Anekdote uit 1955

Dorisday

Anekdote uit 1955

Nog even over Hitchcock want ik zag net zijn avondvullende film The man who knew too much uit 1955. Daarin vindt een voorval plaats (of wordt een statement gemaakt) waarvan ik me met de beste wil van de wereld niet kan voorstellen dat een filmmaker het anno nu durft te herhalen. De oude tijden liggen al heel ver achter ons...

Een Amerikaans stel (James Stewart en Doris Day) en hun achtjarige zoontje maken een rondreis door Marokko. Casablanca hebben ze al achter de rug en ze reizen nu per bus naar Marrakesh, hun laatste vakantiebestemming voordat ze naar Amerika terugvliegen.

Het drietal zit ontspannen achterin de bus van elkaar en het uitzicht te genieten. De bus zit vol met Marokkanen van wie de vrouwen zwaar ingepakt zijn; je ziet alleen hun ogen. Dan maakt de bus een abrupte stop. Het jongetje dat door het smalle gangpad van de bus loopt, grijpt, om zijn evenwicht te bewaren, per ongeluk de gezichtssluier van een van de vrouwen vast en die sluier die laat los...

De vrouw jammert en slaat haar handen voor het naakte gezicht. De echtgenoot (of degene die haar wel mag uitpakken) kan er nog minder om lachen, hij is woedend en snelt naar achteren om verhaal te halen bij het Amerikaanse echtpaar. Deze toeristen verstaan geen Marokkaans en slaan belangstellend maar verbaasd het opgewonden gedrag van de inboorling gaande. Gelukkig voor de Amerikanen blijkt er een Fransman naast hen te zitten die Marokkaans en Engels spreekt. De Fransman gebruikt al zijn overredingskracht om de tot op het bot beledigde en daardoor in alle staten verkerende man tot bedaren te brengen waarna de Marokkaan uiteindelijk zijn zitplaats weer inneemt.

De rust is teruggekeerd in de voorthobbelende bus maar het Amerikaanse stel begrijpt nog steeds niet wat er aan de hand is. Wat heeft de Marokkaan gezegd en waarom is hij zo kwaad want dat is hun natuurlijk niet ontgaan. De Fransman legt uit dat hun zoontje de sluier van zijn vrouw heeft getrokken en dat zoiets verschrikkelijk is want dat mag niet van de islam, het gezicht van de vrouw mag niet aan vreemde blikken blootgesteld worden.

Oh,” zegt de moeder, de knappe, goedgekapte blonde Doris Day laconiek, “het was toch maar een ongelukje? Mijn zoon deed het toch niet expres?!

Nee,” zegt de Fransman en hij licht geduldig toe, “maar de islam houdt geen rekening met ongelukjes!”.

Einde filmanekdote.

De film Fitna van Geert Wilders stelde weinig voor maar als je dit filmfragment uit 1955 in een nieuw, 'modern' jasje zou steken, dán heb je pas een echte Fitna-film.

Annelies van der Veer

Reacties Anekdote uit 1955

Artikel 1 van de Grondwet van Nederland

Art1logo_3
Artikel 1 van de Grondwet van Nederland

Pim Fortuyn heeft eens in een geruchtmakend interview gezegd dat hij 'voor afschaffing [was] van dat rare grondwetsartikel: gij zult niet discrimineren.' In wat daarna volgt blijkt duidelijk dat hij daar­mee bedoelt 'bekritiseren.' Van hem mocht een imam bijvoorbeeld vertellen dat zijn - homoseksuele - levenswandel verwerpelijk was. La­ten we eens nagaan of hij gelijk had. Artikel 1 luidt:

'Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behan­deld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertui­ging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.'

Wat betekent 'discriminatie'? De van Dale (1984) geeft als eerste betekenis: 'verwerpende onderscheiding, achterstelling, negatieve beoordeling en behandeling van iets of iemand op grond van niet ter zake doende kenmerken.' (cursief van RM) Dit is de klassieke definitie.

Hierdoor wordt meteen duidelijk dat we personen van een ander ras (huidskleur) inderdaad niet mogen discrimineren. Die huidskleur doet niet ter zake. 'Ras' moet erbij staan ook wegens het verleden. Joden werden door de Duitse nationaal-socialisten op grond van ras, van genetische herkomst, vermoord en zwarten werden achter­gesteld in de VS en elders.

Maar waarom staan gods­dienst, levensovertuiging en politieke gezindheid erbij? De onderdelen van die categorieën kunnen veel relevan­te verschillen vertonen. Nationaal-socialisme en commu­nisme zijn behalve politie­ke gezind­heden ook levensover­tuigingen. Mogen we die moordzuch­tige, op de aarde gerichte heilsle­ren ook niet discrimi­ne­ren in de zin van verwerpen? Maar neo-nazi's worden voortdu­rend veroordeeld en ieder­een, ik ook als ze werkelijk neo-nazi zijn, is het daarmee eens.

'Discriminatie' heeft geleidelijk aan een tweede, ruimere bete­kenis gekregen. Wanneer je je verzet tegen de islam, krijg je te horen dat je een godsdienst niet mag discrimineren, ook al heb je relevante, ongunstige kenmerken van die godsdienst genoemd. Dit hangt samen met het multiculturele idee dat alle godsdiensten evenwaar­dig zijn, een waanidee maar met grote invloed en gevol­gen.

Als het om discriminatie gaat, is een baan al of niet krijgen belangrijk. Mag de werkge­ver een sollicitant dan niet discrimineren? Mag de Wiardi Beckman Stichting van de PvdA niet tegen een sollicitant zeggen: 'u bent niet links ge­noeg om voor ons te kunnen werken'? Natuurlijk wel, want of die links genoeg is, is relevant voor het werk dat hij/zij te verrichten krijgt.

Het blijft vreemd dat in artikel 1 naast ras ook politieke gezind­heid, gods­dienst en levens­overtuiging vermeld worden. Nu zou men terug kunnen grijpen op de overwegingen die inder­tijd tot de tekst van dat artikel geleid hebben, maar dat heeft geen zin omdat het duidelijk is dat veel mensen, onder wie Fortuyn, het opvatten als het verbod om rele­vante verschillen te bekritise­ren. En dat is heel begrij­pelijk, want de tekst geeft er ruim­schoots aanleiding toe. Wat de opstel­lers er ook mee be­doeld hebben, ze hebben iets dubbelzin­nigs op papier gezet.

(Maar de communisten van die tijd konden jubelen. Zij mochten nu niet meer door de BVD in de gaten worden gehouden en niet meer geweigerd voor een overheidsbaan.)

Het is niet in te zien wat de zin is van het opnemen van catego­rieën waarvan de onderdelen op zo veel relevante punten verschillen en vermoedelijk daarom is men het verbod om tussen de leden van die categorieën te discrimi­neren gaan opvatten als het verbod om ze te bekritiseren. Maar dit doet men dan op willekeurige wijze want ieder wil blijven bekriti­seren wat hem niet bevalt. Multicultureel links wil zijn cliëntèle niet bekriti­seerd zien, in het bijzonder de islam van de moslims, maar discrimi­neert en demoni­seert zelfs politici die op de nadelen van de ortho­doxe islam wijzen.

Pim Fortuyn had deels gelijk, want in de praktijk wordt het artikel mis­bruikt, een misbruik echter waartoe de tekst aanleiding geeft. De tweede zin ervan zou moeten luiden dat discrimi­na­tie op grond van ras of geslacht niet is toegestaan. Punt uit.

Maar Fortuyn vergat om te zeggen dat discriminatie op grond van ras verboden moet blijven. Dit gaf politicus Thom de Graaf van D66 de kans om Anne Frank van stal te halen en tegen hem aan te voeren, hoewel hij kon weten dat Fortuyn zich nooit voor rassen­discrimina­tie had uitgelaten. Ik besprak dit al in Vermoord en ver­bannen. Na analyse van dit merkwaardige artikel 1 ben ik van mening dat het niet onbegrijpelijk is dat De Graaf dit deed, maar het blijft fout.

Artikel 1 werkt ook de door mij eerder besproken leugen van Ed van Thijn en anderen in de hand dat kritiek op een niet aan ras gebonden religie als de islam racisme is.

In Vermoord en verbannen ging ik al in op artikel 137 van het Wetboek van Strafrecht (WvS), een uitwerking van artikel 1 van de Grond­wet, die nodig was omdat de rechter in Nederland niet aan de hand van de Grondwet toetst. Artikel 137, met name 137e, zou, zoals socio­loog/histori­cus Erik van Ree eerder in De Groene betoog­de, als het door de rechters stringent werd toegepast, elk principieel debat over godsdienst en andere waarden onmogelijk maken.ii Het begin van 137e luidt:

'Hij die, anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving: een uitlating openbaar maakt die, naar hij weet of redelijker­wijs moet vermoeden, voor een groep mensen wegens hun ras, hun gods­dienst of levensovertuiging () beledigend is () wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.' (cursief van RM)

Ook hier weer het gelijk opgaan van ras met godsdienst en levens­overtuiging. Dit artikel deugt niet omdat het discriminatie en beledi­ging van groepen wegens godsdienst of levensovertuiging straf­baar stelt, waarbij die groepen zelf kunnen bepalen wat voor hen beledi­gend is.

Volgens deze wet zou de protestantse premier J.P. Balke­nen­de, indien aangeklaagd, per se veroordeeld moeten worden tot de volle maat, een gevange­nisstraf van zes maan­den, want onlangs zei hij dat 'je' - dat was vroeger 'men', het is alge­meen - zonder geloof niet kunt functio­neren. Dit was een dodelij­ke belediging van alle niet-gelovi­gen: die zijn vol­gens de Balk allemaal knoeiers. Maar zulke domme overtui­gingen moeten uitgedragen kunnen worden, en bestreden.

Zo zou ook elke kritiek op het com­munis­me, fascis­me of het islamis­me gesmoord kunnen wor­den. Rechtzin­ni­ge mos­lims vinden elke kritiek, ook de geringste, op de islam of de Profeet per definitie beledigend. Nu zullen rechters aanklachten van fascis­ten of neo-nazi's natuurlijk nooit honore­ren. Gelukkig geven ze klagers van andere groepen tot nu toe ook niet vaak gelijk als de vrijheid van meningsui­ting in het geding is. Een bekende uitzon­dering is dat Hans Janmaat van de Centrum-demo­cra­ten twee­maal werd veroor­deeld, voor de uitspraak dat Nederland vol is en die over het willen afschaf­fen van de multiculturele samenleving, wat politieke, te bediscussiëren uitspraken zijn.

Maar artikel 137 van het WvS is dus voor een deel even verwer­pelijk als een deel van artikel 1 van de Grondwet. Rechters zouden daarmee de vrijheid van me­ningsuiting, ook in de Grondwet staan­de, de kop in kunnen druk­ken. Daarmee hebben zij te veel macht. Dat is een idiote, gevaarlijke situatie, die door artikel 1 van de Grondwet mogelijk is ge­maakt.

René Marres

Living Down Under (2): Eten en drinken

Goedleven_top

Living Down Under (2): Eten en drinken

Sydney - Uit de vele vragen en opmerkingen betreffende de Australische drank- en disgewoonten die mij vanuit het vaderland bereiken, maak ik op dat voor velen Terra Australis nog altijd Terra Incognita is. Sterker, je krijgt bijna het idee dat in The old country voor altijd het beeld heeft postgevat van moeder, de arme convict wees, die er 's middags op uit moet trekken om ergens knollen te steken, opdat zij 's avonds haar kroost in ieder geval een maaltijd kan voorzetten, tezamen met een glas bronwater dan wel vruchtensap van een inheemse fruitsoort, want het is nog maar de vraag of het vader zal lukken een walibi of een wombat te strikken, waarvan moeder op haar met hout gestookt vuur een stoofschotel kan bereiden die het gezin voor dagen moet dienen.

Fout, mensen, helemaal fout. De eerste boot met convicts uit Engeland bereikte de haven van Sydney in 1788 en in de 220 jaar die sindsdien zijn verstreken, is Australië meegegroeid in de vaart der volkeren. Inmiddels kun je dan ook echt ALLES krijgen Down Under. Met name in de laatste decennia is Australië zo goed als de gehele wereld voorbijgestreefd op culinair gebied. Laat ik het anders en heel duidelijk stellen: Je kunt in weinig landen ter wereld zo lekker eten als in Australië.

