Yasin?

Maar die namen zeggen U niets?

Dat bedoel ik! U heeft een druk leven, zoals vrijwel iedereen; des te beter voor de islamisering van 0031.

Die namen zeggen U wél iets? Toch vindt U het nodig achterhaalde ideeën te verdedigen want aan het christendom en de paus is ook wel iets mis, kom op zeg! En wat te denken van racist Wilders?! Bla, bla, etc. etc. Des te beter voor de islamisering van 0031.

Zegt U? U bént al moslim geworden?

Mag ik U bij deze feliciteren? En wel van harte! U bent een praktisch en verstandig mens.

Van welke kant ook bekeken, met de islamisering van Nederland zit 't wel snor.

Nee, de aantallen zijn niet 't allerbelangrijkst (dat blijkt nu immers al) of wie er wanneer in de meerderheid zullen zijn, en een vijandelijke inval hebben 'we' echt niet te vrezen maar het gaat om de misstanden van het recht praten wat krom is, het gaat om de misplaatste tolerantie voor intolerantie, en het gaat om degenen die onwetend blijven, moedwillig of niet, of degene die 't allemaal niet zo veel kan schelen dat dit proces zich onherroepelijk ten koste van meisjes, vrouwen en homo's voltrekt. Als 't maar gematigd gaat (liever geen boerka, wel een smoesdoek) en er geen geweld aan te pas komt, nietwaar? Niet tobben dus!

Annelies van der Veer

Deze tekst is vooralsnog mogelijk gemaakt door de wetgeving op de vrijheid van meningsuiting.

Eurovision tragic, of: de ooms die je nooit hebt gehad


Het was weer erg gezellig. Eurovision deed de wereld aan en uiteraard werd Australië niet overgeslagen. Het kitschgala trekt hier een kleine half miljoen kijkers en is daarmee een absolute cult- en camphit met de nodige Eurovision parties ‘all over town’. Natuurlijk, dat is ook hier vooral een gay en fag hag aangelegenheid, maar op onze eigen Eurovision parties enkele jaren terug merkte ik hoe ook de heteroheren fanatiek meededen, commentaar leverden en voorkeuren en afschuw luidkeels lieten blijken.

Het ‘festijn van de slechte smaak’ heeft weinig meer te maken met de idealen – zo die er al waren – van de initiatiefnemers, namelijk een platform te vinden voor het Europese ‘lichte lied’ om het aldus naar een hoger plan te tillen, al vond iedereen het natuurlijk vertederend dat de Noorse winnaar van dit jaar, heart throb Alexander Rybak met zijn Fairytale, de hoogbejaarde Lys Assia - winnares voor Zwitserland van het eerste festival te Lugano in 1956 - uit pure vreugde de lucht in tilde. Vooral de Oost-Europese landen, pas in een recent verleden familie geworden van de overkoepelende European Broadcasting Union – of hoe dat tegenwoordig ook moge heten, men vergeve mij onnauwkeurigheid in deze – hebben de naam de festivalreputatie van kitsch en slechte smaak het meest eer aan te doen, maar Nederland liet dit jaar zien dat het daarin bepaald voor niemand onder doet. En dat niet middels het opentrekken van een blik huppelkutjes, zoals de Slavische landen gewoonlijk doen. Nee, Nederland zond De Toppers. – My God, do they have any idea how STUPID that sounds in English? – zo vroeg mijn wederhelft. Het antwoord laat zich raden.

De Australische presentatoren noemden de Nederlandse inzending ‘the three uncles you never had’. Ephimenco was in Trouw nog sterker met zijn ‘drie zakken aardappelen op het podium’. Tenenkrommend, het perfecte huwelijk van oubolligheid, kneuterigheid en brallerige kroeghumor. Leg maar eens uit aan Australiërs dat deze drie heren voetbalstadions weten te vullen. Men gaat warempel geloven dat er toch een flinke steek mis moet zijn met de gemiddelde Nederlander. Holland, wasn’t that that ‘cool’ country with all those ‘cool’ people?

Maar goed, Nederland werd bijna laatste in de tweede halve finale en miste dus opnieuw de boot. Gêne afgewimpeld. En dat was geheel terecht, want het festijn bood dit jaar zowaar een flinke handvol leuke inzendingen. Met de winnaar kan ik vrede hebben, al had ik zelf andere favorieten. De Franse Patricia Kaas zong het beste Eurovision nummer in jaren en was natuurlijk veel te goed voor dit festival. IJsland kwam met een goed nummer en eindigde verdiend als tweede. Erg leuke ‘ethnic sounds’ waren er van Turkije, Armenië en Moldova – ‘Where the fuck is Moldova?’ was een van die vragen die rondgingen op de Eurovision Party waar ik zondag was uitgenodigd – er was heerlijke over-the-top ‘popera’ van een Zweedse mezzosopraan (die vreemd genoeg nauwelijks scoorde). Wat aardappelzakken? Drie seconden kijken naar de hoogbelaarsde poledancer uit de Ukraïne – een nummer met de onweerstaanbare titel ‘Anti-crisis girl’ - en je wist dat we het konden schudden. De UK probeerde het met een draak van een Andrew Lloyd Webber song uit de school van ex-winnares Céline Dion en de Grieken zonden een in eigen land waanzinnig populaire adonis, die met zijn aalgladde show godzijdank in de middenmaat belandde.

Ach, ook na dit festival zal ik me ongetwijfeld overgeven aan een van die nutteloze speurtochten op Youtube. Oude nummer 1-hits, Nederpop uit de seventies (verdomd, Catapult gevonden, ze hebben ook echt alles!) en natuurlijk alle Songfestivals afspeuren naar die paar prachtige nummers die er ooit toch echt waren. Nee, ik heb het niet over de asolute wansmaak van ‘Ein bisschen Frieden’ of Bucks Fizz; ik refereer aan een veel verder verleden, toen het Songfestival nog een familiegebeuren was en ik mocht opblijven om de Hearts of Soul te zien, heerlijk, deze drie aan Dusty Springfield herinnerende meiden uit mijn woonplaats Harderwijk! Prachtig, maar natuurlijk geen winnaar was de James Bond-achtige vertolking van Eduardo Nascimento voor Portugal, 1967. De mooiste winnaars kwamen uit de kleinste landen: Sévérine overrompelde Eurovisie voor Monaco in 1971 en mijn absolute Songfestivalfavoriet is het door Serge Gainsbourg (inderdaad, van ‘Je t’aime…moi non plus’) geschreven ‘Poupee de cire, poupee de son’ van France Gall, winnaar voor Luxemburg in 1965. Als ik even een opsteker nodig heb, ga ik naar mijn laatste ontdekking, het aanstekelijke ‘Oggi di ragazza’ van Gianni Morandi, Italië 1970. Niet zo gek dat de Italianen het festival links laten liggen als je bedenkt dat dit nummer slechts 8e werd (bij een totaal van 12).

Het zal duidelijk zijn: In nachtelijke uren, als niemand me kan zien, verborgen achter de computer, zelfs onzichtbaar voor mijn wederhelft, komt de ware Eurovision tragic in mij naar boven. Ik zal er dan ook zeker weer bij zijn in Oslo volgend jaar.

Kees Bakhuyzen