Ik wil daarmee niet natrappen naar Nederland, prima eten en ik kan soms, op een wat frissere winterdag, enorm verlangen naar een portie boerenkool met een Hema-worst, om over moeders zeer vaderlands geinspireerde kookkunst nog maar te zwijgen. Maar weinig landen kunnen opbieden tegen de enorme variatie en verfijndheid die alle verschillende immigranten in vooral de laatste decennia naar dit continent hebben gebracht. Mother England zorgde voor de nog altijd zeer polulaire roast (de Sunday Roast is een tot op heden voortgezette traditie in de pubs) en de immigranten vanuit de landen rond de Middellandse Zee zorgden voor een flinke dosis Mediterranean flavour, vooral terug te vinden in de lunchgerechten met Focaccia of Turkish met salami, gegrilde paprika en aubergine, feta, bocconcini, parmaham en wat niet al.

Maar niet alleen voor de lunch; ook voor het diner kun je zeer goed terecht bij de vele mediterrane eetgelegenheden. Sinds wij twee jaar terug verhuisden naar Waterloo - met de vele restaurants in Crown en Cleveland Street op loopafstand - is Nada's mijn favoriete restaurant. Een klein Libanees familierestaurant waar ik regalmatig kom en waar ik vaak afspreek als iemand voorstelt ergens te gaan eten. Ik hoef er maar over te schrijven of het water loopt me al in de mond. En voor 40 dollar ben je met z'n tweeën uit en thuis, wijn zelf meebrengen want zoals veel kleine restaurants is ook dit BYO ('bring your own').

Last but not least
zorgden de immigranten uit Azië voor een enorme vlucht in het aantal restaurants, variërend van de vele curry in a hurry Indiase restaurants, tot Chinees, Vietnamees, Thais en een groot aantal Sushi Trains. Pothong Thai in Newtown is al jaren een favoriet, ook bij onze gasten. Geheel terecht voor het vierde achtereenvolgende jaar gekozen tot beste Thai restaurant in Sydney. Opvallend genoeg is het aantal Indonesische restaurants zeer gering. In het algemeen is het eten fantastisch en - niet onbelangrijk - duidelijk goedkoper dan in Nederland (Als in elke stad heb je ook hier natuurlijk genoeg posh eetgelegenheden waar je een flinke prijs betaalt). Voor een gemiddelde Thaise maaltijd betaal je in Dollars wat je in Nederland aan Euro's moet neerleggen. Gezien de koers van de Dollar (om en nabij de 60 Eurocent) een niet gering verschil.

Eén van de Australische eetgewoonten die in Nederland nog nagenoeg ontbreken, is het ontbijt buiten de deur. Niets is zo prettig en ontspannend als een bezoek op zaterdag- of zondagmorgen aan een van de vele cafés in de café-strip van Newtown, Glebe, Erskineville of een andere trendy wijk, krantje erbij. Ieder zichzelf respecterend café heeft Eggs Benedict op het menu, twee gepocheerde eieren op een gegrilde muffin en een ondergrond van naar keuze zalm, ham en/of spinazie, overgoten met Hollandaise saus. Samen met de variant Eggs Florentine is dit het meest populaire ontbijtgerecht Down Under. Natuurlijk gaat dat vergezeld van een caffe latte of een long black. Als je een caffe latte hebt geproefd, wil je nooit meer een koffie verkeerd.

Het is tussen dat alles moeilijk te onderscheiden wat nou precies Australisch is. Natuurlijk, we hebben de barbie, waar ik nog altijd geen al te grote fan van ben (wat dat betreft zit ik hier op de verkeerde plaats). Dat komt vooral door de gigantische lappen vlees die je hier worden voorgeschoteld, iets waar ik als ex-vegetariër en nog immer zeer matig vleeseter de nodige moeite mee heb. Ik heb liever een Steak Dianne, biefstuk in een romige, zeer smaakvolle champignonsaus. En er is natuurlijk niets zo Australisch als de Kangoeroe Steak. Het heeft een paar maanden geduurd voor ik me over mijn Skippy-complex heen kon zetten, maar daarna was ik verkocht. Kangoeroebiefstuk is te vergelijken met een zeer goede, malse en magere biefstuk. Veel pubs hebben de Roo Steak op het menu. Niet afkomstig van de overbevolking die moet worden afgeschoten om de kangoeroepopulatie op peil te houden (verboden te eten omdat ze ziektes kunnen hebben), maar afkomstig van speciaal op farms gefokte kangoeroes.

Australische wijnen hebben internationaal een goede reputatie, maar volgens mij nog altijd niet de reputatie die ze verdienen. Australische wijn is ontzettend lekker, al doe je er beter aan de goedkope plonk te vermijden. De beste wijnen komen uit de Margaret River streek, enkele uren ten zuiden van Perth. Onder de Margaret River wijnen is Mad Fish de crème de la crème. Geen goedkope wijn, maar in feite is iedere Margaret River wijn erg goed. Minder tot de verbeelding sprekend maar altijd lekker is de populaire Wolf Blass.

Ik zou nog even kunnen doorgaan, ik heb tenslotte nog niets gezegd over de smoothies (soort veredelde milkshakes, meer vruchtensap en minder vet), de cheesecakes, de banana cake en de pies (voorzichtig, vooral de voorverpakte pies, meestal een beefpie, zijn niet te eten, beter is op zoek te gaan naar een plek die zijn eigen pies maakt). Is er dan wat eten betreft niets om over te klagen Down Under? Dat is er zeker. De gemiddelde Australische kaas smaakt naar niks, al kun je je als kaasliefhebber zeer tegoed doen aan de gourmet trails in bijvoorbeeld Tasmanië of Gippsland (Victoria). Zoeken naar lekker brood is nog altijd een opgave, al is het zeker te vinden (het kleffe Engelse brood dat hier meestal wordt gegeten is niet te pruimen) en als je Nederland en België gewend bent, dan valt een frietje Down Under altijd tegen, al doen ze er nog zoveel chicken salt op. Maar wie klaagt daar nog over met zoveel aanbod en variatie?

Nog een laatste tip: Voor wie ooit naar Sydney gaat, vergeet niet een bezoek te brengen aan de twee Italiaanse broers van Gelatomassimo in Newtown. Echt, lekkerder ijs vind je nergens!

Kees Bakhuyzen

Avondvullende films

Hitchcock_2


Avondvullende films

Begin dit jaar kocht ik, vrij impulsief, bij de Groothandel een dikke dvd-box, gevuld met een stuk of acht films van de beroemde filmmaker Alfred Hitchcock. Ooit zag ik als puber op televisie de film The Birds (naar een verhaal van Daphne Du Maurier) en die film maakte toen dusdanig veel indruk dat ik daarna nooit meer op dezelfde manier naar vogels heb kunnen kijken. Heel schijterig, maar kraaien en meeuwen, ze moeten liever niet te dichtbij komen. En dat doen ze natuurlijk juist wél. In tochtige stationshallen en op perrons scheren niet alleen vliegende grijze ratten maar ook kraaien dikwijls griezelig laag over mijn schouder om vervolgens vlak voor mijn voeten neer te strijken. Daar blijven de pestkoppen zo lang mogelijk zitten, mij zijdelings met hun kraaloogjes in de gaten houdend. Pas op het allerlaatste moment vliegen ze op waarbij ze dan dat nare, krassende geluid uitstoten dat mij aan The Birds herinnert: ká! ká! Waarschijnlijk 'controleren' ze me alleen maar, net als honden dat bij hun baas doen en die baas denkt op zijn beurt dat dat liefde is, maar erg dol ben ik niet op ze. (Wat ik wel weer grappig vind zijn die kleine vogeltjes die op zomerse dagen langs dijken laag over de grond vliegen en een vrolijk spelletje krijgertje met mij, fietser, lijken te spelen.)

Ik kocht die doos omdat ik benieuwd was of ik me nu, zo'n dertig jaar later, opnieuw zou laten bedotten en in welke mate, en of ik me überhaupt nog iets van de film herinnerde. (Eén scène, die waarin de hoofdrolspeelster Nathalie Kay “Tippi” Hedren door krijsende meeuwen wordt belaagd, staat in mijn geheugen gegrift. Ze vlucht een telefooncel binnen waar ze zich eventjes veilig waant maar de vogels blijven haar aanvallen en pikken met hun harde snavels tegen het glas waardoor zich een barst in het glazen hokje vormt!), en ook omdat de dvd-box helemaal niet duur was. Mochten die andere films tegenvallen, zo redeneerde ik, dan had ik in ieder geval The Birds weer eens gezien.

Inmiddels kijk ik al maanden elk weekend naar één of twee Hitchcock films (ik heb nog twee verzamelboxen uit de bakken bij de Groothandel gegraaid) want The Birds heeft weer indruk op me weten te maken, zij het op een andere manier als toen ik hem voor het eerst zag op een doordeweekse avond (misschien na Toppop (yeh!)) samen met mijn moeder die al breiend met een half oog gezellig meekeek. Nee, ik word niet echt overvallen door nostalgische gevoelens naar voorgoed voorbije tijden maar dat ik (en al mijn vriendinnen) deze film ooit eng heb gevonden, daar schaam ik me wel een beetje voor. (Hoewel dat beeld van het speelrek bij die school waarop tientallen zwarte kraaien rustig zitten te wachten tot de kindertjes naar buiten komen nog steeds tot de verbeelding spreekt.)

Ik word bij het opnieuw kijken, getroffen en afgeleid door andere zaken. Allereerst door de werkelijk onvoorstelbare kleurenpracht die Hitchcock je voorschotelt, zowel van de natuur als van de stad. Natuurlijk, dat mag grotendeels op het conto van Technicolor worden geschreven, een duur filmprocedé dat met name in de periode 1922-1952 werd toegepast en waar Hitchcock veelvuldig gebruik van maakte - ook in de film The Birds die van 1963 is - maar dit heb ik nog niet bewust eerder gezien, nou ja, zo'n dertig jaar geleden dus, maar daar herinner ik me nagenoeg niets van.

Het tempo van de film is helemaal niet meer van deze tijd, dat ziet een kind, maar mij kan het voor een keer wel bekoren want terwijl Geliefde de kamer uitloopt omdat hij het tergend trage tempo niet langer kan verdragen, blijf ik gefascineerd naar de beelden uit die oude, mij grotendeels onbekende tijd, staren. (Zoals ik me onlangs ook heerlijk heb laten onderdompelen in Bill Brysons jongste boek The life and times of the Thunderbolt Kid dat de lezer meeneemt naar ongeveer diezelfde tijd.) Zo zien we Nathalie Kay Hedren in een motorbootje een meer oversteken en dat krijg je, je gelooft het niet, vrijwel real time te zien terwijl er dus niets gebeurt, of pas helemaal aan het einde van de rit. Of je krijgt, in een van Hitchcocks andere films, een halve concertregistratie (klassieke muziek) gratis erbij. Dit zijn wat je noemt avondvullende films.

Het valt me op dat de vrouwelijke acteurs zulke verrassend sterke rollen hebben. Het zijn stuk voor stuk geëmancipeerde en mondige vrouwen, heel anders dan de babes van tegenwoordig in (Amerikaanse) films/series. Die lijken heel wat maar hebben toch altijd een mannelijke superacteur nodig om gered, gelukkig, etc. te worden. Wie had dat gedacht want we spreken hier over de jaren vijftig en zestig?! Toegegeven, er zitten een paar psycho's en andere criminelen tussen maar, lichtelijk gestoord of niet, deze vrouwen hebben allemaal pit, het zijn met hun hoge haken, hun keurige mantelpakjes en leeftijdloze kapsels verre van kwezeltjes. Ze hebben eerder dan hun mannelijke tegenspelers door wat er aan de hand is en nemen direct het voortouw als er actie ondernomen moet worden.

Nee, eng zijn Hitchcocks films niet (meer), ook niet voor mensen die, zoals ik, geen natuurkunde hebben gestudeerd en die dus soms niet weten dat wat de filmmaker suggereert (vogels die telefooncelruiten met hun snavels weten te doorboren) helemaal niet mogelijk is, maar wie zin heeft in iets anders, in een ander tijdsbeeld, die kan zich door Hitchcocks films waarin veel te lachen valt, lekker lui laten verwennen en verwonderen, want vermakelijk zijn zijn films zeker.

Annelies van der Veer

Reacties Avondvullende films

De linkse zelfbedieningswinkel

Winkelwagentje_3
De linkse zelfbedieningswinkel

Tijdens mijn opleiding aan de School voor de Journalistiek in Utrecht mocht ik mijn eerste stage lopen bij Het Vrije Volk in Amsterdam. Dat beschouwde ik als een hele eer. Het Vrije Volk, in de naoorlogse jaren kortstondig de grootste krant van Nederland, gold als een uitstekende leerschool voor het journalistieke ambacht.

De eerste weken werkte ik in ploegendienst op de bureauredactie. Bij het toenmalige Vrije Volk mocht je pas de straat op als je in staat was vakkundig nieuwsberichten te schrijven of redigeren. Kom daar maar eens om bij de huidige opleidingen voor journalist!

Na vier weken mocht ik verhuizen naar de stadsredactie, waar de vakbekwame en milde chef Dirk Lammers mij overal op afstuurde. Ik herinner me nog dat ik per streekbus op pad ging naar het dorp Nederhorst-den-Berg om te berichten over een wethouderscrisis. “Denk er wel om,” zo drukte Lammers me op het hart, “dat je ook de mening van het PvdA-raadslid in je verhaal opneemt.”

Het Vrije Volk was gevestigd aan het Hekelveld in een imposant gebouw dat bekend stond als ‘de Rode Burcht’. Dit paradepaardje van het Nederlandse socialisme was - zo wist iedereen - tot stand gekomen dankzij ‘de dubbeltjes en kwartjes van de arbeiders’. Het was dan ook een grote schok toen de directie van De Arbeiderspers in 1969 besloot om de noodlijdende Amsterdamse hoofdvestiging te sluiten en zich terug te trekken op Rotterdam en Arnhem, waar de krant toen nog een relatief sterke positie innam. Als verlegen stagiaire van buitenaf besefte ik toen niet echt wat deze verhuizing teweegbracht bij de veteranen van deze krant.

In 1972 rukten de slopers op naar het Hekelveld. In De val van de rode burcht vertellen Gerard Mulder, Hugo Arlman en Ursula den Tex dat sommige oud-VrijeVolkers jaren lang met een grote boog om het Hekelveld liepen. Anderen daarentegen volgden met een bijna morbide fascinatie de sloop van het rode bolwerk op de voet.

Tot zo ver de mythische dubbeltjes en kwartjes, die in de toenmalige sociaal-democratie de maatstaf waren. Veertig jaar later denken socialisten niet meer in kleingeld, maar in uurtarieven van 187,50. Voor dat bedrag althans is de PvdA’er Dig Istha aangetrokken als spindoctor om het afgebladderde imago van de PvdA-ministers Jacqueline Cramer en Ella Vogelaar (‘de boerka moet kunnen’) te repareren.

PvdA helpt PvdA, maar dan wel op kosten van de belastingbetaler. Het ministerie van VROM besteedt 7500 euro per week aan deze operatie. Geen wonder dat andere partijen, zoals de VVD en de SP, hierover vragen hebben gesteld. Misschien dat Istha in de verre toekomst nog iets moois kan maken van de twee brekebenen van het kabinet-Balkenende-IV, maar het bekend worden van zijn aanstelling heeft alleen maar averechts gewerkt.

Het is niet de eerste keer dat PvdA’ers de overheid gebruiken als een soort linkse zelfbedieningsswinkel. Eerder werd bekend dat de politieke netwerkers Lennart Booij en Erik van Bruggen (beiden PvdA) 750.000 mochten ontvangen uit de begroting van minister Bert Koenders (PvdA) van Ontwikkelingssamenwerking. Voor dat geld organiseerden zij op het voormalige eiland Schokland een politieke propagandabijeenkomst om de zogeheten millenniumdoelen onder de aandacht van het volk te brengen.

PvdA-lid Eveline Herfkens bereikte haar eigen millenniumdoelen. Als functionaris bij de Verenigde Naties in New York ontving zij tegen de regels in een toeslag van meer dan 200.000 euro. Om claustrofobische gevoelens in een klein optrekje te voorkomen kreeg ze bovenop haar maandsalaris van 18.000 dollar een bedrag van 7.000 euro dollar per maand als vergoeding van de woonlasten. Herfkens was niet bekend met de regels, een uitvlucht waar de modale snelheidsovertreder of belastingfraudeur niet zo eenvoudig mee wegkomt.

Minister Guusje ter Horst (PvdA, Binnenlandse Zaken) kende de regels ook al niet, toen zij als burgemeester van Nijmegen haar dienstauto gebruikte voor privé-doeleinden en nevenfuncties. In dit geval is het gemeentebestuur van Nijmegen zo vrijgevig om de fiscale naheffing van 65.000 euro voor zijn rekening te nemen.

Partijleider Wouter Bos laat op zijn beurt de kosten van een proces tegen het roddelblad Weekend (20.000 euro) betalen door het ministerie van Financiën. De SP-Kamerleden, die zich mantelpakjes en riante hotelkamers laten aanleunen uit de begroting van de Tweede Kamer, zijn met dat alles vergeleken klein bier.

Ik herinner me nog de tijd dat linkse bladen als Vrij Nederland hele kolommen vulden met verhalen over corrupte KVP-figuren onder de Moerdijk in het algemeen en uit Limburg in het bijzonder. In dat geval kwamen de zelfverrijking en de vriendjespolitiek voort uit de arrogantie van de macht, uit het feit dat deze partij decennia lang zonder sterke oppositie de dienst kon uitmaken in de voormalige generaliteitsgebieden.

Inmiddels weten we dat bijna geen enkele partij immuun is voor de arrogantie van de macht – overal waar een partij langdurig aan de touwtjes trekt, zoals bij de PvdA in de grote steden, kan het fenomeen toeslaan. In landen met een tweepartijenstelsel kan een gezonde machtswisseling op zijn tijd nooit kwaad.

Bij de PvdA speelt, vermoed ik, nog wat anders mee. Men beschouwt zichzelf als mensen die goed werk doen voor het volk, en juist daarom vindt men bepaalde zaken geoorloofd. Men is immers hard bezig voor de goede zaak. Wie gaat er dan zeuren over bonnetjes, zei de Rotterdamse burgemeester Bram Peper toen hij in opspraak kwam door slordig declaratiegedrag.

Een opwaardering van het imago van Ella Vogelaar is volgens diezelfde redenering geen partijzaak maar een kwestie van landsbelang. Het is door deze zelfoverschatting dat partijprominenten als dominostenen achter elkaar de fout in gaan. Zolang ze vanuit de eigen rangen niet worden gecorrigeerd, zal het echt niet meer goed komen met de PvdA.

Carel Brendel

Net zo pijnlijk


Uitgelicht: Dagblad De Pers, 17.4.2008, interview met Minister Ella Vogelaar.[Een kleine selectie van Jip en Janneke uitspraken uit het interview.]

Vogelaar: (...) Maar als ik terugkijk op mijn eerste publieke optreden, de avond dat ik minister werd... Bent u voor of tegen de boerka, vroegen ze. Dat werd zó groot. Ik dacht: wat gebéurt hier zeg? Pfff! Maar die boerka stáát ergens voor. Het is een symbool, van de angst voor islamisering [cursivering HB]. Ik schoot in een betoog over juridische mogelijkheden, dat ik geen verbod wilde. En ik realiseerde me even niet waar het voor stond, dat ik dat duidelijk moest maken. Ik ben natuurlijk geen fan van de boerka. Het is ook een symbool van vrouwenonderdrukking.

Interviewers
(Kustaw Bessems, Peter Wieringa): U bent in uw leven veel bezig geweest met de emancipatie van de vrouw...
Vogelaar:
'Sterker nog, ik zie mij als product van de tweede emancipatiegolf.'

Interviewers: Dan moet zo'n boerka u heel kwaad maken. Het idee dat een vrouw, lomp gezegd, een zak over haar hoofd moet trekken.
Vogelaar
: 'Natuurlijk kan ik me daar over opwinden. Maar er worden niet veel boerka's gedragen en er is vrouwenonderdrukking op veel meer plekken in de samenleving.'

Interviewers
: Het is toch niet te vergelijken met, laten we zeggen, ongelijke beloning of geen kiesrecht in de SGP?
Vogelaar
: 'Die kunnen net zo pijnlijk zijn voor vrouwen. Ja, dat denk ik wel.'
(...)

Bron
, volledige interview: De Pers

Heeft u ook voorbeelden van Jip-en-Janneke-verslaggeving/berichten/foto's gehoord/gezien op radio of televisie? Stuur deze, met bronvermelding, dan naar hoeiboei.web-log.nl. Gebruik het mailformulier (linksboven)

Re-energised



Re-energised

De voorlaatste R.E.M.-cd Around the sun (2004) werd door critici vrijwel unaniem beschouwd als de zwakste van hun 13 albums en ook het publiek liet het afweten. Een verkoop van 2 miljoen is een nooit te realiseren droom voor nagenoeg elke band, maar het maakte Around de sun de slechts verkochte R.E.M. plaat en het was ver verwijderd van de 15 miljoen van een in commercieel en artistiek opzicht zo geslaagd album als Automatic for the people (1993). Ik vond Around the sun eerlijk gezegd zo slecht nog niet, maar een bepaalde gezapigheid leek toch binnengeslopen in de muziek van R.E.M. en een alternatief leek ver weg. Voorganger Reveal (2001) was prima plaat, maar omdat R.E.M. op die cd vooral hun eigen geluid uit de hoogtijdagen herhaalde, zij het van een iets mindere kwaliteit, is ook deze cd inmiddels in de vergetelheid geraakt.

IAccelerate_2k weet niet of de drie overgebleven groepsleden - Michael Stipe, Peter Buck en Mike Mills - zich veel hebben aangetrokken van alle kritiek. Misschien hadden ze gewoon zin weer eens een goede plaat te maken die alle twijfels omtrent hun relevantie in een klap weg zou nemen. Maakt niet uit wat, Accelerate is prachtig en doet qua sfeer opvallend genoeg vaak denken aan de eerste R.E.M. platen uit de jaren '80. Kort (ruim 34 minuten) en de gezapigheid van de heren-op-leeftijd heeft plaatsgemaakt voor de energie van een net beginnende punkband. De eerste negen nummers zijn zonder onderbreking goed, met het derde nummer Supernatural Superserious als hoogtepunt. Luister naar het in al zijn simpelheid prachtige en directe gitaargeluid van Peter Buck, met dank aan de nieuwe, jonge producer Jacknife Lee. Na de successen uit de vroege jaren '90 kwam R.E.M. in '95 met Monster en de groep heeft sindsdien niet meer zo'n fel rockgeluid geproduceerd als op deze nieuwe cd. Maar waar Monster naast een aantal goede nummers soms ook wat geforceerd klonk, daar is Accelerate in alle opzichten geslaagd. Alleen de laatste twee nummers klinken als een demo uit hun begintijd, maar ik denk dat zelfs dat met opzet gedaan is. En als we de Britse albumcharts als graadmeter nemen is naast de critici ook het publiek weer helemaal in de ban van R.E.M., want de cd kwam van niets op nummer 1 binnen.

Accelerate verdrong daarmee Rockferry, het debuut van de 23-jarige Welsh zangeres Duffy, dat een maand lang de Britse lijst had aangevoerd en dat in de U.K. naar verluidt de snelst verkochte cd dit jaar is. Terecht, want Rockferry is prachtig. Uiteraard is Duffy (de zangeres gebruikt alleen haar achternaam) de laatste weken vaak terug te vinden in kranten en (muziek)bladen en altijd komt daarbij de naam Dusty Springfield ter sprake, hetzij als directe referentie, hetzij om aan te geven dat al die referenties onterecht zijn. Ik neem wat dat betreft een tussenpositie in. Qua stem is Duffy geen Dusty (ze heeft een zeer krachtig, eigen stemgeluid), maar qua sfeer is er het een en ander te zeggen voor die parallel. Maar er dienen zich meer referenties aan. Hanging on too long doet elke keer weer denken aan I heard it through the grapevine van Marvin Gaye en de beginklanken van Stepping Stone zijn identiek aan het begin van de Hal David/Burt Bacharach compositie The look of love, beroemd in de uitvoering van zowel Dusty als Dionne Warwick. Denk verder aan het orkestrale geluid van The Walker Brothers en de wall of sound van Phil Spector, doe er nog een beetje Sandy Shaw bij en je komt uit bij Rockferry. Duffy werkte op deze cd met drie producers, waarvan ex-Suede gitarist Bernard Butler de bekendste is. Op de moderne opnametechnieken na zou de plaat net zo goed uit 1968 kunnen stammen, maar wie maalt daar nog om met zulke prachtige composities als de sterke openingstrack, het intense I'm scared en de dramatische afsluiter Distant Dreamer, door Butler de volle muzikale dramatiek meegegeven zonder dat Duffy omkomt in het geweld. Fantastisch debuut.

Kees Bakhuyzen

Duffy op Youtube: http://www.youtube.com/watch?v=zlcRRnbqS8Y

REM: http://www.youtube.com/watch?v=IZqHaPrWp8E

De mythe van Andalusië


Uitgelicht: Televisie: Pauw & Witteman, 14 april 2008 met o.a. Mohammed Cheppih, die de nieuwe Poldermoskee in Amsterdam gaat leiden.Pauw en Witteman vragen of islam en democratie eigenlijk wel samen gaan, want kijk naar de islamitische landen en nergens is die combinatie een succes. Wat vindt Cheppih hiervan?

Cheppih
antwoordt echter dat democratie en islam heel goed kunnen samengaan want kijk naar Andalusië in Spanje waar moslims en christenen en andere 'niet-moslims' heel goed en vredig in een democratie met elkaar konden leven. Andersdenkenen hadden het in Andalusië onder de islam heel goed.

Heeft u ook voorbeelden van Jip-en-Janneke-verslaggeving/berichten/foto's gehoord/gezien op radio of televisie? Stuur deze, met bronvermelding, dan naar hoeiboei.web-log.nl. Gebruik het mailformulier (linksboven)

Een wereld van verschil: het Jodendom als religie tussen de wereldreligies (vervolg)



Een wereld van verschil: het Jodendom als religie tussen de wereldreligies (vervolg)Lees evt. eerst deel 1 hier

Een gevolg van deze maatschappelijke processen is dat wij, als wij met een gemengd gezelschap van joden en niet-joden bijeen zijn, nooit honderd procent zeker zullen weten of wij niet ook ten dele voorouders van 'de andere kant' hebben. Als je zoals ik - maar dat is tegenwoordig een uitzondering - minstens 128, zo niet 1024 aantoonbaar vol-joodse voorouders hebt, is dat geen garantie dat er in de grijze Oudheid nooit eens bekeerlingen tot het Jodendom onder die voorouders kunnen zijn geweest. En voor de Oost-Europese joden - vóór de shoah de meerderheid van het joodse volk - komt daar nog bij dat er op grote schaal verkrachtingen voorkwamen tijdens de rooms-katholieke pogroms in Polen en de orthodox-christelijke pogroms in Rusland. Vandaar, zegt men, dat joden van deze herkomst vaak blauwe ogen en rossig-blonde haren hebben.

Degenen onder de niet-joden die menen dat zij, al was het maar vanwege het domineesgeslacht waaraan zij zijn ontsproten of, nog absurder, vanwege hun blonde haren en blauwe ogen (of in de mediterrane wereld: vanwege hun islamitische herkomst) onmogelijk joodse voorouders kunnen hebben, zouden zich weleens deerlijk kunnen vergissen, als je al die miljoenen uitgestroomde, overgelopen, bekeerde of verkrachte joden van de achterliggende eeuwen meerekent.

Vanuit het gezichtspunt van de genetische vermenging is het Jodendom dus wel een 'wereldreligie', maar dan niet bepaald in de meest gangbare betekenis van die term.

Waarom wordt het religieuze Jodendom, hoe verdwijnend klein zijn aanhang ook is geworden en terwijl het bovendien in een waaier van stromingen en substromingen is verdeeld, dan toch nog in één adem genoemd met de grote wereldreligies?

In de eerste plaats natuurlijk omdat het de ervan afgetakte religies - Christendom en Islam, die met name buiten West-Europa nog steeds een massale aanhang hebben - althans ten dele heeft geïnspireerd. Via de gelovigen, en niet te vergeten de afvalligen van deze twee werkelijk omvangrijke wereldreligies heeft het Jodendom een aantal religieus-ethische principes in de wereld gebracht die inmiddels, zij het soms onherkenbaar getransformeerd of verwaterd, in het algmene bewustzijn zijn opgenomen.

De potentieel belangrijkste bijdrage van Tenach, de Hebreeuwse bijbel en vervolgens van het rabbinale religieuze Jodendom aan de nu wereldwijd zo dominante westerse cultuur is waarschijnlijk zijn rationele, potentieel democratische sociale gezindheid, met de daarbij behorende ethiek en praktische moraal:

- heb uw naaste lief als uzelve (niet een christelijke vondst, zoals menigeen denkt, maar al te vinden in Vayikra/Levitucus, 19:18);
- wees barmharig voor je vijanden en goed voor degenen die van jou afhankelijk zijn: je bedienden, je kinderen, de armen, vreemdelingen, dieren (dit staat in de tora en wordt nauwkeurig uitgewerkt in de Talmoed en in de daarop volgende rabbijnse commentaren (ook dit is dus een van oorsprong typisch joodse gedachte);
- wees actief betrokken bij je medemensen en je omgeving. Beoefen tsedaka. Tsedaka is dan niet zonder meer 'liefdadigheid', het geven van aalmoezen, zoals het vaak wordt opgevat, maar eerder zoiets als verdelende rechtvaardigheid. In onze tijd is tsedaka misschien bij uitstek te vertalen met 'zorg voor het milieu' of met 'hulp aan andere mensen en andere volkeren in moeilijke omstandigheden';
- pleeg geen incest en ander geweld binnen het familieverband of daarbuiten tegen zwakkeren (het zou prettig zijn als ook deze van oorsprong joodse norm wat algemener werd toegepast).

Dit zijn nu althans in theorie algemeen aanvaarde ethische principes. Zij zijn afkomstig uit het religieuze Jodendom, dat daarmee het etiket 'wereldreligie' wel verdient.

Nog een aantal 'typisch joodse' morele aansporingen en gebruiken die soms ten dele in de algemene cultuur zijn overgegaan of waarvan je zou mogen hopen dat dit alsnog gebeurt:

- handel je verplichtingen, vooral die jegens anderen, snel en correct af ('Zo niet nu, wanneer dan?' is de bij uitstek joodse zegswijze, stammend uit talmoedische tijden). Uitstel, voor je uit schuiven, je schulden en overige verplichtingen, zowel de materiële als de niet-materiële, niet tijdig inlossen geldt als 'on-joods';
- roddel niet, laster niet en klets niet over anderen achter hun rug ('Eeuwige, behoed mijn tong voor kwaadspreken en mijn lippen voor het zeggen van leugens' vormt een onderdeel van de Amida, het dagelijks gebed);
- wees geen platvloers mens, maar vooral ook geen zwever en verkoper van vrijblijvende mooie praatjes. Wees 'als een boom bij het water': stevig geworteld en toch met een rijke kruin, staat in de Mishna;
- maak een het goed bedoelend mens niet ten overstaan van anderen in het openbaar te schande. Zorg dat je medemensen, ook als zij hebben gefaald of iets verkeerd doen, zo min mogelijk hun gezicht verliezen;
- als je een zieke bezoekt, een begrafenis bjiwoont of rouwenden na een sterfgeval bezoekt, een begrafenis bijwoont of rouwenden na een sterfgeval opzoekt (Dit behoort tot de mitswot, de vele religieuze opdrachten), begin dan niet over je eigen problemen, je eigen ziekten, kwalen of verdriet. Wacht bij voorkeur tot de ander begint te spreken en reageer op wat die wil zeggen;
- geniet volop van het goede van het aardse leven, leef liever niet als een asceet (dat leidt maar tot negatieve explosies), maar wees wel beheerst in je dierlijke aandriften;
- respecteer het leven; het is het kostbaarste bezit.

Een aantal van deze ethische idealen en morele richtlijnen van het Jodendom - die uiteraard ook voor vele joden niet meer dan idealen blijven - vormen inmiddels een belangrijk bestanddeel van de algemene westerse cultuur, zolang daarin niet doelbewust naar het 'heidense' niveau wordt geregresseerd, en voor de rest mag je hopen dat zij nog eens in de algemene cultuur zullen doordringen.
(...)

Andreas Burnier

(De tekst is met toestemming van de Erven Burnier geplaatst.)

Een gevaar dat de ziel in wil - Andreas Burnier
(pag. 457-460)
Essays, brieven en interviews 1965-2002
510 pagina's
Samenstelling Ineke van Mourik en Chris Rutenfrans
Uitgeverij Augustus
Amsterdam - Antwerpen

Haram (2) + De holocaust

Chickens_top

Haram

Wat bezielt een Nederlandse vrouw, een beetje een vrouw zoals Agnes in de boeken van Peter van Straaten, om op een islamitische basisschool in Amsterdam-West les te gaan geven? Fenny Brinkman deed het zes jaar, uit idealistische overwegingen, om de moslims te helpen integreren in Nederland.

De eerste vijf jaar werkt Brinkman op een dependance waar overwegend vrouwen werken, en hoewel ze zich elke ochtend op school moet omkleden: zwarte rok aan en dito hoofddoek op, gelooft ze in haar werk. De kinderen zijn lief, ze heeft aardige collega's en dat ze geen lippenstift mag dragen vindt ze geen enkel probleem.

Als in haar zesde lesjaar het mannelijke schoolbestuur de gang van zaken op school direct gaat controleren, realiseert zij zich langzamerhand dat zij in een uiterst intolerante omgeving is terecht gekomen. Een bevriende collega merkt op een gegeven moment op "Ze willen geen integratie, het is enkel eenrichtingsverkeer".

Bijna alles wat met Nederland te maken heeft, wordt op school als haram (zondig) ervaren: Sinterklaas bijvoorbeeld maar ook een door leerlingen geknutselde bloem is haram want het schoolbestuur ziet er een christelijk symbool in. Het is misschien wel leuk te weten dat applaudisseren haram is, i.p.v. in de handen te klappen mogen moslims Allah o akbar (Allah is groot) roepen, als blijk van waardering. (Deze kreet hoorde je ook in het stemlokaal in Nederland waar Irakeze moslims destijds konden stemmen.) Als Brinkman zich een keer, bij gebrek aan een vrije stoel, op een bijzettafeltje vlijt, ontstaat er grote commotie. Ze moet eraf: 'Jij niet zitten daar, is koran liggen", blaft de conciërge Mehmet overstuur. Brinkman is op het tafeltje gaan zitten waar de koran normaliter ligt. Dit is een doodzonde, alleen je bovenlichaam mag met de heilige schrift in aanraking komen, alles onder de navel is haram.

Ze realiseert zich dat ze alleen maar op een islamitische school mag lesgeven omdat er niet genoeg moslimleerkrachten zijn en niet omdat zij zo'n bekwame juf is. Ze wordt getolereerd maar nooit geaccepteerd. De moeders van de kindertjes zijn vaak bekeerlingen, die, gehuld in burka's, hun kinderen naar school brengen. Het is grappig te lezen hoe Brinkman de macho mannen van deze vrouwen beschrijft. De bekeerde moeders geven ook extra koranlessen aan de kinderen. Na de eerste bijles komt een jongetje blij aan juf Fenny vertellen dat hij in de hemel komt.

Brinkman slikt veel, onbegrijpelijk veel, omdat ze wil blijven geloven in de multiculturele samenleving en gelukkig kan zij na een schooldag weer de normale wereld in waar ze in een kroeg haar somberte even kan vergeten en met een collega kan lachen om alle doorstane ellende en vernederingen. Het totale gebrek aan humor op school breekt haar op. Als Brinkman hoort dat een collega gedwongen is de jodenvervolging te ontkennen, wordt voor haar een kritische grens overschreden. Zij heeft het idee dat ze een verkeerde zaak dient en dat verdomt ze nog langer.

Brinkman weigert te accepteren dat alle moslims zo extreem in de leer zijn. Ze heeft haar geloof in onze multiculturele samenleving nog niet verloren maar de hoop iets te kunnen veranderen, meer begrip bij het schoolbestuur voor de Nederlandse opvattingen te kweken, heeft ze niet meer. Ze besluit daarom te solliciteren op een zwarte school. Af en toe komt ze nog ex-collega's tegen en die vertellen haar dat de situatie op school precies hetzelfde is gebleven, hetgeen haar niets verbaast.

In het nawoord schrijft Fenny Brinkman:
"Ik schreef al maanden aan mijn boek toen Theo van Gogh opeens vermoord werd. Deze gebeurtenis sterkte mij in de overtuiging dat ik mijn verhaal moest vertellen. Nog steeds sluiten nietsvermoedende stadsdelen gentlemen's agreements met islamitische schoolbesturen. Ik begrijp dit absoluut niet. Een groot gevaar ligt op de loer. Een aantal moslims wil niets liever dan onze westerse maatschappij omverwerpen en Nederland in een islamitische staat veranderen."

Annelies van der Veer

(De tekst is hier in het Portugees vertaald.)

De holocaust

Deze middag is het voor de leerlingen in de bovenbouw tijd voor geschiedenisles en daar wordt de Tweede Wereldoorlog behandeld. Mijn collega Henk, een goedaardige, ervaren leerkracht, vertelt de jongens over deze periode. De meisjes zitten in een andere klas, aangezien de kinderen vanaf de midden- en bovenbouw gescheiden les krijgen. Henk vertelt over de jodenvervolging, de uitroeiing van homofielen en zigeuners en de concentratiekampen. Hij waarschuwt voor het volgen van waanzinnigen, zoals bijvoorbeeld Adolf Hitler. Vervolgens praat hij over de gevaren van racisme.

Henk is een integere man. Het onderwerp maakt indruk op de jongens. Ze vertellen er thuis over. De volgende dag komt een aantal vaders hun beklag doen. Ze vragen zich af wat voor idiote ideeën hun kinderen meekrijgen en hopen 'Insha Allah' (zo Allah het wil) dat dit soort lessen niet meer gegeven wordt, aangezien deze haram zijn en bovendien kun je met joden beter niet omgaan.

Abdullah bedenkt een creatieve oplossing en sommeert de leerkrachten joden en homofielen te 'vervangen' door zigeuners. Zigeuners staan namelijk hoger in de islamitische pikorde aangeschreven. Joden zijn slecht en homofilie is een ziekte die bestreden dient te worden. Het liefst met harde hand. Henk verlaat de school om nooit meer terug te komen.

'Hier doe ik niet aan mee,' is zijn enige commentaar.

Uit: Haram
(uit het dagelijks leven op een islamitische school)

Fenny Brinkman

Uitgeverij Balans,
2005

Reacties Haram

Het bepalende moment

Secondplane_2

Het bepalende moment

De Britse schrijver Martin Amis heeft zich de laatste jaren manifest gemengd in het islamdebat. Veertien stukken van na 11 september - om precies te zijn gepubliceerd tussen 18 september 2001 en 11 september 2007 en gepubliceerd in o.a. The Times, The Guardian en The New Yorker - zijn nu verschenen onder de titel The Second Plane. Uitermate boeiend materiaal, maar zoals zo vaak ontkom je niet aan de vraag in hoeverre het de schrijver lukt het spreken voor eigen parochie te overstijgen.

'Het was de komst van het tweede vliegtuig, laag scherend over het Vrijheidsbeeld: dat was het bepalende moment. Tot dat moment dacht Amerika dat het getuige was van niets ernstigers dan het ergste vliegtuigongeluk uit de geschiedenis van de luchtvaart; nu kreeg ze een idee van de ongekende hevigheid die zich tegen haar aftekende.' - 'The Second Plane', The Guardian, 18 september 2001.

Naast o.a. Christopher Hitchens en Nick Cohen heeft de schrijver Martin Amis zich de afgelopen jaren steeds meer geprofileerd als de grootste Britse criticaster van zowel islamitisch extremisme als de deels naïeve, deels berekenende reactie op de groei van de islamitische invloedssfeer vanuit mate name de linkerzijde van het politieke spectrum. Amis' scherpe kritiek heeft hem de nodige verwijten van 'islamofobie' opgeleverd, een feit dat valt te betreuren maar dat bepaald geen verbazing wekt in de sfeer die zich de afgelopen jaren nog wat heeft verhard binnen het islam-debat. Het is tevens kenmerkend voor wat inmiddels steeds vaker wordt aangeduid met de 'loopgravenoorlog' dat Amis wordt verweten dat de door hem gehanteerde scheidslijn tussen 'extreme' en 'gematigde' Islam vrijwel onzichtbaar is. Ook hier geldt: uitermate treurig, zeker gezien het antwoord van Amis op zijn critici: Als die scheidslijn zo dun is, dan is het aan de 'gematigde' moslims hun ware gezicht te laten zien door uit hun eeuwige slachtofferrol te stappen en het in naam van hun geloof geuite geweld unaniem en met sterke bewoordingen af te keuren. Gebeurt dat niet, dan staat hij in zijn gelijk. - Ik formuleer het hier in mijn eigen woorden, maar dit is waar het op neer komt. Een confronterende maar in mijn ogen tevens rechtvaardige eis.

De 14 stukken in The Second Plane zijn zeer divers van aard. Van het titelessay, gepubliceerd op 18 september 2001, tot lange stukken die het woord 'essay' meer verdienen dan de kortere opiniestukken. Daartussendoor 'On the move with Tony Blair', een journalistiek portret van enkele dagen uit het leven van de toenmalige Britse premier, en twee fictieve verhalen die verschenen in The New Yorker. In 'The last days of Muhammad Atta' betreedt Amis de gedachtenwereld van de leider van de terroristengroep en de bestuurder van het eerste vliegtuig dat het WTC binnenvloog. Een sterk verhaal, maar het wordt nog overtroffen door de morbide paranoia van 'In the palace of the End', waarin een van de dubbelgangers van de zoon van een niet nader genoemde dictator vertelt over de waanzin van zijn dagelijks leven. Zo zijn er de wonden die exact gelijk moeten zijn aan de wonden van de zoon, geen geringe eis gezien de vele aanslagen op zijn leven die hem enorm veel lichamelijk letsel opleveren. Het meest morbide wordt Amis als hij de martelpraktijken beschrijft, waarbij een slachtoffer vaak wordt gedwongen tot een 'bekentenis' als zijn vrouw of kinderen lichamelijk letsel wordt toegebracht: 'De zak bevatte enkele uitgehongerde beesten plus de driejarige dochter van de verdachte.'

Voor de polemiek gaat de aandacht uiteraard uit naar de opiniestukken. Amis is een bijzonder goede stilist, maar die gave kan ook tegen hem werken. Daarnaast wil hij soms te veel zeggen in weinig woorden, wat de duidelijkheid niet ten goede komt. Zo was voor mij zijn roman over Stalin. Koba the dread, bijna onleesbaar omdat Amis zich ondanks het goede materiaal en de verschrikkingen die hij beschrijft verliest in de wens zijn eigen stilistische gaven te overtreffen. De hier bijeengebrachte stukken dreigen soms ten onder te gaan aan hetzelfde euvel. Zo begint het laatste stuk - September 11, gepubliceerd in The Times op 11 september 2007 - met een weinig ter zake doende uiteenzetting over de Amerikaanse term 9/11 tegenover het Europese 11 september, voordat hij zich richt op een uitstekende uiteenzetting over de westerse onmacht adequaat te reageren op de waanzin van 11 september. Erg treffend is de passage die beschrijft hoe hij na enige jaren Zuid-Amerika terugkomt in Europa waar hij al snel bespeurt dat de zo beheerste 'middle ground' die hij voor zijn vertrek innam inmiddels zonder van identiteit te veranderen is verdrongen naar de politiek (uiterst) rechtse hoek:

'Ik zei dat het Westen de afgelopen vijf jaar had moeten besteden aan de opbouw van een democratisch en pluralistisch model in Afghanistan, terwijl men ondertussen Irak in bedwang had moeten houden.' [...] 'Ik begon de gezichten in het publiek een voor een aan te kijken en wat ik zag waren blikken en fronsen, niet van instemming, maar van ongeloof. Op dat moment begon een jonge vrouw te spreken met een stem die bijna oversloeg van hartstochtelijke zelfgenoegzaamheid, terwijl ze zei dat het de Amerikanen waren die de Islamisten in Afghanistan van wapens hadden voorzien en dat daarom de Amerikanen, in antwoord op de 11e september, bommen op henzelf zouden moeten gooien!' Tot grote verbazing van Amis wordt deze dame getrakteerd op een enthousiast applaus.

Het is slechts een van de vele voorbeelden die The Second Plane tot een zeer interessant boek maken en ik moet zeggen dat de doorwrochte stijl van Amis het voordeel heeft dat het boek blijft boeien. Ik heb het zojuist voor de tweede keer gelezen en een derde lezing zal mij ongetwijfeld evenzeer boeien. Wat ik vooral sterk vind aan de stukken van Amis, is dat hij minder belichte aspecten binnen de discussie opnieuw ter sprake brengt. 'Ed was dol op de aandacht en het gevoel van eenheid,' zo schrijft hij in een bespreking van het boek An Islamist's Journey van de ex-islamist Ed Husain. Ook de grootheidswaanzin en het gevoel de geschiedenis naar je hand te kunnen zetten zijn elementen die Amis vaak aanhaalt als bepalender voor de extreme geest dan de ware religieuze passie en de zogenaamde woede omtrent het lot van de Palestijnen. Dat zijn slechts excuses om de ware aard van de extremisten te verhullen. 'Wat ze met elkaar gemeen hebben is dit: ze hebben allemaal een abnormale interesse in geweld en dood.' Kees Bakhuyzen

Hoogtepunt is zonder twijfel het lange essay 'Terreur en verveling: De afhankelijke geest.' - 'Tot voor kort werd beweerd dat we hier werden geconfronteerd met een 'burgeroorlog' binnen de Islam. Dat moest dit alles voorstellen: geen botsing der beschavingen of iets dergelijks, maar een burgeroorlog binnen de Islam. Goed, de burgeroorlog lijkt over te zijn. En het Islamisme heeft gewonnen. De gematigde Islam is bedrieglijk goed vertegenwoordigd op de opiniepagina en in het publieke debat, maar op andere plaatsen is het afwezig. We horen niets van de gematigde Islam terwijl het Islamisme - als aanstichter van wereldgebeurtenissen - min of meer alles is wat we zien.'

Juiste opmerkingen, maar ondanks de naam die Amis heeft als een van de vooraanstaande Britse schrijvers van de afgelopen decennia en ondanks het toe te juichen feit dat deze stukken zijn gepubliceerd in prestigieuze publicaties, blijft de twijfelachtige vraag hoe de stukken van Amis kunnen bijdragen aan het debat. Medestanders zullen The Second Plane toejuichen en worden van Amis voorzien van de nodige extra munitie voor de nooit aflatende discussies, maar ik vraag me af of de tegenstanders van Amis het zullen aandurven zijn stukken werkelijk onder de loep te nemen. Ik vrees eerlijk gezegd het ergste.

Kees Bakhuyzen


Martin Amis - The Second Plane
Jonathan Cape, London

Er is geen Nederlandse vertaling van The Second Plane verkrijgbaar. Alle bovenstaande citaten zijn door mij vertaald. Binnenkort op Hoeiboei een vertaling van een passage uit 'Terreur en verveling: De afhankelijke geest.'

Een glaasje thuis

Ginger

Een glaasje thuis

Gisteren hadden we, tussen vijf en acht, wat vrienden op bezoek om een borreltje te drinken. 't Was zó maar, zonder tastbare aanleiding, om elkaars gezichten weer eens te zien. Henk en Elly waren er ook. Ze vormen een intellectueel echtpaar en ze zijn pas laat aan kinderen begonnen, zodat ik ze een hele generatie vóór lig. Een zoontje van vier hebben ze, dat zonder flauwekul Keesje heet. Ik vroeg hoe hij het maakte en ze zeiden fijn: hij was op dat moment in handen van een studente, die als oppas fungeerde en zou door haar straks in bed worden getild. Ik schonk ze iets in de oporto sfeer en ze vermengden zich met de anderen, meteen inhakend bij het gesprek, dat over kunst en letteren ging. Gevestigde reputaties vielen als tinnen soldaatjes en de stemming begon al geanimeerd te worden, toen de telefoon ging. Ik zat er het dichtste bij.

'Jullie oppas,' riep ik.
Elly, geheel moederdier, was in één sprong bij het apparaat.
'Ja?'
'Wat is er?' riep Henk, uit de andere hoek.
Maar ze wuifde geruststellend met haar hand, luisterde nog even, liet toen de hoorn op haar borst zakken en zei: 'Ach, 't is niks. Keesje vraagt of God bestaat.'
'Noem dat maar niks,' zei mijn vrouw.
Henk haalde kribbig zijn schouders op. 'He, waarom komt hij daar nóú ineens mee,' riep hij.
'Nou, hij zit op het moment zijn hoopje te doen,' antwoordde zijn vrouw, 'en dan moet toch altijd de deur open blijven, omdat hij met je wil praten, in de kamer? Goed, dat doet hij nu met de oppas. En toen vroeg hij het ineens. Vandaar dat ze opbelt. Dat mens weet natuurljjk ook niet hoe wij dat zien...'

Henk was opgestaan. Hij liep naar zijn vrouw toe en nam haar de hoorn uit de hand.
'Ja juffrouw? Hoe kwam hij eigenlijk op dat onderwerp?' Hij luisterde even, knikte een paar maal en besloot toen: 'O ja, ik begrijp het. Nou, zegt u maar: "Nee". Ja. Dag juffrouw.'
En de hoorn neerleggend: ''t Idee. Zo'n klein wurm ga je toch niet met zulke dingen belasten.' Hij ging weer bij zijn glas zitten.

"En hoe kwam hij nou op dat onderwerp?' vroeg ik.
'O, door mij,' antwoordde hij, 'ik zeg dikwijls: "God mag 't weten" of: "God zal me bewaren", gewóón, zonder bijgedachten. En vandaag ben ik blijkbaar nog al kwistig geweest met die uitdrukkingen en daar zat hij nou over na te denken.'

Ik knikte. 'Willen jullie nog wat drinken?' vroeg ik.
Toen ik de ronde net volgeschonken had, ging de telefoon weer.

'Ja, hallo?' vroeg ik.
'U spreekt nog eens met de oppas. ' t Spijt me erg, maar .... Ziet u, ik heb het hem gezegd, maar nou wil hij weten of Sinterklaas dan wél bestaat.'
'Ogenblikje,' zei ik.

Henk zat in een levendige discussie over het oeuvre van Jan Wolkers. Ik tikte hem op de schouder en vroeg: 'Zeg, Sinterklaas, hoe sta je daar tegenover?'
'Waarom?' vroeg hij.
Ik wees naar de telefoon. 'Je oppas,' zei ik. 'Nu God dan niet bestaat, wil je kind weten hoe het dan zit met Sinterklaas.'
'Bestaat óók niet,' zei Henk, met een maaiend handgebaar.

Ik ging terug naar het toestel en wiste de lieve grijsaard telefonisch uit. 't Werd naar mijn gevoel wel eenzaam rond het kereltje daar ginds op de wc, maar ik zweeg, want bij het opvoeden geldt in zeer sterke mate 'elk voor zich, God voor ons allen', al klinkt de uitdrukking in dit verband misschien niet zo gelukkig. Terwijl ik de fles weer hief, ging de telefoon ten derden male. Voor ik de hoorn opnam riep ik: 'Henk! Kabouters, hoe zie je die?'

'Heb ik al lang uitgeroeid,' antwoordde hij.

't Was dan ook niet de oppas maar een knorrige abonnee, die door de bezorger was vergeten en nu wilde dat ik hem de krant bracht. Dat beloofde ik hem, kortheidshalve. Hopelijk hebben de kaboutertjes het even gedáán.

Kronkel

Uit: Alle Kroegverhalen - Simon Carmiggelt
Singel Pockets, 1996
Uitgave in samenwerking met
B.V. Uitgeverij De Arbeiderspers
ISBN 90 413 30224/CIP/NUGI 300

[De tekst is met toestemming van de Erven Carmiggelt geplaatst.]

Museumpark Oriëntalis

spiegel



Laat de oorlog tussen religies maar woeden







Oman. Directeur Mohammed Abdul Ali van Museumpark Oriëntalis is net terug van een financieringstrip naar Nederland. De oorlog tussen de godsdiensten woedt nu ook in het vroegere Koran Openluchtmuseum, maar dan in het klein.

Het Koran Openluchtmuseum was decennialang een plichtmatige bestemming voor schoolreisjes van islamitische basisscholen. Na een rondleiding langs een Israëlisch dorp, de ezeltjes en het tentenkamp mochten de kinderen uitrazen in een roestig speeltuintje. De laatste jaren stopten er helaas steeds minder touringcars op de parkeerplaatsen van de zandvlakte van Heilig Landstichting. (...)

Oriëntalis biedt educatie over drie belangrijke religies - jodendom, christendom en islam - zonder zelf partij te kiezen.

"Dat is niet altijd even eenvoudig", erkent Mohammed Abdul Ali. (..) "Aanvankelijk had iedere godsdienst zijn eigen scherm, op volgorde van ouderdom. Het jodendom links, want dat is het oudst. In het midden het christendom en rechts de islam. Een hoogleraar antropologie vond dat niet verstandig, omdat de beste positie - de laatste - dan voorbehouden was aan de islam. We hebben toen besloten de films over de drie schermen te laten verspringen, zodat op het laatste scherm beelden van alle drie de godsdiensten voorbij komen."

Mohammed Abdul Ali dacht een nette oplossing te hebben gevonden, totdat hij op een nieuw probleem werd gewezen. 'De christenfilm was net iets langer op het laatste scherm te zien dan die van de islam. Bezoekers hadden dat met hun stopwatch getimed en waren boos. Dat laat zien hoe gevoelig deze thematiek ligt."
(...)
Mohammed Abdul Ali kan de plannen om naast de moskee en de synagoge een kerkhuis te bouwen, nu gewoon doorzetten. De financiering daarvoor is voor de helft rond: dominee Ter Linden van de Westerkerk in Amsterdam wil 500.000 euro investeren. Uiteraard leverde dat weer de nodige ophef op. 'Om iedereen gerust te stellen: de dominee sponsort de bouw van het kerkhuis, maar dat wil niet zeggen dat hij dicteert wat er daarbinnen gebeurt. Hij betaalt, maar het museum bepaalt. Het wordt dus geen gebedsgebouw, maar een educatiecentrum waarbinnen we ook kritische vragen over de bijbel stellen.
(..)
De Saoedie Arabische multinational Arab Oil gaat bedrijfstrainingen doen in Oriëntalis. 'Op voordracht van een werknemer: een Saoedie-Arabische Duitser van vierentwintig jaar", zegt Mohammed Abdul Ali. (...)

Inspiratie: Dagblad De Pers, 7.4.2008

Laat de oorlog tussen religies maar woeden



Nederland. Directeur Pieter-Matthijs Gijsbers van Museumpark Oriëntalis is net terug van een financieringstrip naar Oman. De oorlog tussen de godsdiensten woedt nu ook in het vroegere Bijbels Openluchtmuseum maar dan in het klein.



Het Bijbels Openluchtmuseum was decennialang een plichtmatige bestemming voor schoolreisjes van christelijke basisscholen. Na een rondleiding langs een Israëlisch dorp, de ezeltjes en het tentenkamp mochten de kinderen uitrazen in een roestig speeltuintje. De laatste jaren stopten er helaas steeds minder touringcars op de parkeerplaatsen in de bossen van Heilig Landstichting. (...)



Oriëntalis biedt educatie over drie belangrijke religies - jodendom, christendom en islam - zonder zelf partij te kiezen.



"Dat is niet altijd even eenvoudig", erkent Gijsbers. (...) "Aanvankelijk had iedere godsdienst zijn eigen scherm, op volgorde van ouderdom. Het jodendom links, want dat is het oudst. In het midden het christendom en rechts de islam. Een hoogleraar antropologie vond dat niet verstandig, omdat de beste positie - het midden - dan voorbehouden was aan het christendom. We hebben toen besloten de films over de drie schermen te laten verspringen, zodat op het middelste scherm beelden van alle drie de godsdiensten voorbij komen."



Gijsbers dacht een nette oplossing te hebben gevonden, totdat hij op een nieuw probleem werd gewezen. "De islamfilm was net iets langer op het laatste scherm te zien dan die van het christendom. Bezoekers hadden dat met hun stopwatch getimed en waren boos. Dat laat zien hoe gevoelig deze thematiek ligt."



(...)
Gijsbers kan de plannen om naast het kerkhuis en de synagoge een moskee te bouwen, nu gewoon doorzetten. De financiering daarvoor is voor de helft rond: sultan Qaboos van het Sultanaat van Oman wil 500.000 euro investeren. Uiteraard leverde dat weer de nodige ophef op. 'Om iedereen gerust te stellen: de sultan sponsort de bouw van de moskee, maar dat wil niet zeggen dat hij dicteert wat er daarbinnen gebeurt. Hij betaalt, maar het museum bepaalt. Het wordt dus geen gebedsgebouw, maar een educatiecentrum waarbinnen we ook kritische vragen over de koran stellen.
(..)
De Duitse multinational Thyssenkrupp gaat bedrijfstrainingen doen in Oriëntalis. 'Op voordracht van een werknemer: een Duitse Turk van vierentwintig jaar", zegt Gijsbers. (...)





Bron: Dagblad De Pers, 7.4.2008



Vertraging


Vertraging

Marketing neemt de wereld over, en marketing is taal. Woorden. Verhullend, verfraaiend, en soms - nee, vaak! - ergerlijk. Neem de spoorwegen (in marketingtaal: NS, zónder lidwoord). Zit je op het perron op de trein van 16.55 te wachten, komt er om 16.52 een stem uit de luidsprekers: Dames en heren, de intercity naar Amsterdam van 16.55 zal vertrekken over ongeveer tien minuten.

Hè? De trein is vertraagd, dat is al vervelend genoeg, maar de stem spreekt het woord 'vertraging' niet uit, en dat is om gek van te worden! Is het beleid, een ideetje van de marketeers? Er hangt ook een nieuwsoortig blauw bord boven het perron: Amsterdam, 16.55 Intercity + 10. Plus tien, alsof de trein een prijsje krijgt, een mooi cijfer. Twee minuten later wéér die stem, weer schijnheilig niet toegevend dat hier van een vertraging sprake is. Grrrgh! Godlof, om 17.06 zegt de stem: Dames en heren, de vertraagde intercity...vertrekt van spoor 2. Nu moesten ze het wel toegeven. Het is vreemd, maar dat geeft dan toch een kleine opluchting.

Ileen Montijn

portret (2) de ex-feministe


In de driedelige serie 'vrouwen over de hoofddoek' (gebundelde uitspraken), vandaag aflevering 2: de ex-feministe.

De ex-feministe
: Nederland kan er maar beter aan wennen dat vrouwen hier hoofddoeken dragen. Die horen nu definitief bij het Nederlandse straatbeeld. Nederlanders denken dat die
hoofddoek alleen maar voor onderdrukking staat, terwijl er wel tien redenen zijn om de hoofddoek te dragen. Ik ken oudere moslimvrouwen die een hoofddoek dragen gewoon omdat ze het gewend zijn en zich bloot zouden voelen zonder, zoals ik in een Afrikaans land waar alle vrouwen met blote borsten lopen ook niet zomaar mijn bloesjes uit zou trekken. Er zijn vrouwen die ze dragen omdat ze niet vinden dat ze hoeven te verbergen dat ze moslim zijn, of omdat ze het mooi vinden, of omdat ze mee willen doen aan hun eigen mode, er zijn jonge vrouwen die er juist een dragen omdat ze vinden dat dat hun recht is, of uit protest, er zijn vrouwen die hun schoonheid willen bewaren voor thuis, en er zijn zelfs nog wel wat vrouwen te vinden die er een dragen omdat hun man of vader dat wil. Zo zijn er net zoveel redenen om een hoofddoek te dragen als er vrouwen zijn.

Ik zie niet in waarom de moslima zich aan ons zou moeten aanpassen. Ze heeft haar eigen identiteit en haar eigen geloof, dat mag je haar niet afnemen. Het zijn sterke, slimme vrouwen die helemaal niet achterlijk zijn. Nederlandse vrouwen hoeven toch zeker geen hoofddoek te gaan dragen als ze dat niet willen? Zijn ze daar soms bang voor?

De vrouwen die een hoofddoek willen dragen vechten er nu voor om die te mogen dragen. Ik steun ze erin, het is hun identiteit, daar mogen ze trots op zijn. Kom nooit aan iemands identiteit. Al het goede werk dat welzijnswerkers de laatste 30 jaren hebben gedaan, wordt teniet gedaan als je de hoofddoek gaat verbieden. Je moet praten met de mensen, de emancipatie moet van binnenuit komen. Je kunt ze niet dwingen. Wij zijn al jaren met de moslima's aan het praten en ik zie dat ze het vertrouwen hebben gekregen ermee voor de dag te komen, de hoofddoek is niet iets waar je je voor hoeft te schamen.

In landen als Iran zouden de vrouwen een keuze moeten krijgen, net als hier. Hier moet je het niet verbieden want dan ben je net zo bezig als in die islamitische landen. Dat vind ik fout. Je kunt deze vrouwen toch niet afwijzen alleen omdat ze een hooofddoekje dragen? Ik vind ze een verrijking voor de Nederlandse samenleving. Ze zien er toch prachtig uit, die gezichtjes zo mooi omlijst! Wie doen ze er nou eigenlijk kwaad mee? En met die slimme Halalmoslima's voel ik me meer verbonden dan met menige niet-moslim.

Als vrouwen zeggen dat ze daar zelf voor gekozen hebben, wie zijn wij dan om te zeggen dat ze ook nog tragisch, want gehersenspoeld, zijn? Mensen niet als individu, maar als lid van een groep behandelen, levert ellende op.

Het is een slechte zaak dat meisjes met hoofddoeken niet overal kunnen werken of stage kunnen lopen. Ik vind het treurig dat drie jonge vrouwen in Zaandam die stage willen lopen bij bank- of verzekeringskantoren dat niet mogen omdat ze hoofddoeken dragen. Geen sollicitatie lukte en daardoor duurt hun opleiding nu een half jaar langer, terwijl dat niet nodig was als ze waren aangenomen bij die instellingen. Ook komt het voor dat vrouwen worden uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek en als dan blijkt dat ze een hoofddoek dragen, wordt hun verteld dat ze eigenlijk een man zoeken, dat ze al genoeg vrouwen hebben. Maar dat is natuurlijk onzin want aan de brief had men immers al kunnen zien dat het om een vrouw ging! Als steeds meer klanten een hoofddoek dragen, waarom dan het baliepersoneel niet?

Meisjes zijn na 11 september zelf gaan onderzoeken wat het betekende om een moslima te zijn. Ze zijn de koran gaan lezen. Het antwoord van hun ouders “je bent gewoon moslim”, voldeed niet meer. Daarom zochten ze informatie bij leermeesters. En nu dragen steeds meer vrouwen de hoofddoek omdat ze Allah willen gehoorzamen. Nederlandse werknemers leveren massaal een bijdrage aan de radicalisering door in het geniep te discrimineren. Want dat is wat het is.

Waarom laten we deze hoogopgeleide vrouwen niet in de illusie dat zij de ware leer in pacht hebben? Dat moeten ze zelf weten. Tolerantie betekent juist dat je dingen verdraagt waar je het niet mee eens bent. Dat past in de Nederlandse traditie. Een naveltruitje lijkt me trouwens aanstootgevender. Ieder heeft recht op zijn eigen stijl. Overigens zie je steeds vaker dat gehoofddoekte meisjes met niet-gehoofddoekte meisjes omgaan, dat is een goede ontwikkeling want er is niets mis met die meiden. Door het dragen van de hoofddoek krijgen ze meer bewegingsvrijheid. Door middel van de hoofddoek kunnen ze emanciperen en bijvoorbeeld meedoen aan het arbeidsproces.

Buitensluiting van moslims is gevaarlijk. Er is toch al meer werkloosheid onder Marokkanen. Dat ligt aan de luiheid van sommigen maar het ligt ook aan die discriminatie. Het zou veel beter zijn als iedereen elkaar respecteerde en men met elkaar zou werken. Wij hebben onze naam van tolerant volk hoog te houden. Nu zeggen moslims “wat heb ik aan een goede opleiding als ik toch geen werk kan krijgen, dan kan ik net zo goed een uitkering aanvragen of de criminaliteit ingaan.”

Het moet maar eens afgelopen zijn! Het is toch totaal respectloos om denigrerend over de hoofddoek te spreken? Het zijn uitingen van islamofobie. Angst voor de islam, voor het onbekende, terwijl die hoofddoek al zo lang door vrouwen wordt gedragen. Je mag ze daarom niet stigmatiseren, het lijkt wel alsof we weer in de jaren '30 leven van de vorige eeuw. En iedereen zou toch moeten weten wat er toen is gebeurd met de joden. Als we niet oppassen, gaan we weer die kant op. Dat mag nooit, nooit meer gebeuren.

Annelies van der Veer


Reacties portret 2


Lees hier deel 1: de moslima


Mohamed Rabbae, de Superman van het extremisme



Mohamed Rabbae, de Superman van het extremisme

Waar zouden we zijn in deze bange dagen zonder Mohamed Rabbae? Als een soort Superman duikt deze GroenLinkser overal op. Een kleine, zeker niet volledige greep uit de bezigheden van het Kamerlid in ruste:

Rabbae roept tijdens een debatmiddag (11 maart 2007) Geert Wilders op naar Australië te verhuizen als het hem niet meer bevalt in Nederland. Tijdens een door Samen Tegen Racisme en Nederland Bekent Kleur georganiseerde avond (21 maart 2007) noemt hij Geert Wilders ‘een islamracist’. In een Amsterdamse moskee zit hij een bijeenkomst voor (10 september 2007) van een nepcomité van ex-moslims, dat is opgericht om het oorspronkelijke comité van Ehsan Jami in de wielen te rijden.

Rabbae tekent met andere ‘beroepsmoslims’ (3 januari 2008) een steunverklaring voor het initiatief Benoemen en Bouwen van Doekle Terpstra en zijn naïeve christenbroeders. Rabbae laat zich (27 januari 2008) kiezen tot voorzitter van een nieuwe koepelorganisatie, het Landelijk Beraad Marokkanen (LBM). Hij is spreker (22 maart 2008) tijdens de anti-Wilders-manifestatie van Nederland Bekent Kleur op de Dam in Amsterdam. Namens het LBM doet hij aangifte (31 maart 2008) tegen de film Fitna van Wilders. Hij houdt (6 april 2008) een pleidooi voor de oprichting van een moslimpartij, omdat het islamitische geluid te weinig aan bod zou zijn gekomen in het Fitna-debat.

Nog niet in het nieuws, maar zeer interessant is Rabbae’s volgende optreden. Tijdens het komende Marxisme Festival (12 april 2008) neemt hij deel aan een debat van Wilders-tegenstanders onder de titel ‘Tegen de politiek van de angst - voor de politiek van de hoop’

Het is een bijeenkomst van extremisten onder elkaar. De andere sprekers in dit door de Internationale Socialisten georganiseerde onderonsje zijn: GroenLinks-Kamerlid Tofik Dibi, beroepsactivist René Danen (Nederland Bekent Kleur), haatrapper Appa, trotskist Peyman Jafari en trotskiste Miryam Aouragh (Samen tegen Racisme).

Uit België komt Nadia Fadil, academica en publiciste. Als iemand onder die vlag wordt aangekondigd, kun je er vergif op innemen dat het om een trotskist gaat. Inderdaad. Sociologe Fadil ondertekende in 2003 een steunverklaring voor Resist - een lijstverbinding van de extremistische Arabisch-Europese Liga (AEL) van Dyab Abou Jahjah met de Partij van de Arbeid (heel verwarrend, maar in dit geval de trotskistische partij van België) - bij de gemeenteraadsverkiezingen in Antwerpen.

Net als Superman opereert Mohamed Rabbae onder verschillende identiteiten. Zoals Superman zich wel eens vermomt als de journalist Clark Kent, zo treedt Rabbae op namens diverse comités: Genoeg is Genoeg, Eén Land, Eén Samenleving, Landelijk Beraad Marokkanen. Er zit één gemeenschappelijke factor in alle optredens van Rabbae. Als hij zijn mond opendoet, zijn de trotskisten (Internationale Socialisten) altijd dicht in de buurt.

Naast alle overeenkomsten is er één groot verschil tussen Superman en Mohamed Rabbae. Waar de filmheld altijd redding brengt, daar komt de politieke held meestal niet verder dan het stichten van verwarring en het wekken van valse hoop. Neem de aanklachten tegen Wilders en zijn Fitna. Een kind kan op zijn vingers natellen dat de PVV-leider vrijuit zal gaan omdat zijn politieke betogen en zijn koranfilmpje ruimschoots vallen binnen de Nederlandse vrijheid van meningsuiting.

Desondanks wekt Rabbae overspannen verwachtingen bij zijn achterban. Als de juridische acties vervolgens op niets uitlopen, worden de arme moslims alleen maar gesterkt in de gedachte dat er in Nederland een hetze tegen hen wordt gevoerd. Samenvattend: Rabbae behandelt moslims als afhankelijke en gediscrimineerde zielenpoten in plaats van ze op te voeden tot volwassen en zelfbewuste burgers.

Niettemin is Rabbae bereid om een moslimpartij van politieke adviezen te voorzien. Rabbae ziet de nieuwe partij als ‘een soort islamitische CDA’. Gezien de politieke bezigheden van de GroenLinkse Superman denk ik dat hij heel andere bedoelingen heeft. In veel Europese landen proberen linkse extremisten en extreme islamisten namelijk tot een politieke samenwerking te komen.

Dat is geheel in de lijn van Chris Harman, de ideoloog van de Socialist Workers Party (SWP), de trotskistische moederpartij van de Internationale Socialisten. Hij schreef in 1994 The prophet and the proletariat. Hierin pleit hij in voorkomende gevallen voor een samenwerking met de moslimfundamentalisten onder het motto ‘Met de islamisten soms, met de staat nooit’. Deze samenwerking kreeg vorm bij massale demonstraties in de straten van Londen en Parijs. Paul Berman signaleert het monsterverbond tussen extreem-links en extreem-religieus in Wie is er bang voor Tariq Ramadan?, een knappe afrekening met de zogenaamd vooruitstrevende moslimgeleerde, die onder meer aan de Erasmus Universiteit Rotterdam doceert.

Berman: “De organisator van de betoging in Londen en van vele soortgelijke demonstraties in de jaren daarna, de Stop the War Coalition, werd overduidelijk gedomineerd door de minuscule Socialist Workers Party en de Britse versie van de Moslim Broederschap, de Muslim Association of Britain. The Economist noemde deze samenwerking van trotskisten met islamisten al ‘een vreemd huwelijk’. Tony Cliff zou zich in zijn graf omdraaien. (De seculier joodse atheïst was de oprichter van de SWP, CB.) Toch vormde dit vreemde huwelijk voor miljoenen niet-trotskisten en niet-islamisten geen belemmering achter deze alliantie aan de straat op te gaan.”

In Nederland en België probeerden de Internationale Socialisten moslims voor zich te winnen via een alliantie met de nationalistische en antisemitische AEL. De beweging Resist haalde echter maar een minimaal aantal stemmen bij de Belgische verkiezingen. In Nederland kwamen de twee clubs niet verder dan het stichten van relletjes rond het Mercatorplein in Amsterdam en een gezamenlijke herdenking van de terreursjeik en Hamas-oprichter Ahmed Yassin. Maar misschien is de tijd nu wel rijp voor een politieke partij, waarin zowel orthodoxe moslims als linkse extremisten zich thuis voelen.

Politiek adviseur Mohamed Rabbae beweert dat hij GroenLinks trouw zal blijven. Het helpen oprichten van een concurrerende partij lijkt me overigens niet een toonbeeld van trouw. Femke Halsema en de partijleiding zullen daarom snel moeten aangeven of zij de semi-trotskistische hoogvlieger Rabbae in hun gelederen blijven tolereren.

Dubieus is ook de positie van Kamerlid Tofik Dibi, politiek opgegroeid in de arbeidersvereniging HTIB, de Turkse tegenhanger van het Marokkaanse KMAN - twee linkse migrantenorganisaties die al vele jaren in een baan rond de Internationale Socialisten zweven. Tijdens het Fitna-debat probeerde Halsema Dibi tevergeefs van een interruptie tegen Wilders af te houden. Voelde ze aankomen dat Dibi een doorzichtig leuterpraatje zou afsteken over zijn steun aan jonge (heel toevallig trotskistische) demonstranten, op wie hij googelend achter zijn computer bij toeval was gestuit?

Dibi zit - zoals dat tegenwoordig heet - ‘vuistdiep’ in de Internationale Socialisten, anti-democraten die solidair zijn met Hamas en Hezbollah. De vraag blijft daarom: Wanneer roept Halsema haar fractiegenoot tot de orde?

Carel Brendel

Carel Brendel is auteur van Het verraad van links (Uitg. Aspekt)

Doekle Terpstra's radiodagboek


Uitgelicht: radio 1, 7.4.2008, rond 13.45 uur: Doekle Terpstra's radiodagboek voor radio 1 (aflevering 1).
Presentatrice: "Woensdag presenteert Terpstra zijn boek Benoemen en Bouwen, Met dat statement nam hij eind vorig jaar afstand van de verWildering van de discussie over de islam en de multiculturele samenleving."

Doekle Terpstra
: (...) "Zaterdag na het publiceren van een artikel in de krant... , heel opmerkelijk is dan weer, in de loop van de dag krijg je een sms-je van 'een' journalist enne die zei tegen me, heb je weer gezien wat er allemaal gebeurt op GeenStijl.nl en op Elsevier? En dan kijk je even en dan ben je zo ongelooflijk verbaasd over de hoeveelheid ROTZOOI die daar langskomt. Hón-der-den reacties op een artikel waarbij ik denk daar zit geen onoorbaar woord in opgesloten. Het ziet er buitengewoon netjes uit. De redelijkheid spat er van af. Je roept op tot gesprek en dialoog en je krijgt het gejeremieer over je heen van een, ik vind... ja van een ACHTERLIJK gehalte. Ja, kijk zelf maar, kijk zelf maar. Ik hoef geen voorbeelden te noemen van opmerkingen die worden gemaakt. Nou ja, je zou mensen moeten uitnodigen om die sites maar eens een keer te gaan bezoeken of misschien juist ook maar niet." (...)

Heeft u ook voorbeelden van Jip-en-Janneke-verslaggeving/berichten/foto's gehoord/gezien op radio of televisie? Stuur deze, met bronvermelding, dan naar hoeiboei.web-log.nl. Gebruik het mailformulier (linksboven)

Over de film "Fitna" van Geert Wilders en leugens van het kabinet

Liar


Over de film "Fitna" van Geert Wilders en leugens van het kabinet

De film Fitna - betekent: beproe­ving - uitgebracht op 27 maart 2008, is, zoals te verwachten was, in de eerste plaats een voorlich­tings­film, ge­volgd door een waar­schu­wing. Fragmenten van moord op verschil­lende soorten mensen - handelaren, vrouwen, homo's - worden afgewisseld door preken van imams en moefti's die aanspo­ren om zulke lui te vermoor­den, niet te vergeten die door Allah vervloek­te joden. Daarnaast heeft Wilders een aantal passages uit de Koran gehaald, die aanspo­ren dit soort mensen te vermoorden, niet te verge­ten de ongelovi­ge varkens en apen. De waarschuwing behelst dat Neder­land niet te veel islam op zijn bo­dem moet hebben en er niet aan moet toege­ven. De aan elkaar geregen fragmenten waren groten­deels al be­kend, maar bij elkaar maken ze toch grote indruk.Het is een film die in­slaat, maar die, anders dan Submission van Ayaan Hirsi Ali en Theo van Gogh, geen artistieke pretenties heeft. Wel heeft hij als begeleiding mooie, melancholische muziek uitgeko­zen van Tsjaikovski - de Arabische dans uit het Notenkraker ballet - en Ed­vard Grieg - Ases dood, uit de Peer Gynt suite -. (Tsjaik­ovski heeft altijd een ondertoon van melancho­lie, zelfs in zijn dansen.)

Wilders deed er goed aan de film te maken. Dit medium dringt beter door dan een stevig onderbouwd betoog in de Tweede Kamer om de Koran te verbieden (waar ik tegen ben). Veel mensen lezen wei­nig, zien liever een film. En veel mensen, ook Kamerleden weten weinig of niets van de islam en Koran. Kamerleden wisten niets redelijks tegen Wilders' pleidooi in te brengen. Een van hen smaalde indertijd: nou, u bent me de Korankenner wel. Inderdaad, dat is hij, zeker vergeleken met zijn onwetende collega's.

Deze film en zijn maker zijn in de kortst mogelijke tijd wereldbe­roemd en berucht geworden. Tik Fitna maar eens in bij Google en verbaas je over de miljoenen resultaten.

Hoe komt dit? Het is de verdienste van het kabinet. De film Sub­mission, Part 1 van Ayaan Hirsi Ali veroorzaakte nauwelijks een rimpeling in het buitenland. Op de Mohammedcartoons in een Deense krant werd aanvankelijk evenmin verhit gereageerd. Totdat een dozijn Deense imams afreis­de naar het Midden-Oosten met meename van de spotprenten en een extra, niet gepubliceerde prent van Mohammed met een var­kenskop. Toen waren de rapen gaar.

Wat heeft het kabinet nu gedacht? Uit welingelichte bron kan ik u, waarde lezer, meedelen dat het het gevaar dat de film in het buitenland onopge­merkt zou blijven, niet gering achtte. Vandaar dat Minister van Buitenland­se Zaken Maxime Verha­gen, ondersteund door onze ferme VOC-premier Jan Peter Balkenende, in islamitische landen opge­wonden is gaan melden dat er een belang­rijke film zat aan te komen, waarvan de inhoud niet bekend was, maar die wel beledi­gend zou zijn en, kortom, vreselijk. Maar zij vertelden er ook iets bij: zij waren niet de maker, nee, zeker niet, zij hadden het scenario niet geschreven. 'Och me­neer, gelooft u mij toch, ik was het niet die met de krijtjes gooide.' (Zouden schooljon­gens tegen­woordig nog zo praten?) Het was, didactisch gezien, een sterke cursus bui­gen en kruipen.

Elsevier reageerde zakelijker dan ik hierboven. Het publiceerde een over­zichts­stuk met de kop 'Angst voor islam regeert' (8-3-08). Maar als dat het geval is, waarom heeft de regering dan de militaire missie in Afghanistan, tegen Al Qaida en gastheer de Taliban ge­richt, met twee jaar verlengd? Dit is dan onbegrijpelijk, want hier­door wordt het risico op een grote aanslag, zoals in Madrid, aan­zienlijk ver­hoogd. Door de aanslag aldaar nam een linkse regering het bewind over, die de Spaanse troepen uit Afghanistan meteen terugtrok. Voor slimme Al Qaida figuren zal dit besluit Nederland tot speciaal doel­wit maken.

Minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin en anderen verzochten Wilders met klem de film niet uit te brengen en wezen hem op zijn verantwoordelijk­heid, d.w.z. dat de eventuele gevolgen zijn verant­woorde­lijkheid waren.

Dit was een fundamentele aanval op de vrijheid van meningsui­ting. Want als degene die iets gaat zeggen dat niet aanspoort tot geweld, schul­dig is aan geweld dat erop volgt, kan een ander die me­ningsuiting voorko­men door bij voorbaat met geweld te dreigen. Dit was dhim­mi-gedrag, waar Wilders gelukkig niet voor bezweek. Dat het CDA naar mogelijkheden zocht om de nog niet geziene film te verbieden is ook een schande. Daarna deed Minister van Staat Hans van den Broek (CDA) er nog een stapje bovenop door het kabinet te vragen, met een beroep op de bedreigde veiligheid van Nederlanders in het buitenland, naar de rechter te stappen om de film verboden te krijgen. Foute man, verrader van de westerse be­schaving.

Dit doet terugdenken aan freelance journaliste Hedi de Vree, die in Jordanië verblijft en in een stuk in NRC Handelsblad (5-12-07), 'Bescherm niet mij, be­scherm mijn vrijheid', betoogde dat een film van Wil­ders wél moet kunnen. De Vree wil die film omdat er dan een dialoog over de meningsvrijheid kan ontstaan in Jordanië. Zij leeft nu voortdurend in angst omdat zij niet mag laten blijken dat ze ongelovig is, omdat ze als vrouw misschien geen respect krijgt, omdat ze misschien niet zedig genoeg gekleed is. Als nieuws over de film haar woonland bereikt, zou daar misschien doodsangst bijkomen want men weet dat zij Nederlandse is, maar dat heeft ze voor de vrijheid van mening en expressie over. Ministers moeten, vindt zij, zich niet laten leiden door angst. Nederland moet voor de vrijheid staan, zoals tot voor kort, en desnoods de ME klaar laten staan voor rellen. Dat zou de vrijheid in Jordanië kunnen bevorde­ren. Een bewonderenswaardig pleidooi, dat niet besteed is aan een onderkruipsel als islam-knecht Van den Broek.

De film werd, niet verrassend, door de Europese Unie en de se­cre­taris-generaal van de Verenigde Naties Ban Ki-moon, afgekeurd. Deze laatste keerde zich tegen 'hate speech' en 'incitement to violence'.

Dat zet de wereld op zijn kop. Wil­ders laat zien dat het islamis­me, de poli­tieke islam in elk geval, haatzaai­end en geweldda­dig is. Net zoals vroe­ger schrij­vers erop wezen dat het nationaal-socialisme en com­munisme dat waren. Nu wordt de boodschapper er van beticht. Dit is islamitische waanzin die Ban overneemt.

En het verwijt is ook dat de film generaliserend is. Zo'n film kan niet anders dan generaliserend zijn. Dat is altijd zo als je over een godsdienst of groep spreekt. Maar het is beter als je erop wijst dat wat je over de groep zegt niet voor alle leden van die groep hoeft op te gaan of niet in dezelfde mate. Dus had ergens vermeld mogen wor­den dat zeker niet alle mos­lims tot geweld geneigd zijn, ook al spoort de Koran daartoe aan. Wilders pleegt te antwoorden dat hij het heeft over de islam en niet over moslims, maar dat kan hij on­mogelijk over deze film bewe­ren. Zo, toch nog een kritische noot. Overigens, wie zou nu niet begrijpen dat hij het niet over alle mos­lims heeft, maar over de radicale die de daad bij het woord voegen of daartoe aansporen?

In het Kamerdebat op 1 april over Fitna excuseerde de regering de ophef die zij over de film gemaakt heeft met de bewering dat Wil­ders in over­leg met hen gezegd zou hebben dat hij aan het slot (delen van) de Koran zou verscheuren. Dit staat in een nota van de NCTb (nationale coördinatie terrorismebestrijding) en in aante­kenin­gen over een gesprek van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken (Guusje ter Horst) met hem.i Wilders ontken­de het met kracht. De vraag wordt dan wie liegt.

Hier is iets merkwaardigs aan de hand. Vele maanden geleden heeft Wilders gezegd dat moslims de helft uit de Koran zouden moeten scheuren om een behoorlijk boek over te houden. In de film wil hij het eveneens aan de moslims overlaten. Voor zover ik weet heeft hij in het open­baar nooit gezegd of geschreven dat hij zelf delen van de Koran zou willen ver­scheuren of verbran­den. Waar­om zou hij het dan in het overleg gezegd hebben?! Hij is consis­tent geweest.

Toch ston­den er in kranten en week­bladen talrijke speculaties dat hij dit wel eens in de film zou kunnen doen. Ik verbaasde mij daar­over. Minstens twee demagogische, leugenachti­ge stukken waarin zoiets staat, van hoogleraar islamologie P.S. van Ko­ningsveld en CDA-partij-ideoloog A.C. Zijderveld, heb ik bespro­ken en gecor­ri­geerd ('Islamkritiek uitban­nen?'; 'Anton C. Zijderveld wil niet beta­len'). Ver­moedelijk hebben hoogge­leer­den en journalisten het idee afge­leid uit wat hij gezegd heeft, misschien verge­ten zijnde wat hij echt gezegd had. Of heb­ben ze het opzettelijk ervan ge­maakt? Moedwil of mis­ver­stand? Ook bij de aantekeningenmaker van het overleg? Deze aantekeningen zijn niet door Wilders gepara­feerd. Het zijn geen vastgestelde en goedgekeurde notulen. Noch in de nota noch in het gespreksverslag wordt Wilders geciteerd. Ze hebben geen bewijskracht.

Het kabinet heeft bij monde van Balkenende steeds verklaard de inhoud van de film niet te ken­nen. Nu toont het die wel gekend te hebben. Dus het heeft in elk geval gelogen, hetzij toen, hetzij nu. Hirsch Ballin was namelijk aanwezig bij het over­leg en hij moet Balkenende ingelicht hebben. Stel nu dat hij dit vergeten was, dan zou hij toch, als de Balk verkondigde dat het kabinet van niets wist, hem gecorrigeerd hebben.

Voor de hand ligt dat het me­mo en gespreksverslag veronderstel­lingen en ver­wachtin­genbevatten, ook van de AIVD, zoals in de door mij besproken stuk­ken. Er had in de nota niet mogen staan 'vol­gens de Hr Wil­ders'. Van die fout, die geen boze opzet hoeft te zijn, maakt het kabi­net nu ten onrechte moed­willig gebruik.

Het lijdt voor mij, die de affaire bijhield, geen twijfel dat minister Hirsch Ballin en andere betrokkenen bedrog ple­gen, maar sommigen van hen gelo­ven mis­schien in hun leugen. Velen die tegen Wilders schrijven, schrik­ken, zoals ik in eerdere columns liet zien, voor niets terug en zeker niet voor leugens.

Maar toegegeven moet worden dat (nog) niet bewezen is dat het kabinet, dat zeker op één punt gelogen heeft, namelijk over zijn kennis van de inhoud van de film, dit ook gedaan heeft over wat Wilders volgens de nota en het ver­slag ge­zegd zou hebben over het ver­scheuren en verbranden van delen van de Koran. Anderzijds, de bewijslast ligt bij het kabinet, dat een Wilders beschadigende bewe­ring heeft gedaan op onvoldoende en te betwijfelen gronden. Alleen daarom al heeft het volkomen fout gehandeld. Een kat in het nauw doet rare sprongen.

Denk ook aan minister P.H. Donner, toen van Justitie, die om andere, politieke rede­nen keihard ontken­de wat hij gezegd had over de toelaatbaarheid van de sharia. In zijn geval kon bewezen worden dat hij loog en dat kon hij weten. (Zie 'Christenen en de islamise­ring' op deze blog'.) Toch deed hij het. Hij was niet bang dat het iets zou uitmaken. Zo zit het nu waarschijnlijk ook met de huidige ministers. Ze denken dat men hun niets kan maken. Waarschijnlijk hebben ze daarin gelijk. De leugen van Donner indertijd was overi­gens qua inhoud vrij onschuldig. De vermoedelijke laster van het kabinet nu is smerig.

René Marres

René Marres is de auteur van Vermoord en verbannen.

Justitie, Nota, Vertrouwelijk, Aan: Minister van Justitie. Minister BZK, Datum 31 oktober 2007, Onder­werp Beoogde film Wilders. Aantekeningen gesprek MvJ, MBZK met de heer Wilders dd. 7 november 2007.